Theologische Thriller
18 jaar en ouder
Het complete boek online !
Een jonge wetenschapper is
gefascineerd door de apocalyptiek van de Bijbel. Hij heeft een
voorliefde voor vreemde verhalen, maar kan deze liefde niet goed
verklaren. Hij is verder ongelovig, atheistisch, maar de verhalen
in de Bijbel hebben hem altijd gefascineerd.
Tijdens een reis die hij voor
zijn werk moet maken, komt hij een theoloog tegen, die naast hem
zit in het vliegtuig. Hij raakt met deze man in diepe gesprekken.
De theoloog probeert hem de werkelijkheid van deze verhalen te
laten zien, maar de wetenschapper probeert de verhalen
wetenschappelijk en zakelijk weg te redeneren. Ze besluiten
verder met elkaar op te trekken.
Die nacht heeft de jonge
wetenschapper een droom. Hij droomt dat hij langs een eenzaam
moeras loopt en plotseling door een hand in de diepte wordt
getrokken. Als hij later de droom aan de theoloog vertelt,
probeert deze de droom te gebruiken om de wetenschapper te
overtuigen van de strijd waarin deze zich bevindt. Een strijd
tussen geloven en niet geloven. Maar de wetenschapper probeert de
droom weg te redeneren als een zuiver toeval, een hersenspinsel.
De nacht erna heeft hij weer
een droom, waarin een arend met vreemd draaiende gele ogen zijn
kamer bezoekt, waarna kinderen met dezelfde soort ogen zijn kamer
binnenkomen. Zij dragen ijzeren pinnen in hun hand, en komen
steeds dichterbij, terwijl hij zich niet meer kan bewegen. Deze
kinderen werden genoemd : de Korachs-kinderen.
Hoofdstuk 1. De Ontmoeting
Het is druk op straat. De auto's lijken allemaal haast te hebben. Peter de Hoorn, een jonge wetenschapper, loopt haastig naar zijn eigen auto die hij ergens voor een winkel geparkeerd heeft.
Als hij thuis komt kust hij zijn vrouw en gaat op de bank liggen. Het was druk op z'n werk. Zijn baas was weer in een dramatische bui, en zijn collega's waren ook al niet makkelijk in de omgang. Alsof er iets in de lucht hing waar hij maar geen vat op kon krijgen. Apocalyptische boeken liggen er op de tafel. Als kind zijnde fascineerden deze verhalen hem al. Hij was niet gelovig opgevoed, maar zijn buurmeisje had hem eens een boekje over "Openbaring" gegeven. Voor hem was het niet meer dan een spannend ridderverhaal.
"Schat, ik heb de boeken eens doorgebladerd, maar ik kan er niet veel mee," zegt zijn vrouw lacherig. Zij intereseert zich er helemaal niet voor, maar wilde toch wel eens weten waar haar man nu al zo'n lange tijd mee bezig was.
Morgen zou hij op reis gaan voor drie maanden. Hij moet enkele belangrijke zaken regelen voor het werk.
"Peter, word wakker, het is al zes uur." Zijn vrouw wekt hem voor de reis die hij gaat maken. Binnen korte tijd staan ze samen op het vliegveld en zijn vrouw zwaait hem uit. Ze zullen elkaar missen.
In het vliegtuig aangekomen gaat hij naast een wat oudere man zitten. Het blijkt een theoloog te zijn. De mannen raken al snel met elkaar in diepe gesprekken. "Nee, ik vind dat je best zonder kerk kunt geloven," zegt de theoloog. Peter is atheist. Hij vindt de Bijbel niet meer dan een spannend jongensboek. "Hoe weet je dat God niet bestaat ?" vraagt de theoloog. "Ik heb hem nog nooit gezien," zegt Peter. "En al zou ik hem zien, dan zou ik nog niet in hem geloven. Ik vind dat Hij afschuwelijke dingen op Zijn geweten heeft."
"Zoals ?" vraagt de theoloog weer. "Nou, zoals oorlogen, rampen, en andere kwalijke zaken. De Bijbel laat duidelijk zien dat Hij daar een flinke vuist in heeft."
"Ach ja," vervolgt de theoloog, "de aarde is slecht."
"Maar Hij dan, de hoofdpersoon van de Bijbel, is dat dan zo'n lekker ventje ?" vraagt Peter minachtend. "Het is een schurk, en als ik hem tegen zou komen, zou ik hem een knal verkopen. Maar de schrijver van de Bijbel, die zou ik wel eens willen ontmoeten. Een fantastische kerel moet dat wezen, een fantast, een Jules Verne, een ..."
"Nee," zegt de theoloog verontwaardigd maar sussend, "de Bijbel is niet door een man geschreven, maar door meerdere mannen, die allemaal werden geleid door de Heilige Geest van God. Ze hadden die informatie niet van henzelf ... Ze hadden hoogstens een soort van natuurlijke kennis van achtergronden en gebeurtenissen, maar die werden door Gods Geest gerangschikt, in keurige volgorde en in keurige bewoordingen. U ziet het echt verkeerd dat de Bijbel door een man werd geschreven."
"Nou," zegt Peter enthousiast,"dan zou ik al die mannen wel eens willen ontmoeten, al die pennenmeesters, want ze hebben me sinds kind af aan kostelijk geamuseerd." De theoloog begint te grinniken. Ze hebben beiden in ieder geval veel te bepraten. Twee liefhebbers van het grote boek der aarde.
Na lange tijd komt het vliegtuig op de bestemming. De twee mannen besluiten contact met elkaar te houden. Ze staan aangemeld voor hetzelfde hotel.
Die nacht heeft Peter een droom, een afschuwelijke droom, waarin hij langs een moeras loopt en plotseling door een onzichtbare hand naar het moeras wordt getrokken. Met geen mogelijkheid kan hij zich er tegen verzetten. Terwijl hij dichter bij het moeras komt, begint de hand zichtbaar te worden. Het is een zwarte handschoen met een gouden ring die hem in de dieptes van het moeras trekt. Dan word hij wakker, badend in het zweet.
De ochtend na de droom vertelt hij het tafereel aan de theoloog. Deze begint diep te peinzen en oppert voorzichtig de mogelijkheid dat er wel eens een strijd in hem aanwezig kan zijn tussen wel geloven en niet geloven.
"Oh nee," zegt Peter hard, "geen denken aan. Ik weet wat ik wil, en ik weet wat ik denk, en ben daar tamelijk zeker van."
"Nou," zegt de theoloog, "dat weet ik nog niet zo net. De droom lijkt mij heel duidelijk te wijzen op een strijd tussen licht en duisternis om jouw ziel."
