De brieven van Paulus aan de Thessalonicenzen Deel 1 [ deel 2 | deel 3 | deel 4 | deel 5 ]
Laatst gewijzigd: 30.05.2001
Algemene inleiding
In het Nieuwe Testament zijn een veertiental brieven opgenomen, die door de
klassieke theologie aan Paulus worden toegeschreven. In kringen van het Dispensationalisme
(v1) worden deze brieven in twee groepen verdeeld en in een chronologische volgorde
geplaatst:
Vóór Handelingen 28:28 | Ná Handelingen 28:28 |
Galaten | Efeze |
1Thessalonicenzen | Kolossenzen |
2Thessalonicenzen | Filemon |
Hebreeën | Filippenzen |
1Korinthe | 1Timotheüs |
2Korinthe | Titus |
Romeinen | 2Timotheüs |
De verdeling in twee groepen van zeven is niet toevallig. Aan het getal
zeven wordt een religieuze betekenis van 'volledigheid', 'volmaaktheid' toegekend.
Omdat je dus twee groepen van zeven krijgt, moet de indeling wel juist zijn.
Dat de indeling van twee maal zeven kunstmatig is, wordt aangetoond door
de brieven zelf. Het staat helemaal niet vast dat Paulus al de aan hem toegeschreven
brieven heeft geschreven. De brief aan de Hebreeën bijvoorbeeld is niet
van zijn hand en dat is geen discussie van de laatste tijd, of een verzinsel
van de moderne theologie, maar dateert reeds vanaf het ontstaan van deze brief.
Ook in de klassieke theologie werd eraan getwijfeld of de brief aan de Hebreeën
wel van Paulus afkomstig is.
E.W. Bullinger (v2) verdeelt de brieven van Paulus in de brieven aan de gemeenten
en aan personen. De brief aan de Hebreeën neemt bij hem een bijzondere
plaats in. Er zijn echter nog een aantal andere indelingen mogelijk.
v1: Zie bijvoorbeeld 'Levend Water', mei 1995, blz.50 en Charles H.Welch, An
Alphabetical Analysis, blz.156/157.
v2: E.W.Bullinger, The Church Epistles, blz.9,vv. 262,vv. en 268,vv.
Andere brieven van Paulus
Paulus heeft nog andere brieven geschreven, die niet in de canon van het Nieuwe
Testament zijn opgenomen, maar wel worden genoemd. Dat zijn een brief aan de
christenen te Korinthe (1Korinthe 5:9) en een brief aan de Laodicenzen (Kolossenzen
4:16). (v3)
v3: De brief aan de Laodicenzen is opgenomen in de Apokriefen van het Nieuwe
Testament, deel II, blz.187, uitgave Kok, Kampen (1985).
De brieven aan de Thessalonicenzen
Inleiding
Thessalonika was in ongeveer 315 vóór Chr. gesticht door Cassander,
schoonzoon van Filippus van Macedonië. De stad ligt ten noorden van de
plaats Thermae, zo geheten naar de warme bronnen, die zich daar in de nabijheid
bevonden. Cassander gaf aan de door hem gestichte stad de naam van zijn vrouw
Thessalonika. De stad heet tegenwoordig Saloniki. Na 146 vóór
Chr. werd Thessalonika de hoofdstad van de Romeinse provincie Macedonië
en nam toe in bloei. Gelegen aan de zee en aan de grote Romeinse heirbaan, de
via Egnatia, was Thessalonika een handelsstad, met veel inwoners bestaande uit
Grieken, Macedoniërs, Romeinen en Joden.
Op zijn tweede reis kwam Paulus met Silas en Timotheüs, na een haastig
vertrek uit Filippi, te Thessalonika (Handelingen 17:19). Hier predikte hij
gedurende drie weken aan de Joden in hun synagoge. Enkele Joden bekeerden zich,
terwijl een veel groter getal van 'godvrezende Grieken' en vrouwen van de aanzienlijken
van de stad gelovig werden. Uit 1Thessalonicenzen 1:9; 2:14; 4:3 v.v. blijkt
dat de gemeente in meerderheid uit niet-Joodse christenen bestond.
