Hanna, de profetes uit de stam Aser
terug naar Hebreeuwse geschriften
Laatst gewijzigd: 11.08.2002
Ook was daar Hanna, een profetes, een dochter van Fanuël, uit de stam Aser. Zij was op hoge leeftijd gekomen, nadat zij met haar man na haar huwelijksdag zeven jaar had geleefd, en nu was zij weduwe, ongeveer vierentachtig jaar oud, en zij diende God onafgebroken in de tempel, met vasten en bidden, nacht en dag (Lukas 2:36,37).
Deze tekst is vooral bekend geworden als 'bewijs' voor de onjuistheid van de theorie dat de het 10-stammen rijk over de gehele wereld verspreid werd door de Assyriërs in 720 vóór Chr. en er niemand van hen naar het beloofde land is teruggekeerd. We mogen aannemen dat Lukas geen 'bewijzen' naar voren bracht tegen een theorie, die vele eeuwen na hem is ontstaan, maar waarom noemt hij dan Anna's afstamming zo nadrukkelijk? Voor een mogelijk antwoord op deze vraag blijken wij ons te kunnen wenden tot de Joodse traditie, die op deze zaak een verassend licht werpt.
De eerste met name genoemde dochter van
vader Aser zelf, is bij de personen waaruit Jakobs familie bestond, toen hij
naar Egypte ging, op weg naar de pas teruggevonden Jozef. Genesis 46:17 vermeldt
Serach hier als enige kleindochter van Jakob in dit reisgezelschap. Zij wordt
ook vermeld in Numeri 26:46 en in 1Kronieken 7:30. Hoewel nergens bijzonderheden
over Serach worden vermeld, zou het feit, dat haar naam driemaal in de Bijbel
voorkomt, er op kunnen duiden, dat zij een of andere belangrijke plaats in de
heilshistorie zou innemen, zoals door Joodse traditie wordt beweerd.
Professor F. Weinreb schrijft: 'De overlevering vertelt hoe Serach de brengster
is van blijde boodschappen. Zij geeft de vreugde van het hervinden, de verrassing
van de komst van het onverwachte. Als de broers van Jozef uit Egypte terug komen,
nadat Jozef zich aan hen had te kennen gegeven, heeft Serach, de dochter van
Aser, dat het eerst vernomen en zij is het die naar Jakob snelt om hem dit grote
nieuws te vertellen' 1).
Vervolgens legt Weinreb uit, met gebruikmaking van de betekenis van het cijfer
8, welke relatie er licht tussen 'een dochter van Aser' en de Messias.
1) Professor F.Weinreb, De Bijbel als schepping', N.V. Servire Den Haag, 1963, bladzijde 151
Het apocriefe 'Boek des Oprechten' 2) beschrijft, hoe Serach onder harpspel Jakob de blijde mare toezingt: 'Grootvader, mijn oom Jozef leeft nog', waarna Jakob langzamerhand gaat beseffen, welk geluk hem ten deel is gevallen. Jozef zal immers in de geschiedenis van zijn familie ook de rol van 'verlosser' gaan spelen. Het is aan Serach, om dit aan te kondigen. Zij, de dochter van Jakob's achtste zoon, Aser, is de aankondigster van de verlosser.
2) Of dit boek hetzelfde is als het in Jozua 10:13 en 2Samuël 1:18 genoemde 'Boek des oprechten', is niet met zekerheid te zeggen
Serach is ook enkele honderden jaren
later weer aanwezig in Egypte, aldus de traditie, wanneer Mozes zich als verlosser
van het volk aankondigt. Letterlijk is dit natuurlijk onmogelijk, maar waarom
zou er in die tijd geen andere 'dochter van Aser' geweest zijn, die een
dergelijke roeping vervulde?
