Bijbels Hebreeuws

terug naar homepage

Laatst gewijzigd: 01.02.2002

 

Inleiding

In Genesis 3:9-19 lezen we over een gesprek tussen God en Adam en Eva. Welke taal spraken zij? Was het Hebreeuws? Is Hebreeuws de taal die God gebruikt als Hij met de mens communiceert, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk? Aan deze vraag zijn al vele speculaties gewijd en ik wil daar geen nieuwe aan toevoegen, maar soms hoor je wel eens zeggen: 'Ik studeer Bijbels Hebreeuws, omdat ik verwacht dat in de hemel en op de nieuwe aarde Hebreeuws gesproken wordt, want Hebreeuws is de taal van God'. Hoewel het natuurlijk niet onmogelijk is, denk ik toch dat hier de wens de vader van de gedachte is. Het kan echter niet ontkend worden dat het Bijbels Hebreeuws een bijzondere taal is (geweest).

Een wetenschappelijke benadering
De menselijke wetenschap rekent het Bijbels Hebreeuws tot de Semitische taalgroepen bestaande uit het Akkadisch, het Kanaänitisch, het Aramees, het Arabisch en het Ethiopisch. Het Bijbels Hebreeuws behoort, samen met het Phoenicisch, Oegaritisch en Moabitisch tot de Kanaänitische groep.
Volgens drs. H.Aardoom hebben de Semitische talen enkele kenmerken gemeen die hen tot een afzonderlijke groep maken. Deze kenmerken zijn:
1. De meeste woorden hebben een kern van drie medeklinkers;
2. Zij hebben een aantal bijzondere medeklinkers;
3. Zij hebben een eigen struktuur van het werkwoordsysteem;
4. Zij hebben een aantal gemeenschappelijk bijzonderheden voor wat betreft de zinsbouw;
5. Zij hebben een overeenkomende woordenschat.

Volgens J.P.Lettinga heeft het Hebreeuws zich ontwikkeld uit dát Kanaänitisch dialect, dat de Israëlieten aantroffen en overnamen bij de verovering van het Beloofde Land onder Jozua. Zij gaven hun moedertaal, waarschijnlijk Oudaramees (Deuteronomium 26:5) op, en namen deze 'tale Kanaäns' (Jesaja 19:18) met zijn dialecten, over.

1. Mevrouw drs. H. Aardoom, 'Cursus Bijbels Hebreeuws', deel 1, aflevering 1, blz.10, 11. Uitgave: Vrije Universiteit Amsterdam, tweede druk.
2 J. P. Lettinga, 'Grammatica van het Bijbels Hebreeuws', 10e herziene editie, Brill, Leiden, 1996, blz.3.

Het Hebreeuwse alfabet telt 22 letters, van 'alef' (a) tot 'taw' (t). Enkele zijn zogenaamde 'dubbel-letters', die zacht én hard kunnen klinken. Bijvoorbeeld de 'beth', de tweede letter, die zowel 'b' als 'w' kan zijn. Men leze 'Awraham' in plaats van 'Abraham'.
Bij deze 22 letters horen niet de klinkers. In ons alfabet staan de a, e, i, o en u, gewoon tussen de andere letters, de medeklinkers, in, maar in het Hebreeuwse alfabet komen geen klinkers voor. Klinkers hebben geen gestalte, worden niet geschreven. Wel is later, voor het gemak van de ongeoefende lezer, gebruik gemaakt van klanktekens, voornamelijk bestaande uit punten op een bepaalde hoogte en in een bepaalde volgorde.
Het ontbreken van klinkers schept een enorme speelruimte. Een wisseling van klinkers geeft woorden meteen een geheel andere betekenis. Bijvoorbeeld de kern 'dbr' (rbd) kan betekenen 'dabar' of 'dawar' dat is 'woord-daad'. Als we de 'a' vervangen door de 'e' krijgen we het woord 'dewer' en dat betekent 'pest'. Verkeerde, leugenachtige woorden werken als de pest.
Een ander voorbeeld: Amos 9:12 spreekt over 'de rest van Edom', terwijl in Handelingen 15:17, waar deze tekst wordt aangehaald, spreekt van 'het overige deel der mensen'. De Griekse vertalers dachten aan mensen (adam), maar de profeet dacht aan Edom, de vijand van Israël.

Het Hebreeuws heeft geen aparte tekens voor getallen, zoals wij dat in het Nederlands hebben. De Hebreeuwse letters hebben een specifiek eigen getal. De 'alef' is 1, de 'beth' heeft als getal 2, de 'gimmel' 3, enz. Alle letters zijn getallen en alle woorden zijn cijfers. Getal en taal zijn één! Tellen en schrijven is in het Hebreeuws hetzelfde werkwoord 'safar'. Ook in onze taal is het verband tussen taal en getal bewaard gebleven in 'vertellen' en 'tellen'. Ons woord 'cijfer' is nog steeds te herkennen in de Hebreeuwse woorden 'safar' (tellen) en 'sefer' (boek).

