Woordstudie: parousia (parousia)
terug naar Griekse geschriften
Laatst gewijzigd: 11.08.02
De parousia van Jezus Christus
Toen Hij op de Olijfberg gezeten was, kwamen zijn discipelen alleen tot Hem en zeiden: Zeg ons wanneer zal dat geschieden, en wat is het teken van uw komst (parousia) en van de voleinding der wereld? (Mattheüs 24:3)
Bij het bestuderen van de dingen die
de toekomst betreffen is er geen woord dat groter en belangrijker is dan het
woord parousia. Dit is een Grieks woord dat in het Nederlands gebruikt
wordt zonder enige verandering in spelling. Het kan in de meeste woordenboeken
gevonden worden, ook al is de definitie niet altijd even correct. Het is een
woord dat tot de normale woordenschat van iedere Bijbelonderzoeker zou moeten
behoren. Er is geen Nederlands woord dat nauwkeurig het Griekse woord parousia
tot uitdrukking kan brengen. Het moet in Nederlandse letters weergegeven worden
en de grootste inspanning zou geleverd moeten worden om de betekenis ervan in
onze gedachten vast te leggen, zoals dit in het Nieuwe Testament wordt gebruikt.
Dit woord wordt 24 maal in het Griekse Nieuwe Testament gevonden en wordt in
verschillende samenhangen gebruikt, zodat het voor ons mogelijk is op grond
van het gebruik dat er van gemaakt wordt, te ontdekken wat de juiste betekenis
is; want dat is de enige manier waarop een woord in welke taal dan ook ooit
kan worden gedefinieerd.
In de N.B.G.-vertaling is het 20 maal vertaald door 'komst'; verder met 'verschijning',
'tegenwoordigheid' en 'aanwezigheid'. Op geen enkele plaats in het Nieuwe Testament
betekent het 'komst' of 'komen'. Het was een ongehoorde fout het zo te vertalen.
Het valt te betwijfelen of de betekenis 'komst' ooit in een woordenboek gegeven
zou zijn, als de vertalers van de Statenvertaling het niet eigenmachtig zo vertaald
hadden om het niet in strijd te laten zijn met hun belijdenissen. De vertalers
van de Statenvertaling waren mannen die geduchte voorstanders waren van de theologie
die uit de Reformatie voortkwam en vooral van de latere gedachten die door Johannes
Calvijn ontwikkeld werden. Hij was iemand die zorgvuldig vermeed ook maar iets
te maken te hebben met de eschatologische problemen van de Schrift. Een heel
eenvoudige leer van de toekomstige gebeurtenissen werd uitgewerkt, die nauwelijks
meer was dan een verfijning van de leer van de Rooms Katholieke Kerk Volgens
deze zou er komen wat genoemd werd de 'dag des oordeels' en deze werd gelijkgesteld
met de tweede komst van Christus. Op deze dag des oordeels zou de hele mensheid,
levenden en doden, voor God gedaagd worden om geoordeeld te worden. Er zou een
grote scheiding gemaakt worden, waarbij alle rechtvaardigen voor eeuwig een
plaats in de hemel zouden krijgen, terwijl alle bozen gedoemd waren voor eeuwig
te leven in een plaats van pijniging die de hel genoemd werd. De aarde zou vernietigd
worden door vuur, een gebeurtenis die ondersteund werd door 'sunteleia tou
aioonos' ten onrechte te vertalen als 'het einde van de wereld' (Mattheüs
13:39). Met het oog op dergelijke geloofsopvattingen was er in het denken geen
ruimte voor een toekomstige tijd dat de Here Jezus Christus persoonlijk op de
aarde aanwezig zou zijn. Zij werkten de parousia dus weg door het met
'komst' te vertalen en er een komend algemeen oordeel van te maken.
We komen niets dichter bij de waarheid
door te wijzen op 1Korinthe 16:17 (zoals velen doen) ten bewijze dat parousia
'komst' zou betekenen. Paulus zegt dat hij blij was over de parousia
van Stephanus en Fortunatus. Het feit dat het woord 'komst' hier heel goed schijnt
te passen, is nog geen bewijs dat dit het ook betekent. Het woord gezondheid
of welvaart zou hier ook goed passen, maar parousia betekent noch
gezondheid noch welvaart en betekent evenmin komst.