Ook te Thessalonika waren het de Joden, die het Paulus moeilijk maakten en trachtten
de stedelijke overheid tegen Paulus en Silas op te zetten, zodat deze op dringend
verzoek van de gelovigen de stad verlieten en naar Berea vertrokken.
Het meest bekende thema in de beide brieven aan de Thessalonicenzen is de wederkomst
van Jezus Christus. We zullen daar een aparte les aan besteden.
1Thessalonicenzen
Sommigen menen dat deze brief de oudste brief is die we hebben, maar anderen
menen dat de brief aan de Galaten eerder geschreven is. Wanneer de brief geschreven
is, is discutabel. Gedacht kan worden tussen 49 en 52 ná Chr. En waarschijnlijk
vanuit Korinthe.
1:1: Paulus, Silvanus en Timoteüs aan de gemeente der Tessalonicenzen in God, de Vader, en de Here Jezus Christus: genade zij u en vrede!
Zowel Paulus als Silvanus en Timotheüs kunnen de schrijver van de brief
zijn (1:1). Opmerkelijk is het feit, dat Paulus zich in deze brief niet als
apostel aandient. Hij is met de gemeente vriendschappelijk verbonden. Hij onderscheidt
zich niet van haar door zijn apostelschap te vermelden. Hij is één
met haar. Hij wil geen formele autoriteit, waarop hij zich beroept en die hem
gezag verleent, laten gelden. Toch heeft hij gezag en het functioneert ook (4:l)!
De tweede persoon, die als afzender van de brief met name wordt genoemd, is
Silvanus. Naar alle waarschijnlijkheid is hij dezelfde als Silas, die in Handelingen
vaak genoemd wordt. Silas is zijn Griekse naam en in het Latijn is dat Silvanus.
Hij is de metgezel van Paulus op diens tweede zendingsreis (Handelingen 15:40).
Hij is bij Paulus in Filippi (Handelingen 16:19-40) en in Thessalonika (Handelingen
17:1-4). Hij heeft het ontstaan van de gemeente meegemaakt en is er bekend.
Samen met Paulus is hij gevlucht naar Berea (Handelingen 17:10). Toen Paulus
naar Athene vertrok, is hij in Berea achtergebleven (Handelingen 17:14). Vanuit
Athene geeft Paulus hem opdracht, zo spoedig mogelijk bij hem te komen (Handelingen
17:15). Als Paulus in Korinthe is gearriveerd, voegt Silas zich bij hem, waarbij
vermeld wordt, dat hij uit Macedonië kwam (Handelingen 18:5). Silas wordt
ook genoemd in 2Korinthe 1:19. Ook met Petrus schijnt hij contact gehad te hebben.
Hij wordt in 1Petrus 5:12 'een betrouwbare broeder' genoemd en als degene, 'door
wie Petrus geschreven heeft'.
De derde man, die als afzender wordt genoemd is Timotheüs. Hij wordt voor
het eerst genoemd in Handelingen 16:1 als de zoon van een Griekse vader en een
Joodse moeder. Hij is door Paulus als reisgenoot uitgekozen. Hij wordt echter
niet genoemd als medereiziger van Paulus en Silas op de tweede zendingsreis,
niet waar de overtocht naar Macedonië wordt beschreven en ook niet waar
over de stichting van de gemeenten in Filippi en Thessalonika wordt verteld.
Pas in Handelingen 17:14 duikt zijn naam op, samen met die van Silas. Zij blijven
in Berea achter als Paulus naar Athene vertrekt. Samen met Silas krijgt Timotheüs
de opdracht zich vanuit Athene zo spoedig mogelijk bij Paulus te voegen (Handelingen
17:15). Maar Samen met Silas komt hij pas in Korinthe bij Paulus (Handelingen
18:5).