Het Hebreeuwse alfabet

Bijbels Hebreeuws als openbaringstaal
De hierboven genoemde bijzonderheden maakt de Hebreeuwse taal typisch geschikt voor de verrassende, veelzijdige openbaring van de God van Israël en voor Zijn gezaghebbende woorden, 'die van de andere kant komen', want 'Hebreeuws' betekent letterlijk 'van de andere kant komen'.

Dat het Hebreeuws 'anders' is, zou ook te zien zijn aan een andere schrijfwijze. De letters worden geschreven langs een onzichtbare bovenlijn en van rechts naar links. 'Rechts' is het symbool voor gezag, voor een van de andere kant komende autoriteit of openbaring.
De vraag is: Heeft God gebruik gemaakt van reeds bestaande menselijke taal, van codes die toevallig, door onderlinge afspraken of gemeenschappelijke ervaring zijn ontstaan, óf is met de schepping de taal van God meegekomen, toen Hij zei: 'Er zij licht' (Genesis 1:3). Was deze taal er dus vóór de mens geschapen werd?

Het Bijbels Hebreeuwse kan ook gezien worden als het huis van God in deze wereld, met, net als de tempel, een voorhof, een heilige en een heilige der heiligen, waar Hij Zélf woont.
De 'voorhof' is de zichtbare buitenkant, de gestalte van de letter, geschreven of gedrukt. Het 'heiligdom' is de meer toegedekte binnenkant, de hoorbare klank. Het 'heilige der heiligen' is het verborgen binnenste van de letter, de betekenis die verborgen is in zowel in een naam als in het getal van de letters.
In iedere taal is een hoeveelheid algemene kennis en ervaring bewaard gebleven. Niet alleen in spreuken en gezegdes, maar ook in de woorden zelf. De toegangswegen tot de woorden en de daarin verborgen schatten zijn voor ons veelal verloren gegaan. In het Bijbels Hebreeuws is er zowel via de betekenis van de letters als via de getalswaarde soms een toegangsweg te vinden.

Kennismaking met de getallensymboliek achter de woorden
Als het Bijbels Hebreeuws een openbaringstaal is of sterker nog: als het Gods eerste scheppingsdaad is, de 'gietvorm' voor zijn Woord, dan zit in het Bijbels Hebreeuws een ongekende hoeveelheid 'van de andere kant komende' vóórkennis. Het is Friedrich Weinreb geweest die in zijn boeken 'De Bijbel als schepping' en 'Die Symbolik der Bibelsprache' wijst op de toegangswegen tot de betekenis van de Schrift via de getallensymboliek. De naam van Weinreb is onverbrekelijk verbonden met de Kabbalah, een stroming in de Joodse mystiek die voor een deel met getallen werkt.

De getallensymboliek komt niet in de plaats van de letterlijke tekst, zij kan daaraan echter wel een onverwachte steun en bevestiging geven die ons inzicht in het Woord van God alleen maar kan verdiepen en ons zo nog dichter brengen bij de Eeuwige, de Schepper van het Bijbels Hebreeuws.

Voorzichtigheid is ook hier geboden. Met iets nieuws kan men gemakkelijk 'op hol slaan' omdat men er op een bijzondere manier door getroffen wordt. Daarom dienen we altijd de woorden van Paulus in onze gedachten te houden: 'Toetst alle dingen en behoud het goede' (1Thessalonicenzen 5:19). De uitkomsten of bevindingen van de getallensymboliek dienen altijd getoetst te worden door de letterlijke tekst en door andere schriftplaatsen, volgens het principe: 'Schrift met Schrift vergelijken'.

Jan van de Westelaken

Het Hebreeuwse alfabet (terug naar de tekst)

Letter Naam Uitspraak Eindletter **

Getals-

waarde

a alef geen *   1
b beet of weet b of w   2
g giemel g van 'good'   3
d dalet d   4
h hee h   5
w waw w   6
z zaijn z   7
x chet ch   8
j teet t (zacht)   9
y joed j   10
k kaf of chaf k of ch K chaf sofiet 20
l lamed l   30
m meem m M meem sofiet 40
n noen n N noen sofiet 50
o samech s   60
e ajin geen *   70
p pè of fè p of f P pè sofiet 80
u tsadi ts U tsadi sofiet 90
q koef k   100
r reesj r   200
S V sjien of sien sj of s   300
t taw t (hard)   400

* De letters a en e zijn zelfstandige letters die als zodanig niet worden uitgesproken. Zo is de a geen klinker 'a'. De uitspraak van de letter hangt af van de klinker waarmee zij verbonden is.

** Zoals blijkt uit het overzicht worden sommige letters aan het einde van een woord anders geschreven. Voorbeeld: Ura (arets of erets), aarde.

terug naar de tekst

terug naar de top