"Wat ?" roept Peter verontwaardigd maar lacherig, "je wil me toch niet vertellen dat jij ook al in een hemel en een hel gelooft ?"
"Dat wil ik je eigenlijk wel vertellen," zegt de theoloog. "Ik ben niet een soort Jehovah-getuige die dreigend rondloopt, maar als de mogelijkheid er ligt wil ik nog wel eens van wal steken. Ik denk, nee, ik weet zeker, dat er een vijand is die jou wil wegsleuren van een mogelijk "geloven" in de verhalen die jou altijd zo aanspraken. Dat noem ik : de strijd tussen goed en kwaad."
"Nee, dat lijkt me sterk," zegt Peter weer, "ik geloof dat het meer een onbewust hersenspinsel van me was die even in mijn bewustzijn omhoog kwam. Ik geloof meer in toeval dan in een regerende hand boven hulpeloze hoofdjes. Mij niet gezien. Ik ben een positief denker, sinds kind af aan. Dat is mij met de paplepel ingegoten. Zelfvertrouwen, diplomatieke vaardigheden en een gezonde dosis ambitie zijn voor mij de sleutelwoorden van mijn leven. Ik wil graag zelf het roer in handen blijven houden."
"Hoe denk je dan over de duivel ?" vraagt de theoloog weer. "De duivel ? Ach, dat is een verzinsel van bange mensen, van mensen die in alles en iedereen een bedreiging zien. Ik weet dat de maatschappij hard kan zijn, maar ik wil positief blijven denken, meedenken met het geheel, en niet een of ander verzonnen figuur gaan opblazen tot een schurk met universele macht. Het is wel een steengoed verhaal, echt puur entertainment. De antichrist bijvoorbeeld heeft me altijd aangesproken. Niet als geloofwaardige persoon, niet als realiteit, maar als de aartsvijand van de hoofdpersoon. Ik kijk naar dat schouwspel als naar een belangrijke voetbalwedstrijd. Ik juich wanneer ik moet juichen, roep "boe" wanneer ik boe moet roepen, maar verder hecht ik er geen enkele geloofwaardige factor aan vast. Voor mij is het gewoon een spel," vertelt Peter.
Maar het is alweer tijd voor andere zaken. De theoloog heeft enkele belangrijke afspraken, en ook Peter moet aan de slag voor een aantal financiele onderhandelingen.
De nacht daarop heeft Peter weer een droom. Ditmaal is de droom van een zwaarder kaliber. Een arend met ogen in verschillende tinten geel vliegt door een openstaand raam zijn kamer binnen, gaat op een kastje zitten en begint hem aan te staren. Dan beginnen er ineens angstaanjagend schelle deurbellen te rinkelen, dat het lijkt alsof Peters oren knappen. Dan komen er ineens kinderen binnen met dezelfde arendsogen draaiende in hun oogkassen. Ze hebben strakke angstaanjagende blikken en lopen bijna in slowmotion op Peter af, die zich niet meer kan bewegen. Ze hebben lange scherpe ijzeren pinnen in hun handen. Dan hoort Peter een ijselijke schreeuw : Korachs-kinderen ! De schreeuw wordt steeds scheller, en steeds meer stemmen beginnen te schreeuwen, totdat Peter voelt dat alles in hem begint te branden. Is dit de hel ? Hij hoort babies gillen en het is alsof een stel uitgehongerde dieren hem van binnenuit beginnen aan te vreten. Dan wordt hij wakker met een schreeuw.
Helemaal in paniek belt hij de theoloog voor hulp. De theoloog probeert hem tot kalmeren te brengen, en vraagt hem of hij het goed vindt dat hij even bij Peter langskomt. Als hij in Peters hotelkamer binnenkomt zit Peter helemaal ineengedoken. Hij zegt dat zijn borst erg pijn doet. Voorzichtig vraagt Peter aan de theoloog of hij wel eens van de korachs-kinderen heeft gehoord.
De theoloog begint vreemd te kijken. "Ja, dat zijn kinderen van een persoon die opstond tegen Mozes, genaamd Korach. God heeft toen de aarde onder Korach en zijn gehele aanhang en hun families laten scheuren, zodat ze levend in het dodenrijk daalden. Het staat allemaal in Numeri zestien opgetekend. Het is door God verboden om contact te zoeken met dode geesten, maar dode geesten kunnen mensen soms wel lastigvallen."
"Ja, ik ben verschrikkelijk lastiggevallen," hijgt Peter, "ik kan nog steeds moeilijk ademhalen. Ik begin nu toch werkelijk te geloven dat je gelijk hebt."
Het was alsof Peter door deze droom al zijn zelfvertrouwen had verloren. Hij probeerde zijn werk weer op te pakken, maar alles ging zeer moeizaam.
De nacht erna had Peter weer een droom. Hij zag de arend vliegen boven een zee van vuur. Hij zag een naam boven de zee verschijnen : Levael. Vanuit de zee kwamen angstaanjagende figuren opzetten met zwaarden van vuur. Ze hadden maar een oog. Toen hoorde hij een stem zeggen : "Dit zijn de kinderen van Jabes, levende onder de bedreiging van de geest van Nachas, genaamd Levael. Hun rechterogen werden uitgerukt, waardoor ze gehandicapt ter wereld kwamen." Toen zag hij zijn gehandicapte nichtje waar hij als kind zijnde altijd erg bang voor was. Hij zag haar gillen en schreeuwen in vlammen. Hij wilde haar helpen maar hij merkte dat hij het niet kon. Levael de arend probeerde zijn rechteroog weg te pikken.
Hij werd wakker, helemaal beduusd en verward, alsof hij niet meer helder kon denken. "Wat is er toch allemaal aan de hand ?" dacht hij. Die ochtend kwam de theoloog weer bij hem, en Peter vertelde hem de droom. "Weer vanuit de Bijbel," zegt de theoloog. Het volk van Jabes stond onder bedreiging van de Ammoniet Nachas die een verbond met hen wilde sluiten op voorwaarde dat hij hun rechteroog zou uitsteken, en dat als smaad op het gehele volk Israel leggen. Uiteindelijk heeft Saul Jabes verlost. Het is opgetekend in I Samuel 11. Peter was er slecht aan toe. Hij had moeilijkheden met spreken en ademen, en was erg duizelig.
"We moeten hulp gaan zoeken voor jou, want je staat duidelijk onder schot. Ik heb een vriend hier in de buurt die exorcist is. Laten we hem om hulp vragen," oppert de theoloog.
Gezamenlijk trekken ze op naar de exorcist. Peters verhaal horende raakt de exorcist erg opgewonden. "Deze geest heeft veel onder zijn klauwen. Je bent bezocht door een generaal van de duisternis," zegt de exorcist. "Hij word voor vele doeleinden uitgezonden. Hij word ook wel "de ogen-eter" genoemd. Hij pikt bij mensen wijsheid en inzicht weg, zodat ze elkaar niet meer begrijpen. Hierdoor ontstaan bittere harten, ruzies en zelfs oorlogen. Het is alsof deze mensen maar een oog hebben, net zoals in jouw droom."
"Ja, maar wat moet ik daarmee ?" vraagt Peter. "Blijkbaar heeft God iets met je voor," oppert de exorcist. De theoloog knikt instemmend : "Daar zat ik ook al aan te denken."
Peter was nog steeds onder de indruk van het feit dat hij dingen droomde die in de Bijbel stonden, terwijl hij deze dingen nog nooit had gelezen. Peter kende een aantal verhalen van de Bijbel, maar deze dingen waren totaal nieuw voor hem. De exorcist legde hem uit dat dit profetische gaven waren, die God zowel als teken en als gereedschap geeft. Peters leven stond op z'n kop. Hoe zou zijn vrouw hierop reageren. Peter stelde vele vragen, en het gesprek duurde tot diep in de nacht.
De volgende dag na een aantal zaken te hebben verricht begon Peter de verhalen over Korach en Jabes in de Bijbel te bestuderen. Hij wilde het verband weten tussen de geel-ogige boosaardige Korachs-kinderen en de een-ogige angstaanjagende Jabes-kinderen. Hij las over Korach hoe hij de macht wilde overnemen over het volk middels het opstellen van een vuurpan. Hij las over de verbondsvloek over Jabes, en kwam onder ogen dat machtslustigen nog steeds werkten door eerst het inzicht van de ander proberen weg te branden. Had de hele wereld niet het oog van Jabes ? Onderdrukt door de ogen van Korach ? Hij begon de verbanden te zien. De exorcist vertelde dat Levael de arend de profetische gaven, het oog van de kerk, probeerde weg te eten, zodat hij in macht zou groeien. Het was de Jabes-Vloek waar de kerk onder leefde. Een soort gevangenis, een geestelijke handicap.
Peter begon steeds meer opgewonden te raken. Hij wilde de Levael bevechten ... maar hoe ?
Hoofdstuk 2. De Piraat
De exorcist leidde een kleine kring jonge exorcisten op, en er was nog wel plaats voor Peter in deze klas. Maar Peter kon maar een paar lessen volgen. Zijn reis-verblijf liep bijna ten einde, en ook de theoloog zou weer vertrekken, die ook steeds nieuwsgieriger begon te worden. Als ze weer thuis zouden zijn, zouden ze in eigen land wel op zoek gaan naar iemand die hen op dit gebied zou kunnen helpen. Peter kreeg in ieder geval een aantal boeken mee, die hij en de theoloog zeker zouden lezen.
De theoloog was eerder klaar dan Peter met de nodige werkzaamheden, maar hij beloofde samen met Peter terug te reizen. De theoloog kon Peter vele dingen vertellen, maar alles tot op zekere hoogte, want de theoloog had zich nooit echt in exorcisme verdiept. Hij was meer een man van de theorie in plaats van de praktijk, en zelfs de theorieen op exorcistisch vlak waren hem veelal onbekend. Hij kende de Bijbelse verhalen, enkele gebeurtenissen en leerstellingen van deze tijd, en daar hield het mee op.
Thuisgekomen sloot Peter zich aan bij een charismatische gemeente en de term territoriaal exorcisme begon te vallen. De exorcist in het buitenland had het daar ook al eens over gehad, maar nu werd het weer genoemd. Peter kreeg te horen dat de droom die hij had gehad tot dit vlak behoorde. Iedereen was een en al oor toen Peter zijn verhaal deed. Hij kreeg te horen dat ze hem goed konden gebruiken, dat er nog weinig over het onderwerp aanwezig was. Het was voor velen in die gemeente een aanzet om zich er meer in te verdiepen. Een man in de gemeente wist er verbazingwekkend veel vanaf, maar had altijd min of meer zijn mond erover dichtgehouden. Hij stond in de gemeente bekend als een profeet. Peter vond het wel interessant. De man wist dingen van hem te vertellen die hij nooit kon weten. Langzaam maar zeker begon Peter zich erg thuis te voelen in deze gemeente. Totdat er op een dag iets gebeurde wat hij totaal niet verwachtte.
Iedereen was al naar huis, een uur na de dienst. De voorganger had gezegd dat Peter nog wel even mocht blijven. Peter wilde nog even wat boeken doorbladeren in de hoek van de zaal. Dit werd altijd het boekenhoekje genoemd. Hij had van de voorganger de sleutel gekregen, en het was de bedoeling dat Peter na zijn vertrek de deur zou sluiten en de sleutel naar het huis van de voorganger zou brengen. Peter was op een bank gaan zitten midden in de zaal, en was diep weggezonken in een bepaald boek. Plotseling hoorde hij een enorm lawaai vanaf de preekstoel komen. Hij zag de Levael recht op hem afvliegen in levende lijve. Peter schrok zich wild, en zei : "In Naam van Jezus beveel ik je te gaan, vervloekt dier !" Maar de Levael reageerde niet, en pikte Peter in z'n oog, z'n rechteroog. Hevig bloedend rende hij het gebouw uit, maar vergat de deur op slot te doen. Toen hij bij de voorganger aankwam en zijn verhaal deed wilde de voorganger hem niet geloven. "Peter, je bent gewoon ergens tegen een scherpe punt aangelopen."
Peter moest naar het ziekenhuis en raakte blind aan zijn rechteroog. Nu wist hij dat het menens was. Toen hij na enkele dagen thuiskwam vertelde zijn vrouw dat de gemeente was bestolen en dat ze hem als de dader aanzagen. Hij mocht niet meer terugkomen. Ze waren beiden diep geshockeerd en Peter was woedend. Hij belde de theoloog, die hem wel geloofde. Hij probeerde Peter te kalmeren, alhoewel hij ook diep geshockeerd over hetgeen was gebeurd. "Het lijkt erop dat deze arend zijn terrein niet prijs wil geven, en hij heeft het heel duidelijk op jou gemunt." Er waren verschillende mensen in de gemeente die wel in Peter geloofden, waaronder de profeet. Er kwam een scheuring in die gemeente, en Peter was erg verbitterd geraakt. "Laat je niet verbitteren," hield de profeet hem voor, "want je geloof wordt nu op de proef gesteld. Dit is allemaal een voorbereiding voor de bediening die je gaat krijgen. Het is je op het lijf getekend als een brandmerk. Pijnlijk en confronterend, maar diep en werkzaam."
