Assyrië en Babylonië

terug naar Geschiedenis


Laatste wijziging: 03.02.2002

Inhoud:

Inleiding

Land en volk

Godsdienst

De geschiedenis van Assyrië

Assyrië in de Bijbel

De geschiedenis van Babylonië

Babylonië in de Bijbel

 

Inleiding

Toen de Israeliëten in Kanaän gevestigd waren kregen ze te maken met een aantal nieuwe buurlanden waaronder het grote gebied Mesopotamië waarin twee landen constant om de wereldmacht vochten. Deze landen waren Assyrië en Babylonië. Ze zijn nauw met elkaar verbonden. Zo waren de godsdienst en de bevolkingsopbouw hetzelfde en ook hun gevechtsstrategie kwam overeen. Beide landen deporteerden de overwonnen volken naar het eigen land. Om deze redenen behandel ik Assyrië en Babylonië tegelijk.

Assyrië kwam als eerste aan de macht. Het wereldrijk zou vele eeuwen stand houden. Het wereldrijk van Babylonië kwam daarna en duurde nog geen eeuw. Toch spreekt Babylonië het meest tot de verbeelding. De hangende tuinen van Babylon behoren tot de zeven wereldwonderen en wie kent niet het bekende nummer 'By the rivers of Babylon' (Psalm 137) dat ons nog wekelijks via de radio wordt toegezongen?

terug naar Inhoud

Land en volk

Assyrië en Babylonië worden samen Mesopotamië (het tegenwoordige Irak) genoemd. Mesopotamië betekent 'het land tussen de rivieren'. Assyrië ligt in het noorden en Babylonië in het zuiden. Door en langs het gebied, waar ook eens de hof van Eden moet hebben gelegen (Genesis 2:8-14), stromen de Tigris en de Eufraat die het land enorm vruchtbaar maken. De twee rivieren hebben echter niet hetzelfde effect als de Nijl in Egypte. Het slib van de Nijl maakt het land vruchtbaar. De Tigris en de Eufraat nemen echter niet alleen slip mee maar ook rotsen en puin uit de bergen waar zij ontspringen. Dit richt enorme verwoestingen aan. Al in zeer vroege tijden wisten de bewoners van Babylonië en Assyrië hier mee om te gaan. Ze legden een heel kanalennetwerk aan dat tegelijk ook het land bevloeide.

Babylonië in het zuiden was één van de graanschuren uit de oudheid. Het klimaat en de bodemgesteldheid leende zich daar uitstekend voor. Assyrië was niet zo vruchtbaar en had bovendien te maken met een groot berggebied en het daarmee samenhangende klimaat. Het is te vergelijken met het klimaat dat we nu bijvoorbeeld in Frankrijk zien. Maar doordat de bevolking al wist hoe zij het land moest bevloeien, was ook Assyrië redelijk vruchtbaar. De bevolking van beide landen hield ook veel vee: schapen, geiten, runderen, ganzen, kippen en eenden. Varkens hield men nauwelijks maar er leefden veel wilde zwijnen in het gebied.

De bevolking leefde verder van de visvangst. De beide rivieren en de vele kanalen zaten vol vis en ook de Perzische Golf waaraan Babylonië lag, was zeer visrijk.

De bevolking van zowel Assyrië als Babylonië bestond uit drie lagen: de vrijen, de tussenklasse en de slaven. Van de tussenklasse is weinig bekend. Deze mensen waren waarschijnlijk arm maar ze waren geen slaaf. Ze waren echter zeker niet van politieke betekenis.

Werd de armoede teveel dan kon men zichzelf of zijn gezinsleden als slaaf verkopen. Slaaf was men ook door geboorte of als krijgsgevangene. Het gedeporteerde volk Israël had in beide landen de status van slaaf. Slaven mochten trouwen; gezinnen werden meestal niet gescheiden. Slavinnen konden de bijvrouw worden van hun meester. Zij en haar kinderen waren dan na de dood van die meester vrij. Typisch is dat slaven in deze landen ook zelf slaven kunnen hebben b.v. om hen te helpen met de zaak die ze leidden. Slaven waren overheersend op de handelsmarkt. Er waren vele goede bankiers, veefokkers en dergelijke bij. De meester moedigde dit vaak aan.

terug naar Inhoud

Godsdienst

Assyrië en Babylonië hadden een polygamische natuurgodsdienst. De vruchtbaarheid was een belangrijk onderdeel van de cultus. Bij opgravingen treft men dan ook veel vruchtbaarheidsbeeldjes aan.

