Bijbel en Theologie deel 1

terug naar Theologie

Laatst gewijzigd: 04.11.2001

Inhoud:

Inleiding
Wat is fundamentalisme?
Het gezag van de Bijbel
Waarschuwing

Inleiding
In de christelijke wereld staat de Bijbel wederom centraal. Niet alleen vanwege het feit dat er aan een nieuwe Nederlandse vertaling wordt gewerkt door het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Sint-Willibrord stichting, maar ook vanwege de nieuwe boeken over de Bijbel die met de regelmaat van de klok verschijnen. Denkt u maar aan de serie van ds. van der Linden, Het verhaal gaat, het boek van dr. Bert Loonstra, De Bijbel recht doen, als een vervolg en aanvulling op zijn boek De geloofwaardigheid van de Bijbel en het voornemen van het blad CV.KOERS, opinieblad voor de christen vandaag, een discussie te beginnen met betrekking tot het schriftgezag. In het oktobernummer van dit blad is de discussie geopend.
Vele christenen zullen het volstrekt niet nodig vinden dat de Bijbel opnieuw, voor de zoveelste keer, aan de orde wordt gesteld. Toch leert de praktijk dat het gewoon noodzaak is ons keer op keer af te vragen wat de Bijbel is en wat we ermee doen. Onze christelijke wereld wordt geconfronteerd met een steeds dieper wordende kloof tussen de bijbelwetenschap en de traditionele bijbelopvatting van de gewone man. In deze situatie zien bijbelkwakzalvers hun kans schoon en brengen vele oprechte, maar niet met zoveel kennis een inzicht begiftigde christenen in (geestelijke) slavernij, die maar al te vaak uitloopt op een geweldige geloofscrisis.*

* Zie bijvoorbeeld Bram Krol, Als het zoete bitter wordt, Gideon, Hoornaar, 1998.
Daarnaast wordt een nog veel gevaarlijker ontwikkeling gezien door C.J. Labuschagne:
Deze kwalijke gang van zaken wordt in onze tijd nog verergerd door het feit dat een aan de wetenschap vijandig fundamentalisme zich op vele fronten krachtdadig doet gelden en zich opwerpt als beschermer en verdediger van het Ware Geloof. Meer dan welke geestelijke stroming ook, drijft juist het fundamentalisme een onzalige wig tussen geloof en wetenschap, hetgeen nog meer mensen in verwarring brengt en denkende mensen van het geloof vervreemdt.*

* C.J. Labuschagne, Gods oude plakboek, Boekencentrum, Den Haag, 1978, bladzijde 23.
Labuschagne schreef deze woorden meer dan twintig jaar geleden. Of het fundamentalisme in die tijd is toegenomen, is mij niet bekend. Het heeft evenwel veel meer bekendheid gekregen dan twintig jaar geleden. Dat wordt vooral veroorzaakt door de gretigheid waarmee fundamentalisten pagina's op het Internet vullen, waarin zij hun denkbeelden naar voren brengen. Een ruwe schatting doet vermoeden dat zo'n 80 tot 90 % van de godsdienstige 'websites' fundamentalistisch van aard zijn.
terug naar de Inhoud

Wat is fundamentalisme?
Wat bedoelen we nu met 'fundamentalisme' in de christelijke wereld? Oorspronkelijk was het fundamentalisme een beweging, die zich verzette tegen de vrijzinnige theologie aan het einde van de 19e eeuw. De fundamentalisten geloofden niet alleen in de letterlijke, c.q. woordelijke inspiratie en de onfeilbaarheid van de Bijbel, maar ook in een aantal leerstellingen, die omstreeks 1909 gepubliceerd werden onder de titel De Fundamenten. Vandaar de term fundamentalisme. In latere tijd werd de term typerend voor een overtrokken, defensieve houding, anti-theologisch, anti-intellectueel en anti-cultureel (Bron: Handboek van de geschiedenis van het Christendom, Voorhoeve, Den Haag).
Onder de druk van de vrijzinnige theologie poogde het fundamentalisme op grond van archeologische gegevens aannemelijk te maken dat alle Bijbelse gegevens kloppen. Een voorbeeld daarvan is het boek van Werner Keller, De Bijbel heeft toch gelijk, maar dit boek blijft vrij algemeen, zonder zich in de details van de tekst te verdiepen. Innerlijke tegenspraak in de Bijbel wordt zoveel mogelijk recht gestreken, zoals heel duidelijk naar voren komt in het boek van Gleason L. Archer, Encyclopedia of Bible Difficulties.
Deze handelswijzen zijn een gevolg van het idee dat de Bijbel door God Zelf gedicteerd is en dus geen fouten of vergissingen kan bevatten, want God is volmaakt en kan geen fouten maken of vergissingen begaan.
Bij een dergelijke Bijbelopvatting past een duidelijk omschreven inspiratieleer, als achtergrond van het gezag dat door het fundamentalisme aan de Bijbel wordt toegekend. Maar volgens dr. J. Verburg is over de inhoud van de inspiratie in de oudchristelijke Kerk aanvankelijk weinig nagedacht, 2Timotheüs 3:16 laat zich op verschillende wijze interpreteren.*

* Dr. J. Verburg, Canon of Credo, een kritisch onderzoek naar de Bijbel op grond van zijn ontstaansgeschiedenis, Kok, Kampen, 1983, bladzijde 121 en 122.
Het gezag van de Bijbel wordt in deze tijd dan ook nergens officieel omschreven en pas in de Calvinistische belijdenisgeschriften wordt meer aandacht aan de inspiratie van de Bijbel besteed, met als uitkomst dat de bijbelschrijvers zonder enige inbreng van hun kant, door de Heilige Geest als werktuigen werden gebruikt om de Bijbelboeken te schrijven.
Daarmee wordt niet alleen de Bijbel als geheel aan God toegeschreven, maar worden ook alle woorden van de Bijbel als goddelijk beschouwd. Men gaat daarbij zover dat men aan de woorden van de Hebreeuwse en Griekse grondtekst denkt en stelt, dat zelfs de letters en de leestekens door God ingegeven zijn. Zo is een zeer simplistische voorstelling omtrent het ontstaan van de Bijbel de christelijke traditie ingegaan, die tot op vandaag nog steeds doorwerkt en veel aanhangers telt. De bijbelwetenschap heeft allang aangetoond dat het ontstaan van de Bijbel een zeer aards, ingewikkeld en langdurig groeiproces is geweest, waaraan vele 'auteurs', schrijvers, overschrijvers, bewerkers, samenstellers, en anderen hebben meegewerkt. Wij hoeven daarbij niet zover te gaan te denken dat daarmee elke goddelijke invloed afwezig was, zoals enkele stromingen in de theologie ons willen doen geloven. Dr. J. Verburg waarschuwt ons in zijn boek ook voor een ander gevaar van het fundamentalisme: de pseudo-exegese.*

* Dr. J. Verburg, Canon of Credo, een kritisch onderzoek naar de Bijbel op grond van zijn ontstaansgeschiedenis, Kok, Kampen, 1983, bladzijde 124 en 125.
Het gaat daarbij om een exegese, die van de fundamentalistische Schriftbeschouwing uitgaat en in de benadering van de tekst een wetenschappelijke indruk maakt. Deze pseudo-exegese is rijk aan zekerheid en wordt met een zekere willekeur gehanteerd. Zij heeft niet zozeer ten doel de tekst te onderzoeken als wel de oneffenheden glad te strijken, een opzet die aan het gebruik van de allegorese herinnert.*
* Prof. dr. H. Berkhof noemt het fundamentalisme een benadering 'dat bijbelteksten combineert en harmoniseert, en het resultaat als rechtstreekse informatie aanbiedt', Christelijk Geloof, 7e druk, Callenbach b.v., Nijkerk, 1993, blz. 512.
Daarvoor kon men zich dankbaar, zij het ten onrechte, beroepen op het Calvinistisch exegetische principe, dat Schrift met Schrift verklaard moet worden. Pseudo-exegese en allegorese kunnen zo hand in hand gaan. Op deze wijze wordt de deur tot de 'vrijheid' van exegetiseren ruim opengezet. En dan is het nog maar een kleine stap om allerlei teksten naar believen uit te leggen teneinde daaraan meer (ongevraagde) diepgang te verlenen of deze als steun voor eigen theologisch standpunt te laten fungeren.
In zo'n klimaat kunnen sekten en andere extreme groeperingen ontstaan en we zien in de christelijke wereld dan ook een wildgroei van allerlei groepen, die zich alle op fundamentalistische wijze op de Bijbel beroepen. En zo blijft de vraag naar de betekenis en de functie van de Bijbel klemmen.

terug naar de Inhoud

Het gezag van de Bijbel *
* Bij het schrijven van dit gedeelte heb ik Het handboek voor het christelijk geloof, Voorhoeve, Den Haag, 1985, blz.176-190, geraadpleegd.
De Bijbel is een bijzonder boek, omdat God daarin het initiatief nam Zichzelf aan de mens te openbaren en ervoor te zorgen dat daarvan een betrouwbaar verslag tot stand kwam. Het gezag van de Bijbel is niet het gezag van voortreffelijke mensen, maar van God. Hij werkte zodanig in op het denken van de werkers aan de Bijbel, dat hun boodschap tegelijk de boodschap van God is. Of zoals iemand schreef: 'Mensen hebben, door de heilige Geest gedreven, van Godswege gesproken' (2Petrus 1:21).
Dit initiatief en deze leiding van God maken de geschriften van de Bijbel tot iets unieks. Enerzijds hebben deze geschriften het karakter van ieder ander menselijk geschrift en als zodanig kan men ze bestuderen. Wij kunnen de karakteristieke kenmerken van de schrijvers en samenstellers nagaan en de accenten leggen, die zij leggen. Wij kunnen onderzoeken hoe en wanneer de bijbelboeken werden geschreven en hen bestuderen zoals we andere oudere boeken bestuderen. Anderzijds vraagt de Bijbel een geheel eigen benadering omdat zijn gezag van God afkomstig is. De Bijbel is dus een verzameling van geschriften, die zowel goddelijk als menselijk zijn. Wat erin wordt gezegd is nooit alleen goddelijk of alleen menselijk, maar altijd beide. Veel van de moeilijkheden die zich voordoen wanneer mensen proberen de Bijbel te begrijpen, vloeien voort uit die combinatie.
Modern wetenschappelijk onderzoek heeft gewezen op de menselijke kant van de Bijbel en aan de andere kant hebben zij, die het goddelijke aspect verdedigen, vaak niet goed begrepen wat hier allemaal aan vastzat. Op ontoelaatbare manier gebruiken zij de Bijbel soms om het onderzoek van de Bijbel vanuit menselijk gezichtspunt al bij voorbaat te veroordelen.
De Bijbel is een dik boek dat is samengesteld uit vele kleinere geschriften. Op deze wijze combineert het eenheid met verscheidenheid. Zijn eenheid vloeit voort uit zijn goddelijke oorsprong. Er loopt een, helaas nog niet voor iedereen, duidelijke lijn doorheen, van schepping, zondeval en verlossing. De Hoofdpersonen in dit alles zijn God en Jezus Christus.
Erkenning van de grote eenheid van de Bijbel, mag niet leiden tot het ontkennen van de rijke verscheidenheid van de bijbelse geschriften afzonderlijk. Veel problemen bij het bestuderen van de Bijbel komen ook voort uit de onderwaardering van deze rijke verscheidenheid.
Als wij geloven dat God het optekenen van Zijn openbaring leidde, dan mogen we aannemen dat zulke verslagen betrouwbaar zijn. Maar strekt deze betrouwbaarheid zich noodzakelijk uit tot ieder detail? Het is van belang hier de verhoudingen niet uit het oog te verliezen. Er zijn christenen, en dat zijn er nogal wat, die menen dat zelfs één onnauwkeurigheid in de Bijbel meteen tot gevolg heeft, dat dan de gehele Bijbel niet te vertrouwen is. Maar dat is (gelukkig!) onjuist. De waarheid van de Bijbel is krachtig en niet kwetsbaar als een ballon, die met één prikje als een vod op de grond valt.
Omdat de Bijbel Gods waarheid bevat, is het van het grootste belang hem correct te verstaan. De geschiedenis van sektarische bewegingen laat zien, dat men bijna alles met de Bijbel kan verdedigen. Het is dan ook noodzakelijk dat we op een juiste en toetsbare wijze de Bijbel bestuderen. De exegese of uitleg van de Bijbel is géén zaak van de enkeling, de individuele gelovige. Hij/zij maakt deel uit van de totale gemeenschap van christenen en de bijbelexegese is een taak, die binnen deze gemeenschap verricht wordt. Het doet er dan niet toe tot welke kerk of groep men behoort, de algemene bijbelexegese, zoals die bijvoorbeeld wordt onderwezen op theologische faculteiten is voor iedereen. Het is een erfenis van bijna 2000 jaar bijbelinterpretatie, die laat zien welke werkwijzen wetenschappelijk gezien toelaatbaar zijn en welke niet. Vergis u niet! De eisen die aan wetenschappelijk onderzoek worden gesteld zijn bijzonder zwaar. Dat geldt ook voor het wetenschappelijk bijbelonderzoek. Ik ben ervan overtuigd, dat de Heilige Geest óók werkzaam is op het terrein van het wetenschappelijk bijbelonderzoek en dat er vele oprechte, gelovige onderzoekers zijn, die uiterst nauwkeurig de betekenis en het belang van de geschriften van de Bijbel bestuderen en onderzoeken. De individuele christen mag van dit onderzoek gebruik maken en daarvan hulp verwachten bij het lezen en bestuderen van de Bijbel.

terug naar de Inhoud

Waarschuwing
Helaas is het niet zo dat elk product van het wetenschappelijk bijbelonderzoek aanvaardbaar is voor een christen. Ook niet in God gelovende onderzoekers houden zich bezig met bijbelonderzoek. Zij houden geen rekening met het goddelijke aspect van de Bijbel en zien deze slechts als een menselijk product. Deze eenzijdige benadering kan, maar dat is niet altijd het geval, leiden tot een volkomen andere uitkomst van een onderzoek. Het is daarom aan te bevelen bij het gebruik maken van wetenschappelijk bijbelonderzoek meerdere onderzoekers te raadplegen of bijbelstudies van diverse schrijvers over één en hetzelfde onderwerp te lezen.
Jan van de Westelaken

terug naar de top