Peters vrouw stond ook geheel achter hem. Ze was altijd al zijn stille kracht geweest, maar op een dag kreeg hij de schrik van zijn leven. Er lag een brief van ontslag in de brievenbus. Z'n baas dacht dat hij gek geworden was. Weer een aanval van de Levael. Peter was gebroken, maar dit zag hij als een directe aanwijzing naar zijn toekomende werk : Profeet en Territoriaal Exorcist. Hij verloor veel vrienden door deze strakke richting en zelfs familie, maar een klein groepje bleef om hem heenstaan.
Wat was er veel veranderd in korte tijd. Hij liep nu zelfs met een zwart kapje voor zijn blinde rechteroog. In de buurt werd hij "de piraat" genoemd.
Eens in de zoveel tijd kwam het kleine groepje bij elkaar om dingen te bespreken. De profetische vriend van Peter was een rots in de branding. Hij leerde Peter veel over de valstrikken van het geloof. Hij vertelde dat Peter door veel vuren heen zou moeten om gezuiverd en voorbereid te worden, en dat hij de Levael niet zomaar zou kunnen verslaan. Het zou een gevecht worden op leven en dood. Ook vertelde hij Peter dat hij meer vrienden zou verliezen, en dat er dorre periodes voor Peter zouden aanbreken op profetisch gebied, om de gave te testen en te verdiepen. Peter begon te beseffen dat een profeet eerst het tegenovergestelde van profetie zou moeten ontmoeten en overwinnen om vervolgens zuivere, overvloedige profetie te kunnen binnentreden. Hij zou daarom extra op zijn hoede moeten zijn voor misleiding, want de Levael zou deze vurige pijlen zeker op hem afsturen. Het zou een zware geestelijke reis voor Peter worden, maar als hij vol zou houden zou overwinning zijn deel zijn, werd er gezegd.
Peter leerde dat de kinderen van Jabes niet per definitie slecht waren, maar soms ook gewoon slachtoffers van een vloek. Door deze stelling bleef hij aanvallen van onterechte bitterheid wederstaan. Hij besefte ook dat hij zelf een kind van Jabes was, met een oog, in het gevaar van misleiding en onbegrip. De Heer gaf hem het beeld van de piraat die door een oog te missen het andere oog extra trainde en dat oog kon sterker en scherper worden dan twee ogen bij elkaar. Dit was de weg die elke profeet diende te bewandelen. Het zaadje moest eerst sterven voordat het een boom in vaste grond kon worden.
Op een nacht had Peter een droom dat hij duizend ogen had. Hij lachte, maakte plezier, maar plotseling kwamen de Korachs-kinderen om al deze ogen stuk te prikken. Peter had het gevoel dat hij vele ogen van binnen had die vele gebieden in zijn leven representeerden. Hij zou gezaaid worden op Gods akker.
Peter begon dromen te krijgen voor andere gemeentes, maar hij werd veelal afgewezen en bespot. Men wilde zijn boodschappen niet horen. De Jabes-kinderen keerden zich veelal tegen hem. De profeet en de theoloog gingen veelal met hem mee, als hij voorgangers bezocht, maar hij kreeg vaak geen doorgang. De dromen begonnen wilder te worden, en steeds vaker begon Peter over apocalyptische taferelen te dromen. Zijn boodschappen kregen steeds meer een waarschuwend karakter, en gemeentes begonnen bang voor hem te worden. Zijn profetieen waren raak.
Maar na een golf van boodschappen en actie begon Peter op droge terreinen te komen. De dromen en vizioenen werden vager, en tenslotte had hij het gevoel dat hij afgeweken was. Hij had houvast aan de profeet en de theoloog die hem vertelden dat afzondering en droogte zo belangrijk waren. "De hemel is omringd door woestijnen," zei de theoloog altijd.
Plotseling werd Peters vrouw ernstig ziek, en de dokters konden niets voor haar doen. Peter en de mensen die om hem heenstonden baden tegen de klok in, maar het leek wel alsof de hemel gesloten bleef. Op een avond kreeg de profeet een woord van de Heer dat ze spoedig zou worden weggenomen, binnen de drie dagen. En zo gebeurde het. God nam haar tot zich op de tweede dag na de profetie. Peter was gebroken, en al degenen die om hem heenstonden. Het was een bijzondere vrouw, en niemand begreep hoe de Heer zoiets kon doen. De profeet sprak : "Ze wordt voor veel dingen behoed."
Peter begint boeken te schrijven over het geloof, maar hij merkt dat iets hem probeert tegen te houden. Op een avond komt de profeet bij hem, met een ernstig gezicht. "Peter, ik moet je iets vertellen. Je vrouw zou nooit achter je kunnen staan als ze zou weten wat je binnen een paar dagen zou doen." Peter kijkt hem verbaasd aan. "Wat bedoel je ?"
De profeet gaat vervolgens verder : "Je vrouw was een bijzondere vrouw, maar ze was op vele dingen niet ingesteld. Ze is op tijd weggenomen, want ze zou dit niet kunnen verwerken."
"Wat bedoel je met "dit" ...Wat gaat er gebeuren ?" vraagt Peter een beetje zenuwachtig.
"Je gaat dromen krijgen, Peter, die je in vuur en vlam zullen zetten. Je huilt om de zonde en vuiligheid van deze tijd, hoe mensen elkaar en God behandelen. Het Vuur van de Heilige Geest gaat je in brand zetten, en je handen zullen zo branden dat alles wat je aanraakt in brand zal gaan staan. Het zal een zuiverend vuur zijn, de voorbode van Gods Koninkrijk," zegt de profeet.
"Goede genade," dacht Peter bij zichzelf, "als dit echt waar is, ...hoe zal dat gaan gebeuren ?"
"Wanneer gaat het gebeuren ?" vraagt Peter .. "Vannacht al," zegt de profeet. "De mantel van Mozes zal met druisende kracht over je komen."
Die nacht kreeg Peter een droom, weer over de Jabes-kinderen die in kerken en organisaties terecht kwamen, en door traditionele rituelen kwamen ze onder de macht van een systeem, onder de verbondsvloek, wat hun verstand, hun oog, wegvrat. Ze werden ten dele blind. Die ogen werden geofferd aan een grote ketel, een vuurpan, genaamd de Korachsketel. De Korachs-kinderen aten hiervan en kregen profetische gele arendsogen waardoor ze veel macht bezaten. Deze geesten werkten door vele machtswellustige leiders van de charismatische beweging. De Jabeskinderen werden steeds meer de marionetten van een hogere macht.
Peter kende vele machtswellustige charismatische leiders. Door zoveel geld te vragen bonden ze hun volgelingen stapsgewijs aan de ketel van het Nachas-verbond, of door vreemde vormen van lidmaatschappen en andere uiterlijke tekens en rituelen.
Opeens midden in de droom begonnen zachte bellen te rinkelen, en het was alsof Peter in brand stond. Z'n hele lichaam begon te schudden en te transpireren. Hij werd gebonden in de Heilige Geest, en hij voelde zich heel zwaar worden. "Oh God," dacht hij ..."wat is dit ?" Zijn handen begonnen te tintelen en te branden. Hij wist dat wanneer hij zijn handen ergens op zou leggen, het zou kunnen wegsmelten. Hij merkte dat hij de hitte kon bepalen met zijn oog. Hij merkte dat hij nu langzaam wakker begon te worden, en Hij hoorde nu de stem van God zo helder als de donder. God zei : "Ik zal je laten zien wat dit voor een vuur is. Leg je handen op die oude kapotte koelkast in de schuur."
Peter liep naar de schuur om vervolgens zijn handen op de oude koelkast te leggen. Het begon onder zijn handen in de brand te staan en smolt weg. Dit was niet zomaar vuur. Dit was het Vuur van de Heilige Geest in Levende Lijve. Peter bracht de rest van de nacht door om te bemerken hoe dit vuur zich in hem verspreidde. Hij bemerkte dat er niet veel tegen dit vuur opgewassen zou zijn. Het was inmiddels zondag-ochtend. God had hem opgedragen naar een bepaalde gemeente te gaan waar er nogal veel hang naar geld en goederen was.
Tijdens de preek stond Peter op en begon in het gangpad te staan. De voorganger gebood hem te gaan zitten, maar Peter gebood hem te gaan zitten. "Dat doe ik niet, gaat u alstublieft zitten," vervolgde de voorganger. Maar Peter sprak rustig, als u niet stopt met uw geld-preken dan zult u binnen vijf minuten in vuur geraken. Peter ging weer zitten, en de voorganger ging rustig door met zijn preek over geld. Binnen vijf minuten stond de voorganger in de brand, terwijl de mensen in paniek raakten. Sommigen begonnen hem te vervloeken zeggende dat hij de antichrist was. Maar het was Peter menens. Hij sprak dat allen die wilden blijven leven en op wilden houden met geldzuchtige verhalen naast hem moesten komen staan, de rest zou verzengd worden door vuur. "Dit is niet bijbels !" riep iemand. "Oh nee ? Wat deed Mozes dan allemaal ?" riep Peter. Sommigen probeerden weg te rennen door de deur, maar het vuur begon hen al te verteren. Mensen begonnen te gillen, en sommigen klampten hem aan. De ouderlingen begonnen te roepen : "Luister niet naar hem ! God zal onze hulp zijn ! Hij is de valse profeet !" De keuzes werden snel gemaakt en een grote groep werd in een oogwenk in lichterlaaie gezet.
Een paar mensen bleven over, en Peter sprak : "Kom mee, uit het gebouw, want God gaat het gebouw in as leggen." Trillend liepen ze met hem mee naar buiten en in een oogwenk was het gebouw tot as verpulverd door Gods Kracht.
Inmiddels was de politie en de brandweer eraan te pas gekomen, maar Peter trok een strak gezicht en zei : "Heren, er valt niets meer te blussen."
"U staat onder arrest," opperde een politie-agent ...
Peter deed net alsof hij hem niet hoorde en liep verder, de mensen in huilen achterlatend. De politie-agenten begonnen met de mensen te praten. "Je kunt maar beter van hem afblijven," sprak er een, "want hij zet je zo in de brand."
Het incident bereikte al gauw de krantekoppen, en ook op het nieuws werd er melding van gemaakt. Velen geloofden het niet, en dachten dat het gewoon een brand-ongeluk was, en al snel leefde men gewoon door alsof er niets aan de hand was.
Hoofdstuk 3. Jacht naar de Schatkamer
Peter vond troost bij zijn vrienden de theoloog en de profeet. Later begon het pas echt goed tot hem door te dringen wat er eigenlijk was gebeurd. Hij was de mogelijkheid nog niet tegengekomen, dat dit vuur ook wel eens van de tegenstander zou kunnen zijn, de valse profeet. Hij wist van het boek openbaring dat deze vreemd vuur zou kunnen laten neerdalen. Het was alsof de echo's van de woorden die over hem werden uitgesproken tot hem terugkwamen, en hem kwelden : "Je bent de anti-christ ! Luister niet naar hem, hij is de valse profeet ! Blijf uit de buurt van dat loeder !" Het was alsof hij op het moment dat deze woorden over hem uitgesproken werden daar immuun voor was, maar nu, nu kwamen ze tot hem terug, hem onderdompelende in angst ... Zou het dan toch waar zijn ? Neen, dat kon gewoon niet, want Hij diende God en het goede met zijn bewustzijn ... In het plaatsje van de ramp zelf woekerde het leed voort, terwijl de rest van de wereld doorleefde ... alsof de wereld iets probeerde te ontvluchten ...
En waar waren de mensen gebleven die zich aan hem vastklampten ? Zoveel vragen wemelden er door zijn hoofd, en hij begon bang, erg bang voor God te worden. Bang voor komende missies, en bang om misschien wel onder ogen te moeten komen dat ook hij en zijn vrienden misleid waren. Bang voor de Troon van God, waarvoor ook hij zou moeten verschijnen om verantwoording voor zijn daden af te leggen. Langzaam maar zeker voelde hij zichzelf wegzinken in een enorme identiteits-crisis. Was dit dan dat moeras waar hij over gedroomd had ? Hij begon aan alles te twijvelen. Waren die dromen wel echt ? En zo ja, waren ze wel betrouwbaar ? Hij herinnerde de Levael die zijn rechteroog verminkte. Hij was in een gevecht, dat was een ding dat zeker was ... Of zou het allemaal verbeelding zijn geweest .. Zou hij dan misschien echt gewoon tegen een punt van een kast aangelopen zijn ...
