Profetische boeken en artikelen De Nieuwe Kleren van de Keizer 15 maart 2009
Voorwoord Lineke Buijtenhof: Een interessante studie over waar de kleedzucht en sierzucht in de kerken uit voortkomt. Schokkend en openbarend.
In een vorig stuk zagen we de opkomst van de vier wereldkerken, en hoe de laatste wereldkerk, de pinksterkerk, zoals aangekondigd in Gods Woord, in drie delen uiteen viel : het conservatieve deel, het welvaartsdeel en het toronto deel. Het conservatieve deel is dan de eigenlijke pinkstergemeente, het welvaartsdeel de versteende kerk en het toronto deel de verdierlijkte kerk. Dit heeft allemaal al te maken met het oordeel van God. Nebukadnessar van Babylon veranderde in een rund, als een heenwijzing wat er met Babylon zou gebeuren. Het wereldrijk verviel, maar vanwege de zonden van het volk zagen wij hoe God aan de geest van Babylon de toestemming gaf een wereldkerk op te zetten : de gevestigde pinksterkerk. Deze wereldkerk kwam voort uit zijn drie voorgangers en splitste dus ook weer in drieen, waartoe de zesde en zevende schaal zijn uitgezonden. Het zijn de drie onreine kikvorsen uit de bekken van de draak en de twee beesten, kikvorsen die wonderen en tekenen doen, en dat hebben we in die drie bewegingen ook rijkelijk gezien. Ook zijn deze drie delen dus het gespleten Babylonische rijk. Het zijn drie tekenen van Gods oordeel. De eigenlijke pinksterkerk, de hoer en het grote Babylon, is dus tot het veranderen in mestvee, waar Nebukadnessar een beeld van was. Toronto was de verdierlijking op zich, en de welvaartskerk met al haar sieraden maakt kasplantjes van de mens, en leidt tot de verstening. Toronto zien we ook opduiken als de vierde schaal waarbij de zon over de mensheid wordt uitgegoten. Verschrikkelijke menselijke demonen verdierlijkten ineens als door een oordeel van dronkenschap en gaven zich over aan brasserijen. De vijfde schaal is de verdere verdierlijking door duisternis en gezwellen. De vierde schaal-engel is Manachael en de vijfde is Hadachael. Bij de schalen had Johannes een visioen van de drie kikvorsen die uit de bekken van de draak en de twee beesten kwamen, onreine geesten, die uit zouden gaan om op te roepen tot een grote oorlog. Dan wordt er door God een oproep gedaan om de klederen te bewaren. Dit kwamen we ook tegen bij het vijfde zegel. Klederen duiden op het dragen van het lijden. Bij de zevende schaal zien we de hagelstenen naar beneden komen en de grote stad Babylon in drie delen splitsen zodat de wijn der gramschap vrij komt. Zowel God als de duivel leggen de nadruk op klederen, maar er is een groot verschil. De welvaartskerk is de kleed-kerk waar alles om dure kleding draait, en waarom ? Ik zal dat u haarfijn uitleggen. De geesten hebben namelijk door het oordeel hun huiden verloren, en staan naakt. Daar komen al die verschrikkelijke kleed en sier-drangen uit voort. Bij het zesde zegel worden de bomen geschud en komen kaal te staan als door een winter, en dan beginnende goddelozen zich te verbergen in de holen en roepen om de bergen en de rotsen om op hen te vallen. Ze voelen zich naakt, en zij wensen de verstening, de sieraden om hen te bedekken, en de klederen. Het is een treurige weerspiegeling van het oordeel. God ontleed de vijand door allereerst zijn huid weg te nemen, en dan gebeuren deze dingen. Zoals in het paradijs al geeft God de huiden tot klederen aan Zijn kinderen. Dit zien we ook bij het vijfde zegel gebeuren, en weer bij de schalen. De gemeente moet leren 'dragen', en moet zich niet overmoedig tot de oorlog laten opwekken. Het grote Harmageddon is de oorlog der wereldkerken waarin vele slaven worden gemaakt en waarin wordt gehandeld in mensenzielen. Toch is deze oorlog ervoor ons wakker te maken en ons vrij te zetten. Het is het oordeel van God. Het is juist deze oorlog die de huid van de vijand weghaalt, die de menselijke demoon in een dier verandert en zo stap voor stap leidt tot de verstening, het gaan in de rots. De vijand begeert die plek, want hij voelt zich naakt. God heeft de huiden van de vijand aan Zijn kinderen gegeven en daarom worden zijn kinderen ook zo gehaat en bespot. Voor Gods kinderen is dat een groot lijden waarvan we lezen bij het vijfde zegel. Juist door het dragen van de klederen, het juk, komen ze in contact met de mede-martelaren en moeten ze wachten tot het getal vol is.

We zagen dus dat de pinkstergemeente de spil is van het grote oordeel van God. Voortgekomen uit de grote drie, en gesplitst in drie, als juist de Openbaring van het oordeel. God heeft de gordijntjes weggeschoven. God is dus al verder met het oordeel dan we denken, en daarom hebben we helemaal niets aan profetische overmoed. We moeten weer meer leren ontdekken. We mogen de klederen die God ons geschonken heeft opnemen, en zo komen tot het herzien en relativeren van geestelijke oorlogsvoering. Juist door het dragen van het juk bouwen wij de stad en verslaan wij de vijand. De huid van de vijand is niet alleen ons spotkleed, maar ook ons pronkkleed en onze wapenrusting. Tegelijkertijd is het het wegschuiven van het gordijn, de Openbaring. En u weet het, daar kunt u Gods Woord op naslaan : het draait allemaal om vlees en bloed. De grote zon daalde neer, het grote Toronto, om de vijand te verdierlijken, tot mestvee aan toe. Dit gebeurde door de vierde en de vijfde schaal, door Manachael en Hadachael. Het is het grote licht dat zo verblindend is dat het leidt tot een grotere verduistering. Wij als gemeente van Christus worden opgeroepen om van God de klederen te kopen om zo niet met de vijand naakt te staan. Ook worden wij opgeroepen ogenzalf te kopen zodat we de dingen helder blijven zien. Het kruis en de armoe van Christus zullen ons wonderlijk kleden, sprookjesachtig, maar zij die overmoedig naar het zwaard grijpen komen naakt te staan. Vanuit de vier wereldkerken komt de oproep om aan hun kant te staan in de oorlogsvoering. Het is de oproep tot een soort gevestigde militaire dienst, terwijl God ons richt op het kleden, op het dragen van het juk. God wil ons tot het Pasen leiden en tot de diepere armoe van Christus die we vinden in het Oude Testament.

Ik kreeg een visioen waarbij ik een vrouw met een heleboel borsten zag waaraan een heleboel oude mannen als babies vasthingen voor melk. Toen veranderde de vrouw in een leeuw en verslond de mannen. De Heere zei me dat dit een beeld was van de pinkstergemeente. Ze gedragen zich daar volwassen, als oude mannen, terwijl het babies zijn die nog aan de borst liggen. Dat is dus niet meer de Heilige Geest maar een boze geest die hun dom wil houden. En wees eerlijk : domheid weet van zichzelf niet dat hij dom is. Dat is het enge van de geest van domheid. We kunnen die geest alleen maar overwinnen door de vreze des Heeren.