De oppergod was de god Anu. Hij en zijn dochter Isjtar werden het meest vereerd maar dat nam niet weg dat er nog ruimte genoeg was voor honderden andere goden. De goden werden zowel qua gestalte als karakter afgebeeld als mensen. Dit hield dus in dat de goden menselijke fouten konden maken. Behalve dat waren de goden ook erg prikkelbaar en van mening dat de enige reden waarom de mens op aarde is, was om hen te dienen. In vele steden waren dan ook flink wat tempels te vinden en het dagelijks leven was aan vele regels gebonden.

terug naar Inhoud

De geschiedenis van Assyrië

In 1300 v. Chr. werd de Assyrische expansie politiek een internationaal probleem. Het oorlogszuchtige land had het gemunt op de vruchtbare grond in de omliggende landen en was vast van plan een wereldrijk te worden. Koning Assuruballit I (1365-1330 v. Chr.) begon ermee en zijn opvolgers breidden het rijk alleen maar uit.

De Assyriërs werkten met een bepaalde strategie. Zo verplaatsten zij steeds hun hoofdstad naar een plaats die strategisch was gelegen voor de vele veldtochten. Overwonnen volken werden weggevoerd en vervangen door andere volken. Dit gebeurde ook met Israël (2Koningen 17:6,24). Deze manier van ballingschap zou uiteindelijk de ondergang van het rijk worden.

De koningen van Assyrië die verantwoordelijk waren voor deze ballingschap van Israël tekenden hun veroveringen op. Deze analen zijn later gevonden en geven een goed beeld van de politiek van Assyrië.

De koningen van Assyrië waren erg rijk. Ze lieten nieuwe steden bouwen of herbouwen. Ook paleizen en tempels werden gebouwd. Zo bouwde koning Assurnasipal II (859-839 v. Chr.) voor zichzelf een paleis aan de rivier de Zab. Toen het paleis klaar was, gaf Assurnasipal een feest. Het feest duurde 10 dagen en er waren meer dan 69.000 mensen te gast.

Het leek allemaal zo mooi: Dat Assyrische wereldrijk. In de praktijk viel het erg tegen. De bevolking had niet zoveel voordelen van de expansiepolitiek. Bovendien hielden de in ballingschap levende volken zich ook niet stil.

Na de dood van Sargon II ging het al mis. Deze koning stierf in 705 v. Chr. en verschillende landen maakten van de gelegenheid gebruik om in opstand te komen. De nieuwe koning Sanherib (705-681 v. Chr.) sloeg die opstand echter zonder veel problemen neer. De onderdrukte landen moesten nog een kleine honderd jaar wachten.

Koning Assurbanipal (669-633 v. Chr.) had al grote moeite het rijk bijeen te houden. Hij breidde het rijk echter toch nog uit door Egypte te veroveren. Vooral Babylonië maakte het hem moeilijk maar pas na de dood van Assurbanipal ging het echt mis. In 614 vielen de Meden het rijk binnen en bracht Assur ten val. In 612 versloegen diezelfde Meden samen met de Babyloniërs de stad Nineve, de kern van het Assyrische rijk. In 609 tenslotte bracht Babylonië Assyrië de genadeslag toe. Assyrië verdween van het wereldtoneel.

terug naar Inhoud        (na lezing desgewenst terug naar Egypte)

Assyrië in de Bijbel

De koningen van Juda en Israël hadden veel te lijden van Assyrië, in de Bijbel Assur genoemd. Zij moesten veel belasting betalen aan de Assyrische koningen. Dit gebeurde bijvoorbeeld koning Hosea (2Koningen 17:3), de laatste koning van Israël. In 2Koningen 17:7-23 wordt de ondergang van Israël beschreven. Tiglath-Pileser III (745-727 v. Chr.) voerde in 745 Israël in ballingschap en liet andere volken in het land wonen. Juda werd een vazalstaat van Assyrië. Opstand werd afgestraft zoals we zien bij koning Hizkia die in opstand kwam tegen Sanherib (2Koningen 18:13-15).