Stephanus en Fortunatus vormden een afvaardiging van de gemeente te Korinthe
voor de apostel Paulus. Zij waren daar op grond van wie zij waren en vanwege
de hulp die ze Paulus konden geven. Anders gezegd: ze waren daar 'officieel'
en in 'functie' aanwezig. Paulus was blij over hun persoonlijke aanwezigheid,
een aanwezigheid die hij verheft en eer geeft door die een parousia te
noemen. Het belang van deze toeschrijving zal gezien worden als we de feitelijke,
technische betekenis van dit woord leren kennen.
Het woord parousia betekent niet 'aankomst', zoals duidelijk uit 2Korinthe 10:10 blijkt. De zwakte van Paulus' 'persoonlijke aanwezigheid' was niet beperkt tot zijn aankomst. Deze bleef zo gedurende zijn gehele parousia in Korinthe. Het woord betekent niet 'aanwezigheid', noch 'persoonlijke verschijning', al bevat het deze twee ideeën wel. Het betekent méér dan 'aanwezigheid' en méér dan 'persoonlijke aanwezigheid' en het zo te vertalen is de kracht ervan afzwakken. Het is eigenlijk een heel eenvoudig woord en zou de vertaler geen enkel probleem hoeven op te leveren, zo lang hij zich boven de verwarring kan plaatsen die er aan gegeven is toen het de betekenis van 'komst' kreeg. Het is samengesteld uit het woord para, wat 'naast' betekent en een vorm van het werkwoord 'zijn', ousia, wat 'zijnde' betekent. De samenstelling parousia betekent: 'naast', 'met', 'aanwezig zijn'. Maar als al de plaatsen waar dit woord in het Nieuwe Testament, in het klassieke Grieks, in de LXX en in de papyrusmanuscripten voorkomt, worden onderzocht, zal het blijken dat het méér betekent dan aanwezigheid en zelfs méér dan persoonlijke aanwezigheid. Het wordt gebruikt voor een bepaald soort persoonlijke aanwezigheid en alleen een dergelijke aanwezigheid kan terecht een parousia genoemd worden.
Het Griekse woord parousia betekent een
persoonlijke aanwezigheid wanneer iemand aanwezig is op grond van
wie hij is en wat hij doet, met andere woorden: wanneer hij 'in functie'
is. Zo hoeft een persoonlijke aanwezigheid geen parousia te zijn als iemand
wel aanwezig is, maar niet met betrekking tot zijn positie of ambt of de dienst
die hij verricht. Het woord voor 'persoonlijke aanwezigheid' is in het Nieuwe
Testament pareimi, niet parousia, een feit dat gemakkelijke gecontroleerd
kan worden door de vele malen dat het voorkomt. Al die plaatsen laten zien dat
pareimi altijd een persoonlijke aanwezigheid betekent als het van mensen
wordt gezegd en een feitelijke aanwezigheid als het van dingen wordt gezegd.
Op het eerste gezicht zal het misschien lijken alsof deze twee woorden alleen
maar verschillende vormen van hetzelfde woord zijn, maar het gebruik heeft uitgemaakt
dat het twee woorden zijn met verschillende betekenis. We moeten parousia
niet krachteloos maken door er dezelfde betekenis aan te geven als aan pareimi.
Het verschil tussen deze twee is van het grootste belang en daarom volgen hier
een paar illustraties van deze twee woorden.
Als we naar een rechtszaal zouden gaan om een rechtszitting bij te wonen, zou
onze aanwezigheid daar zeer beslist een persoonlijke zijn en door het Griekse
woord pareimi omschreven kunnen worden, maar niet door parousia.
Ik ben daar niet om wat ik ben, vanwege een of andere betrekking die ik bekleed
of een dienst die ik zou verlenen. Maar de rechter, de officier van justitie,
de advocaten en de getuigen zijn daar om wat zij zijn en vanwege de dienst die
zij om reden daarvan zullen verlenen. Daarom kan hun persoonlijke aanwezigheid
daar dan ook een parousia genoemd worden.
Een leraar in een klas voor Nieuwtestamentisch Grieks begint met de presentielijst op te lezen en elke leerling op zijn beurt antwoordt: 'Pareimi' (aanwezig), een woord dat ze in de vorige les geleerd hebben. De leraar zegt dan: 'Nu uw persoonlijke aanwezigheid, uw pareimi is vastgesteld, vertrouw ik er op dat uw pareimi ook direct een parousia zal worden, dat u hier bent omdat u leerling bent en hier bent om te leren'.