De theoloog hield hem voor dat zijn angsten hem nederig en waakzaam hielden. Het beste medicijn tegen misleiding. Het zou hem laten zien dat de enige weg uit deze put een liefdesrelatie met God zou zijn. Peter kon niemand meer vertrouwen. De profeet profeteerde, en de theoloog bemoedigde, maar het leek wel alsof niets meer tot hem doordrong. "Je bent in Gods Armen," zei de profeet. Hij voelde nog steeds het vuur, maar het was alsof het vermengd was met ijs. Hij kon er niets mee.
Op een nacht had Peter een nieuwe aanvaring met de Levael. Maar dit keer was het een hele bijzondere. Hij zag de richter Simson staan, een lange man gekleed in paars, met een paars kleed erover hangende. Op zijn hand zat de Levael. Peter was verbaasd. Toen sprak Simson tot hem : "Zoon, Ik heb jouw leed en tranen gezien. Ik ben door God als wachter over jou aangesteld. Herinner jij dat ook ikzelf ben doorstoken in mijn ogen door de Filistijnen ? Zij werden geleid door de Levael, om mij en Gods Volk te verblinden. Maar de kracht van God kwam toen in mij om hun tempel te verwoesten. De verwarring en verblinding dient het doel de mens terug te brengen tot het hart van God, het Licht der lichten van binnen. Hiertoe gebruikt God zelfs de vijand. De Levael is in mijn hand gegeven om hem voor dat doel uit te zenden. Als het getal van hen die de Levael dienen te verslaan vol is, dan zal de zee van ijs opengaan. De zee van ijs zal het zicht verscherpen, terwijl de zee van vuur het zicht zal verlichten. Je zult beide zeeen moeten leren kennen, in beide zeeen zul je de vijanden dienen te verslaan, en de zeeen voor het goede te leren gebruiken. Als je de overkant van deze twee zeeen hebt bereikt, dan zul je mijn mantel, de mantel van Simson ontvangen. Hiermee zal je het zicht van de volkeren kunnen genezen."
Toen Peter wakker werd, voelde hij zich ineens heel anders. Hij had nieuwe moed ontvangen, en hij vertelde de droom aan zijn twee vrienden. Deze waren heel enthousiast, en de profeet sprak een aantal woorden uit. "Peter, we zullen brieven naar de gemeentes moeten zenden, om hen over de Levael te vertellen. Zo zullen we het getal vol kunnen maken, om de zee van ijs te kunnen openen," sprak de profeet. En zo gebeurdde het. Met z'n drieen zetten ze een standaard-brief op en begonnen de brieven naar de gemeentes te verzenden.
Maar de teleurstelling was groot. Er werd nauwelijks gereageerd, en hen die reageerden waren uiterst negatief of zeer oppervlakkig. De profeet deed het voorstel om te gaan folderen in de gemeentes, om een oproep te doen tot territoriale oorlogsvoering. Ze werden zich er meer en meer van bewust dat de leiders vaak dingen angstvallig verborgen hielden voor hun schaapjes. Ze zouden nu een schema maken om stapsgewijs alle in aanmerking komende gemeentes te bezoeken voor een folder-beurt. In deze folder werd ook op allerlei theologische onwaarheden dieper ingegaan. De folder was netjes, maar zeer dringend, en ontwortelend. Uiteindelijk was het een klein boekwerkje geworden, waarin de oplettende lezer op de hoogte werd gesteld van het vaak machtswellustige en of eerzuchtige leiderschap.
De daaropvolgende zondag zouden ze direct in actie komen. Ze begonnen te folderen voor de deur van een kleine gemeente. Gretig namen de mensen het boekwerkje aan, en begonnen te lezen. Maar al snel werden andere binnenkomers vriendelijk gewaarschuwd het boekwerkje toch maar niet aan te nemen. Peter begon een beetje geirriteerd geworden, vooral toen de voorganger naar hen toekwam met het voorstel dat ze zo spoedig mogelijk het terrein van de gemeente zouden verlaten. "Dat doen we niet," sprak hij tot de voorganger. En de profeet liep inmiddels de gemeente binnen richting de preekstoel. "Beste mensen," sprak hij, "u word nu voor de keuze gesteld. U kunt zich bekeren of u kunt uw mooie gebouw in vlammen zien staan. De keuze is aan u. U kunt een boekwerkje erover aannemen, en als u het niet snapt, dan is dat ook helemaal niet erg, maar u gaat hier nu over nadenken, of er gaan hier grote ongelukken gebeuren." Overal begonnen mensen te gniffelen, en er kwamen een paar ouderlingen naar voren zetten, klaar om de profeet af te voeren. "Ik zou me maar niet aanraken als ik u was, want ik sta in vuur en vlam van de Heilige Geest." De ouderlingen keken hem met een strak gezicht aan, en pakten hem beet. Onmiddelijk begonnen ze te branden, en ze gilden het uit. Mensen begonnen in paniek te raken. Ze zagen hoe snel de ouderlingen tot as waren verbrand. Een profeet van de gemeente stond op, een wat oudere man, die luidkeels begon te profeteren : "Mijn kinderen, raakt niet ontzet, want deze dingen zullen geschieden. De antichrist moet zich in de gemeente Gods stellen om zichzelf als een god aan te prijzen, maar sluit uwen oren voor hem." De mensen waren zo in paniek, dat ze niet goed wisten wat ze hiermee moesten. Velen begonnen te huilen en tot God te smeken. De voorganger was woedend, en rende op Peter's vriend, de profeet, af. Maar voordat hij de profeet kon aanraken vloog hij al in de brand, en de profeet riep dat iedereen naar buiten moest gaan. Binnen enkele minuten stond de hele gemeente in de brand.
Mensen stonden als verstijfd op het grasveld, maar Peter, de theoloog en de profeet zaten al in de auto om naar de volgende gemeente te gaan.
Aan het einde van de dag hadden ze drie gemeentes afgelopen, met de nodige gevolgen, en er begon een flinke tumult te onstaan ... "Drie gemeentes afgebrand, velen verongelukt," zo meldde het nieuws. Er waren vele getuigen, en uiteindelijk kon men er niet meer omheen. Deze drie mannen hadden bovennatuurlijke krachten. Ze werden nu als terroristen bestempeld, maar anderen wisten het zeker : "Deze mannen waren door God gezonden om de wereld te waarschuwen." De dagen erna werd er volkomen aandacht aan besteed op televisie. Dominees werden op hun mening gevraagd, en de meningen leken verdeeld. De politie was nu op jacht. Er stond een hoge beloning op hun hoofden. Ze werden als de nieuwe bedreiging van de samenleving gezien. Ze zouden voor het gerechtshof moeten verschijnen, deze gevaarlijke pyromanen.