Door de verschillende profeten in die tijd wordt Assyrië als straf gezien voor de vele zonden van Israël. In de Bijbel komt Assyrië dan ook naar voren als een machtige, kwaadwillende natie die elke vorm van opstand genadeloos afstraft. De expansiepolitiek van het land was alles behalve vriendelijk, ook niet voor de eigen bevolking. Het werd tenslotte het eind van het machtige rijk.

terug naar Inhoud

De geschiedenis van Babylonië

De opkomst van het Babylonische rijk begon eigenlijk al met de dood van de Assyrische koning Sargon II in 705 v.Chr. Babylonië was toen een ingelijfde provincie van Assyrië, dat zoals we gezien hebben, een succesvolle expansiepolitiek had gevolgd. Merodach-Baladan (2Koningen 20:12 en Jesaja 39:1), koning van Babel, greep de dood van Sargon II aan om in opstand te komen. Veel ingelijfde landen sloten zich bij Merodach-Baladan aan. Onder deze landen bevond zich ook Juda. De koning van Juda, Hizkia, was een wijs en krachtig man en hij had genoeg van Juda's slappe houding ten opzichte van Assyrië. Ondanks de protesten van de profeet Jesaja (2Koningen 20:12-19), die toen al de Babylonische opkomst voorspelde, sloot Hizkia zich bij Merodach-Baladan aan. De nieuwe koning van Assyrië, Sanherib, versloeg de opstandelingen echter. Merodach-Baladan's droom: een groot Babylonisch rijk, zou nog een eeuw op zich laten wachten.

In 609 v.Chr. was het gedaan met Assyrië dat samen met bondgenoot Egypte verpletterend verslagen werd door Babylonië. Aan het hoofd van het Babylonische leger stond hun kroonprins en toekomstige koning Nebukadnezar.

Niet lang na de ondergang van Assyrië werd Nebukadnezar koning. Met hem begon de opbloei van het rijk die nog geen eeuw zou duren. Hij liet in de hoofdstad Babylon door zijn architecten drie prachtige paleizen bouwen. De stad werd een koninklijk en godsdienstig middelpunt. De hangende tuinen, de hoogstaande bouwwerken, de geglazuurde muren. Babylon moet een prachtige stad zijn geweest.

In 562 vóór Christus stierf Nebukadnezar na een regering van meer dan 40 jaar. De koningen volgden elkaar toen snel op. Omstreeks 550 v. Chr. begon het buurland Perzië zich te roeren. Deze vroegere bondgenoot van Babylonië veroverde het ene land na het andere. Koning Belsassar was net aan de macht toen Perzië werkelijk een vijand werd. Belsassars vader zat al 10 jaar in vrijwillige ballingschap in Arabië waar hij een veroverde stad tot zijn residentie had gemaakt. Hij zag het gevaar en kwam terug naar Babylonië. Toen was het al te laat. Cyrus, koning van Perzië, stond in 539 v. Chr. voor de landsgrenzen van Babylonië waar de interne wanorde het moeilijk maakte de slag te winnen. De hoofdstad Babylon gaf zich zonder slag of stoot over en Belsassar werd in zijn slaap gedood. Hiermee was het Babylonische rijk ten einde. De komende 200 jaar zouden de Perzen overheersen.

terug naar Inhoud       (na lezing desgewenst terug naar Egypte)

Babylonië in de Bijbel

In de Bijbel komt het afgoden dienende Babylonië niet zo mooi naar voren. Ondanks herhaalde tekenen van God, beschreven in de eerste hoofdstukken van Daniël, blijft Nebukadnezar hardnekkig vasthouden aan zijn godenclan en aan geloof in zijn eigen macht. Hiervoor wordt hij gestraft met krankzinnigheid. (Daniël 4:28-37). Over een afwezigheid van Nebukadnezar wordt in de geschiedenisboeken echter geen melding gemaakt.

Daniël 5:2 noemt als opvolger van Nebukadnezar zijn zoon Belsassar. In werkelijkheid was Belsassar Nebukadnezars kleinzoon. Belsassar leefde er vrolijk op los. Voor zijn feesten gebruikte hij bekers uit de tempel van Jeruzalem. Hij kreeg letterlijk het teken aan de wand op een van die feesten (Daniël 5).

Hoewel de Babyloniërs in de Bijbel als goddeloos en onbarmhartig naar voren komen, hadden de Joden in ballingschap het redelijk goed. Ze hadden bepaalde vrijheden en konden bijvoorbeeld hun eigen handelszaak opzetten.

Annamieke van de Westelaken

Terug naar de top