Timotheüs speelt een grote rol in het contact tussen Paulus en de gemeente
in Thessalonika. Paulus deelt in 3:1-5 mee, dat hij het verlangen naar de gemeente
niet langer kon dragen en daarom besloot in Athene alleen achter te blijven.
Hij zendt Timotheüs naar Thessalonika om de gemeente te versterken en te
vermanen in verband met 'verdrukkingen'. Teruggekeerd brengt Timotheüs
Paulus goede berichten, waarop Paulus nu in zijn brief ingaat. Duidelijke aanwijzingen
dat hij bij de stichting van de gemeente aanwezig geweest zou zijn, zijn er
niet. Mogelijk is het echter wel, ofschoon hij maar drie weken in Thessalonika
is geweest en toen moest vluchten.
Het feit, dat drie afzenders van de brief worden genoemd, hoeft niet te betekenen,
dat zij alle drie een gelijk aandeel in het ontstaan van de brief hebben gehad.
De traditie ziet Paulus als de eigenlijke auteur. Het aandeel van Silas en Timotheüs
zal dan hierin bestaan hebben dat Paulus met hen de stof heeft doorgesproken
en dat zij er gezamenlijk achter staan en er de verantwoordelijkheid voor dragen.
(v4)
De brief is gericht aan de gemeente der Thessalonicenzen. Het woord 'gemeente'
werd in het profane Grieks oorspronkelijk gebruikt voor volksvergadering. Het
betekent in het Nieuwe Testament de door God uit de wereld uitgeroepen en zo
samengebrachte gemeenschap, het nieuwe volk van God in de wereld. Wat God met
Israël beoogde, bereikt Hij nu met de gemeente, die uit joden en heidenen
is samengesteld. De boodschap van het rijk brengt de vergadering van de gemeente
met zich mee. Overal in de wereld is de gemeente, ook in Thessalonika.
De term 'gemeente' heeft in het Nieuwe Testament twee polen: de plaatselijke
gemeente en de over de hele wereld verspreide gemeente, die echter geen optelsom
van alle plaatselijke gemeenten samen is. (v5)
De gemeente wordt hier 'gemeente der Thessalonicenzen' genoemd. Degene van wie
de gemeente is, is Jezus Christus. Zijn gemeente leeft ook in Thessalonika.
v4: A. C. Smith, Team and Group Ministry, London 1965, p. 21, wijst op de grote
betekenis van deze gemeenschappelijkheid ook voor het huidige pastoraat: 'Throughout
the whole of the Acts of the Apostles, one sees Peter and Paul as dominant figures
but never as lonely ones ... The picture of Acts is strengthened by some points
from the letters: Pauls early letters never seem to come from Paul alone. He
always seems to be surrounded with people, who are also 'ministers. With so
many 'teams' mentioned, there may have been many more. Surely this shows a norm
for missionary and pastoral activity in every age'.
v5: K. L. Schmidt, in: Th. W. III, p. 506 vlg., vgl. R. Bultmann, Theologie
des Neuen Testaments, Tübingen 1953, p. 93; H. Conzelmann, Grundriss der
Theologie des Neuen Testaments, München 1967, p. 280.
Vragen ten behoeve van zelfstudie
1. Er zijn verschillende indelingen van de brieven van Paulus gemaakt,
buiten de twee in deze les genoemde. Zoek eens een andere indeling op.
2. Wie zijn 'de Grieken, die God vereerden' en waarom sloeg de boodschap van
Paulus bij hen zo aan?
3. In welk jaar en in welke plaats kan 1Thessalonicenzen geschreven zijn?
4. Lees Handelingen 17 en beantwoord de volgende vragen:
a. Wat was de boodschap, die Paulus predikte?
b. Wat was het conflict met de Joden?
c. In 17:5 komt in de N.B.G-vertaling het woord 'volksvergadering' voor. Wat
betekent dit en wat was het voor een vergadering?
d. Wat zouden de Schriften in vers 11 kunnen zijn?
Over deze vragen kan met de schrijver worden gecorrespondeerd via e-mail: