Spiegel van de kerk Deel 4 - De Chemische Kerk 2005
De Chemische Kerk, een kerk die op haar beurt het spiegelbeeld van de wereld is. Een kerk om van weg te vluchten, de wildernis in. Kunt u de roep van de wildernis nog horen ?

Een kerk die zo parallel loopt aan wereldse praktijken, een kerk met kunststoffen in plaats van het kruid der wildernis. Hoe zou God daarover denken ? Het kruid komt met de doorn en de angel, terwijl de kerk een chemisch goedje voor de binnenstromende massa heeft. Velen zijn bang voor de wildernis, bang voor de lijdende God. Gods noodkreten en lijdenskreten zijn onverdragelijk, en ook de strijdkreten en wee-kreten van zijn engelen. Een kerk die oordoppen uitdeelt, een chemisch middeltje in strips uitdeelt, dat het bloed van Christus wordt genoemd, en de zalving van de Heilige Geest. Een kerk met roddel-magazines, met plastik bijbels, speelgoed-bijbels, een kerk die zijn hart ergens anders aan heeft verloren.

Een kerk met dienaren als politieke ministers, met stropdassen zo duur mogelijk, om als dood en goed gestropt te zijn tegen de noodkreet van hongerend Afrika. God hongert niet, want de chemische kerk heeft voedsel genoeg. Dure kleding als harnassen tegen de geur van de wildernis en het kruis. Een kerk met hoge kronen en hoge tronen, want God regeert immers. Met het avondmaal is de wijn zwart geworden, het brood verkleurd. Als de verboden appelen ligt het daar, een chemisch mengsel. De boom des levens verbannen naar de wildernis.

Een kerk met zoveel kleuren, maar de kleur van het kruis kennen ze niet, een chemisch middeltje smeren zij op de hoofden van hun patienten. Even lijken de patienten op te fleuren, de kerk heeft hen gered, met dure woorden, maar dan storten zij al gauw neer, of klimmen hoog op om samen met de hoge heren feest te vieren. Er is feest in de stad, en er is feest in de kerk, niemand zal de roep van de wildernis nog horen. Maak lawaai, gebruik veel kleur, beweeg de vlaggen. De marionetten zijn gemaskerd, dodelijk speelgoed voor de kinderen. Toe pappa, toe mamma, laat me nog even spelen, want morgen is alles weg, en staat de chemische kerk me in de weg.

En de dienaren van de chemische kerk, bestuurd door de laatste mode, de wapenrusting van de wereld en de schijnbewegingen van de grote kermis, sluiten de put der wildernis. Het is over nu, het gegil van God niet meer horende. Nu zal iedereen ingespoten dienen te worden met de spuit van de chemische kerk, of diep in de put belanden. Ja, de chemische kerk lacht, hoog tronende op zulk een macht. De inquisitie leren zij, treiterende hun slachtoffers met eeuwige hel. Dienaren van de chemische kerk, mode-agenten, maar er is niets moois meer. Diep in de wildernis bloeit een bloem, met de bloesem van verloren dromen. Maar zij van de chemische kerk zijn te ver weg, hun ogen gesloten.