Peter en zijn twee vrienden waren nu ondergedoken bij een ver familielid van de profeet. Het was een aardige man, met veel respect voor de zaak. Hij was niet gelovig, maar hij begreep het allemaal wel. Vanuit deze basis zouden ze verder gaan met hun missie. Ze zouden brieven schrijven naar overheids-instellingen, zoals de ziekenhuizen, de militaire afdelingen, gerechtshoven, en machthebbende structuren zoals banken, bureaus en gemeentehuizen. Ze hadden de folder enigszins aangepast, maar de boodschap bleef hetzelfde. Kapitalisme werd binnen en buiten de kerk niet meer aanvaard. Er stond geen adres van hen aangegeven, en de brieven werden vanuit een ander district op de bus gedaan. In sommige steden werden er al huiszoekingen gedaan, maar ze woonden nu veilig in een verborgen schuilkelder onder het huis van de profeet z'n verre familie-lid. Dit was een oude, wijze man. Hij was niet gelovig maar hij was al jaren ervan overtuigd hoe corrupt en oneerlijk het kapitalistische stelsel was, dat als een roofdier vanuit het westen de gehele wereld bestuurde. Hij werkte met gehandicapte kinderen, die als de minder bedeelden van de samenleving werden gezien. Maar hij zag hen als de juwelen van de wereld, de poorten naar de schatkamers in het binnenste van de aarde. Het was een diep symbolieke man, houdende van gedichten en kunst. Hij kon systemen doorzien, en op dat punt was hij een waardige beschermeling van Peter, de theoloog en de profeet.
Op een nacht kreeg hij een droom, waarin hij zag hoe zijn gehandicapte kinderen werden bereden door moeilijk opvoedbare kinderen. Deze kinderen hadden gele ogen in allerlei tinten met een sterke doortastende lichtstraal. Een lichtstraal met een hoge monotoon. Deze lichtstraal omhulde de lichamen van de gehandicapte kinderen in allerlei lagen, om hen te beschermen tegen de grootspraak van de aarde. Deze kinderen werden gehandicapt genoemd, maar eigenlijk werden ze beschermd door deze moeilijk opvoedbare kinderen tegen de sterke kapitalistische denkstromen. De moeilijk opvoedbare kinderen werden zo genoemd omdat ze niet beinvloed konden worden door de onderverdelingen van de wereld. Toen ineens zag hij hoe andere geelogige kinderen de kamer binnenrenden, de korachskinderen, die probeerden de moeilijk opvoedbaren van de gehandicapten af te stoten.
Toen hij wakker werd, vertelde hij de droom aan Peter, de theoloog en de profeet. Hij was ervan overtuigd dat ze veel van elkaar konden leren, en dat er toch een onzichtbare intelligente en rechtvaardige kracht moest zijn die hen bij elkaar had gebracht. Hij zag het als een mozaiek, als bomen wiens takken in elkaar verstrengelden. Hij zei dat er in wezen twee soorten korachskinderen bestonden : Hen die naar macht streefden om stand te kunnen houden tegen misleiding en onrecht, dus hen die het vanuit zorgzaamheid gebruikten, en hen die naar macht streefden voor egoistische doeleinden. De theoloog vond deze stelling niet helemaal correct, want hij zag Korach als een uiterst kwaadaardig wezen, door God veroordeeld, maar de man wees hem op de dubbele uitleg. De man was diep onderwezen in theologie, zonder enige gelovige binding ermee te hebben. Hij hield van de kunst en de symmetrie die hij vond in de Bijbel. Peter herkende dit uit zijn eigen leven, en was verwonderd hoe God ook deze man via een droom tot een verdieping bracht. Maar de man hield voet bij stuk : De Bijbel mocht dubbel uitgelegd worden. De Bijbel was in zijn ogen een spiegelend boek, een wit en een zwart boek, voor beide kanten van het leven als een boek van recht. De man zei : "In de bijbel komt telkens weer het verhaal van de infiltratie naar voren. De antichrist die zich in Gods Tempel neerzet alsof hij God is. De duivel gebruikt de bijbel op zijn manier om zichzelf een goddelijk gewaad toe te eigenen. Dit begon al in het paradijs, waar de slang zich voordeed als de ware god en dat ook als een geschenk aan de eerste twee mensen wilde aanbieden. Instante vergoddelijking, door het eten van zijn vrucht, zijn woord. Dan zou hij de uitlegger zijn van het woord in plaats van God. Dan zouden het zelfs twee dezelfde woorden kunnen zijn, met twee verschillende uitleggingen : Twee keer God, twee heren naast elkaar. Een witte en een zwarte. Dan zou de Bijbel dus ook heel makkelijk een bedreiging kunnen vormen aan een bepaalde kant van de spiegel. Dan zou God dus een eigen Judas moeten sturen om een valse Jezus Christus uit de weg te ruimen. Dan zou God dus een eigen satan moeten sturen om een valse God van de troon te stoten. De Bijbel in spiegelbeeld voor hetzelfde doel."
Peter stond met zijn oren te klapperen. De profeet sprak : "Het is wel waar wat u zegt, want de kapitalistische charismatische hoek noemt de God van ons : "satan" en "de anti-christ", en degenen die ons volgen zijn "gevallenen" of zelfs "gevallen engelen" in hun ogen. Het hele negatieve scala met etikettenreeks wordt vanuit de Bijbel gehaald en op ons geplakt om hun nagebootste godheid te verdedigen ... maar ik vind het uiterst gevaarlijk om deze "labels" dan ook te aanvaarden zoals zij dat uitdrukken. Vanuit het oog van de kunst hebt u misschien gelijk, maar of het ook echt Bijbels verantwoord is, dat betwijfel ik, alhoewel ik diep respect heb voor de manier waarop u het brengt. Zeg, die Korachs-kinderen, dat zijn kinderen die door God in de aarde werden geschoven. Ik kan de oordelen van God niet aanraken, en waarom zou u dat dan wel doen ?"