De definitie van een woord kan alleen
vastgesteld worden door een onderzoek van het gebruik. Wanneer we de definitie
van woorden in het Nieuwe Testament willen weten, zijn we in de eerste plaats
geïnteresseerd in het gebruik dat de Heilige Geest ervan maakt. Toch zullen
we aandacht moeten schenken aan het gebruik buiten de Bijbel.
Belangwekkend is een citaat uit Sophocles, waar iemand zegt: 'Dat wij geen vrienden aanwezig hebben (parousia) om ons te helpen'. Deze man verlangde naar de aanwezigheid van vrienden die daar zouden zijn omdat zij vrienden waren en die zouden kunnen doen wat een vriend onder zulke omstandigheden zou doen. Adolf Deissmann citeert veel van dergelijke gevallen en merkt daarbij op: 'Vanaf de Ptolemeïsche periode tot in de tweede eeuw A.D. (ongeveer 500 jaar lang) komen we dit woord in het Oosten tegen als een technische uitdrukking voor de komst of het bezoek van de koning of de keizer' 1). Alle voorbeelden die Deissmann noemt, spreken van een officieel bezoek en niet alleen maar van een komen. Bij de gelegenheid van dergelijke bezoeken werden speciale 'parousiamunten' geslagen en 'parousiabelastingen' geheven. Men zal telkens weer zien dat deze bezoeken als parousia's beschreven werden omdat de vorst aanwezig was in ambt en functie als vorst en daar was om de plichten uit te voeren die bij zijn hoge, officiële positie behoorden.
1) . A.Deissmann, Light from the Ancient East, bladzijde 368-373.
De voorbeelden uit de papyri zijn hoogst
boeiend. In één daarvan zegt een man: 'De reparatie van wat door
de rivier verzwolgen is, vereist mijn parousia'. De eigenaar moest erbij
zijn om wat hij was en om aanwijzingen te geven voor de werkzaamheden.
Een ander geval prikkelt onze nieuwsgierigheid omdat we wel eens zouden willen
weten wat de oorzaak ervan was. Een vrouw verklaart dat haar man in de parousia
van de opzieners (episkopoon) en zijn eigen broers gezworen heeft: 'Voortaan
zal ik niet meer al mijn sleutels voor haar verstoppen' 2).
Men kan alleen maar veronderstellen dat er ernstige moeilijkheden waren tussen
deze man en zijn vrouw en dat de opzieners en zijn broers er bij gehaald waren
om in deze aangelegenheid te bemiddelen. Zij waren daar vanwege hun positie
en verwantschap om de diensten die zij moesten verrichten.
2) Moulton en Milligan, Vocabulary of the Greek New Testament, bladzijde 497.
In de van te voren beschreven geschiedenis
(profetie) van diensten die Jezus Christus nog zal verrichten ten bate van de
mensheid, zal de meest belangrijke dienst verricht worden tijdens zijn parousia.
Hij zal gedurende duizend jaar persoonlijk op deze aarde aanwezig zijn vanwege
de diensten die verricht zullen worden met het oog op iedere heerlijkheid die
Hem gegeven is. Het goede dat hieruit zal voortkomen, gaat ons begrip te boven
en wij zijn niet in staat dit te beschrijven. Voor het ogenblik is het voldoende
te zeggen dat deze duizendjarige klas in Gods levensschool, wanneer de hoofdonderwijzer
persoonlijk aanwezig is, een volk zal voortbrengen dat God zo volledig zal kennen
als Hij door de mens gekend kan worden. Aangezien Jezus nu niet op aarde is,
zal een komst vereist zijn, zodat Hij in persoon aanwezig zal kunnen zijn. Zijn
wederkomst zal Zijn parousia tot gevolg hebben.
De parousia van Jezus Christus
In Mattheüs 24:3 wordt
deze grote gebeurtenis voor het eerst genoemd. De twaalf discipelen kwamen naar
Jezus, toen Hij alleen op de Olijfberg was en stelden Hem de vraag: 'Wat is
het teken van Uw parousia en van de voleinding van de eeuw?'. Nu menen velen
dat het hier gaat om de voleinding van de tegenwoordige boze aioon. Maar is
dat wel juist? Het woord 'voleinding' (sunteleia) betekent 'een bijeenkomen
van alles wat noodzakelijk is om een verlangd doel tot stand te brengen'. Het
woord hier is niet telos, feitelijk eind of doel, maar sunteleia,
het afmaken waardoor een verlangd resultaat tot stand komt.
Het zal ons helpen de betekenis van sunteleia goed te doorgronden als
we bedenken dat de voleinding van een zwangerschap de geboorte van een levend
en gezond kind is. Zou de zwangerschap om een of andere reden voortijdig afgebroken
worden of zou het kind dood ter wereld komen, dan zou dat wel het einde van
de zwangerschap zijn, maar niet de voleinding ervan. Het doel zou niet bereikt
zijn.
De eerste maal dat dit woord sunteleia in de LXX, de Griekse vertaling van de Hebreeuwse geschriften, gebruikt wordt, is in Exodus 23:16. Na het feest der eerstelingen komt 'het feest der inzameling aan het einde des jaars wanneer gij uw vruchten (letterlijk: 'werken') van de akker ingezameld hebt'. Dit komt overeen met het gebruik van sunteleia in het evangelie van Mattheüs. In de uitleg van de gelijkenis van het Koninkrijk der hemelen in Mattheüs 13:24-30 lezen we in 13:39: 'De oogst is de voleinding der eeuw' (niet: wereld). Het evangelie eindigt ook met deze uitdrukking: 'En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der eeuw' (Mattheüs 28:20). Het is de afsluiting, de inzameling van al het werk dat gedaan is in het Koninkrijk der hemelen.
In Mattheüs 24 is er géén sprake van de komst of wederkomst van Christus. Hoe zou dat immers mogelijk zijn, terwijl Hij bij de discipelen aanwezig was? Hun vraag betreft het teken (enkelvoud) van Zijn parousia, die het vervolg is op de voleinding van de aioon. Dit is de aioon van het Koninkrijk der hemelen. Alle Goddelijke werkzaamheden van het Koninkrijk der hemelen vinden hun voleinding in de parousia.
In antwoord op hun vraag begint de Heer
met een waarschuwing: 'Ziet toe, dat niemand u verleide!' (24:4). Deze aansporing
werd gegeven met het oog op de grote strijd die aan de verwezenlijking van de
parousia vooraf zal gaan.
De Here zegt tegen Zijn discipelen dat 'er velen zullen komen onder Zijn Naam
en zullen zeggen: 'Ik ben de Christus' en veel mensen zullen door hen verleid
worden. Maar niet één van hen zal in staat zijn 'het teken van
de Zoon des mensen in de hemel' te doen verschijnen (24:30), een teken dat niemand
kent en ook niet zal kennen totdat het verschijnt. Wanneer het verschijnt, zullen
de wijzen en het herkennen en weten dat de Here Jezus Zijn plaats in de hemel
verlaten heeft en naar de aarde op weg is voor een parousia die 1000 jaren zal
duren.
Jezus vertelde hen ook dat er oorlogen zouden zijn en geruchten van oorlogen,
dat volken zouden opstaan tegen volken en regeringen tegen regeringen en dat
er hongersnoden en aardbevingen zouden zijn. Maar dat zouden nog maar 'het begin
der weeën' zijn, een uitspraak die nauwelijks betekenis heeft als er niet
gedurende lange tijd een afwezigheid van zulke rampen was geweest. Al deze dingen
zijn gebeurd en hebben sinds de komst van de zonde op aarde een grote rol gespeeld.
Ze gebeurden toen de Heer deze woorden sprak en zijn sindsdien aan de orde van
de dag geweest. Zo kan men er toe komen zich af te vragen hoe het mogelijk is
dat dit tekenen zijn van de nadering van Zijn parousia. Het antwoord is dat
ze dat niet kunnen zijn en dat het dus uitermate onlogisch is als de mensen
roepen 'tekenen der tijden' elke keer als er oorlog, hongersnood of aardbevingen
zijn.
Opnieuw worden de discipelen gewaarschuwd geen aandacht te schenken aan verklaringen
dat Hij naar de aarde teruggekeerd is en in de woestijn of ergens op een verborgen
plaats in de stad is. 'Want gelijk de bliksem komt van het Oosten en licht tot
het Westen, zo zal de parousia van de Zoon des mensen zijn' (Mattheüs 24:27).
Hieruit weten we dat Zijn parousia plotseling, met groot vertoon en voor allen
zichtbaar zal zijn. Een verborgen komst of een verborgen persoonlijke aanwezigheid
van Jezus Christus is vreemd aan het Woord van God.
N.N.