Er moet, volgens de Joodse overlevering, steeds een 'Serach', een 'dochter van
Aser' in Israël aanwezig zijn, om iemand, die zich als 'verlosser', als
'Messias', aankondigt, eerst te 'keuren'. Pas na een test door 'Serach' kan
een verlosser als werkelijk door God Zelf geroepen worden geacht. Serach vraagt
de adspirant-verlosser naar zijn motief en verklaring en toetst deze.
1Kronieken 7:21-23 vermeldt een gebeurtenis, die in de Joodse overlevering zó wordt uitgelegd, dat de zonen van Efraïm het eind van de Egyptische slavernij reeds gekomen achtten en op eigen houtje, veel te vroeg, een 'exodus' begonnen, die echter strandde in het Filistijnse land. De mannen van Gat doodden hen, zoals vers 21 zegt. Ook hier zou Serach van te voren geraadpleegd zijn, maar zij had deze Efraïmieten als 'verlossers' afgewezen, zoals zij ook vele anderen, die zich als zodanig opwierpen, reeds ontmaskerd had en nog zou ontmaskeren, als niet door God gezonden 'verlossers'.
Exodus 4:29-31 verhaalt de wijze, waarop Mozes zich aankondigde als de redder van het volk. In vers 31 lezen we: 'Het volk geloofde hem, toen zij hoorden, dat de HERE acht geslagen had op de Israëlieten'. De overlevering zegt dat ook 'Serach' aanwezig was en zij herkende in de woorden van Mozes de gelijkluidende Hebreeuwse term, die Jozef in Genesis 50: 25 had gebezigd, in verband met de komende bevrijding uit de Egyptische slavernij: 'God zal zeker naar u omzien' (achtslaan). Hierop verklaarde Serach: 'Deze Mozes is de ware verlosser'. En zo werd Mozes, de Middelaar van het Oude Verbond, door het volk geaccepteerd, dankzij Serachs goedkeuring! Dankzij de goedkeuring van een 'dochter van Aser'.
Dat niet iedere lezer deze Joodse overlevering
zomaar voor wáár aanneemt, kan ik mij indenken, maar dat er juist
uit deze Joodse traditie een gevolgtrekking te maken valt, die, geheel
onbedoeld, de christelijke leer versterkt, maakt de zaak toch
zeer interessant. Want hoe ging het met de geboorte van Jezus, die in deze kersttijd
wordt herdacht? Toen Hij geboren was en als klein kind door Zijn ouders naar
de tempel werd gebracht, was daar een dochter van Aser, een weduwe op hoge leeftijd,
die God onafgebroken diende in de tempel met bidden en vasten, dag en nacht.
Speelde zij niet de rol van 'Serach' uit de stam Aser, van wie de traditie zegt,
dat zij ook 'zeer oud' geworden is omdat zij eigenlijk 'onafgebroken' in Israël
aanwezig moest zijn, om een zich aandienende Messias te 'testen'?
Deze dochter van Aser, Hanna, kwam bij Maria staan, die Jezus op de arm droeg
en 'zij loofde God, en sprak over Hem tot allen, die voor Jeruzalem verlossing
verwachtten' (Lukas 2:37,38). Hadden niet juist te voren Zacharias en Maria,
in hun lofzangen, naar aanleiding van de geboorte van Jezus, niet ongeveer dezelfde
termen gebruikt als die uit Genesis 50:25 en Exodus 4:29-31?
Het wonderlijke feit doet zich voor, dat Jezus door Zijn moeder en Zijn oom,
als Messias in de beide lofzangen wordt aangekondigd in bewoordingen, die in
de Joodse overlevering voor een dergelijke aankondiging 'vereist' waren, opdat
hieraan de 'dochter van Aser' de juiste Verlosser zou kunnen identificeren!
Is het dan niet merkwaardig, dat kort hierna Hanna Jezus 'herkent' als de werkelijke
Verlosser van Zijn volk Israël? Hoe zinvol is in dit verband daarom Lukas'
vermelding van Hanna's stam: Aser!
Jan van de Westelaken