De man sprak : "U moet de creativiteit van de taal niet aantasten. Er wordt zoveel gewaarschuwd tegen toverij die onbijbels zou heten. En op zich begrijp ik dat, omdat er zoveel ongelukken hiermee gebeuren, en omdat de bijbel dit ook heel nadrukkelijk aanhaalt. Maar de Bijbelcode is anders dan simpele lezers zouden denken. De Bijbel is een kunstboek, een boek van spiegelingen en symmetrie, van woordraadselen, en inderdaad zoals ik zeg een code, die uitgelegd wordt aan hen die volgens dit boek een hartsrelatie met de schrijver hebben. Het was een woord geschreven in oorlogstijd, in een tijd van gevaarlijke spionage, van een geliefde aan een geliefde ... Zij moesten hun boodschappen vermommen en beschermen. Het is een cryptische kunst, geen gewoon boek. Dus, om terug te komen op het tovenaarsverhaal : ware geliefden lezen en eten de liefdesbrieven van hun geliefden in z'n geheel, woord voor woord, kauwende en slikkende, op zoek naar symmetrie, op zoek naar verbanden en de geheime deuren, waardoor ze het geisoleerde hart van hun beminden kunnen bereiken. In hooglied staat dat de ene geliefde tegen de ander zegt : "Gij hebt mijn ogen betoverd." Is dat dan geen goddelijke toverij ? Het is natuurlijk een parel die streng bewaakt moet worden, en vooral kinderen mogen niet te snel de indruk hebben dat het ergens laag in een keukenla ligt. Maar het een sluit het ander niet uit. De Bijbel beschrijft verschillende gebieden en verschillende seizoenen. Er is een mogelijkheid om door de verschillende spiegels heen te stappen. Het is een boek met een strenge etiquette, een boek met diepe spelregels, op de rand van het betoverde, je lokkende naar diepere bossen."
De profeet sprak : "Apologetisch gezien heeft u helemaal gelijk, daar kan ik en geen ander mens onderuit, maar ik blijf hier heel voorzichtig in. Ik merk aan uw woorden dat u de bijbel meer liefheeft dan menig gelovige, maar ik vraag me nu ook af, bent u eigenlijk wel echt ongelovig, want ik zie bijna pretlichtjes in uw ogen. U heeft het boek zo lief, en u kent zo de gevaren van de "boekverkrachting", waardoor er een hele andere soort van hoofdpersoon te voorschijn komt, dat u eigenlijk uzelf "ongelovig" wenst te noemen, om maar niet geassocieerd te hoeven worden met al die "verkrachters" ?"
Hierop antwoordde de man : "Nee, dat was het niet echt. Ik geloofde gewoon niet in een levende persoon genaamd "God". Voor mij was het dode kunst, maar deze was voor mij zo schitterend, dat het leefde in mijn hart. Maar ik merk nu, door de droom en door al deze gebeurtenissen, dat het veel persoonlijker begint te worden voor mij."
Peter begint te glimlachen. Het lijkt wel alsof hij zichzelf ziet staan zoals hij vroeger zo werd aangetikt door persoonlijke dromen en gangen van zaken. Maar wat deze man hier tentoon spreidt is voor hem wel zo nieuw en vreemd, dat het lijkt alsof hij niet weet wat hij er mee aanmoet. Zoveel gedachten en gevoelens vliegen er door hem heen.
Over de Korachs-kinderen zijn ze nog niet uitgepraat. De profeet kan er nog niet over uit ... "Zou God goede kinderen levend laten verzwelgen door de aardbodem ?"
"Laten we het zo stellen," zegt de man. "De twee topkrachten staan naast elkaar met hetzelfde stuur in de handen. God en de duivel. Jullie weten zelf wel dat ze allebei een vinger in de pap mee hebben, en zich met alles bemoeien, met tegengestelde redenen. Ze zijn altijd en eeuwig met elkaar in gevecht om dat stuur. Wonderen en tekenen moeten daarom ook altijd gezift worden. Zoals vele wonderen die Mozes en Aaron deden konden de tovenaars van de farao perfect nadoen. Twee krachten in oorlog. Waar onschuldigen worden veroordeeld zijn duivelse krachten aan wezig, vlak naast de oordelen van God. Gods Vuur is altijd uiterst accuraat, maar de duivel kan aanvullen. Ik geloof, en dit was ook mijn droom, dat God nooit per definitie alle kinderen en aanhang van grote zondaren vernietigt. Ik geloof dat de duivel die aanvullingen geeft. God oordeelt rechtvaardig, en dan doet de duivel daar een schepje bovenop. Het vuur moet gezifd worden. In de charismatische beweging zijn ook twee vuren aan het werk. Is dit te volgen voor u heren ?
Het was alsof ze in de ogen van een arend keken, in de ogen van een engel. Neen, dit was niet de Levael die hier sprak. Dit was zijn tegenhanger. De man was omhuld door een onverklaarbaar en indringend zacht licht, en Peter, de theoloog en de profeet werden steeds rustiger. Iets probeerde hen te overtuigen, dat alles twee gezichten had, twee krachten die tegen elkaar streden. Het was de symmetrie die hen rustig maakte, alsof deze symmetrie, de verschillende spiegelbeelden, en schaduwen, de puzzel compleet maakten, en een enorme rust en vrede veroorzaakten.
Zouden er dan nog steeds zielen onder de grond opgesloten zitten, onschuldige zielen, die toevallig familie waren van de schurk Korach ? Hoe diep moesten ze nog gaan ?
De profeet keek alsof de bliksem was ingeslagen, en ook Peter kreeg de rillingen. Wat zou de charismatische beweging doen met "demonen" die ze uitdreven. Waren al die geesten wel echt "demonen" ? Of waren het gekwelde zielen die gewoon hulp nodig hadden ?
Toen ineens kwam de theoloog naar voren, met een heel ernstig gezicht. Hij had zich gedurende het gesprek een beetje op de achtergrond gehouden. "Ik ben erg verontrust," sprak hij. "Ik vind dit echt enorm ver gaan, en volgens mij ziet u het echt verkeerd. Dat wat u naar voren probeert te brengen heeft te maken met necromantie, oftewel "het contact zoeken met de doden," wat de Bijbel streng verbiedt. De Korachs-kinderen verdeelt u in twee groepen : de schuldige machtslustigen, de gevaarlijken dus, die onder Gods oordeel naar de diepten van de aarde werden gezonden, en de onschuldigen die door de duivelse, anti-christelijke krachten naar de krochten van de aarde werden gezonden. Tot zover kan ik u goed volgen, maar alhoewel het heel logisch klinkt, en zelfs heel Bijbels, namelijk de wisselwerking der krachten, betwijfel ik het hele verhaal. En wel om deze reden : Wij zouden er dan vanuit moeten gaan dat beide ziele-groepen op aarde rondzweven, goeddoende en kwaaddoende, even wijzende op uw droom, terwijl de Bijbel zegt dat deze zielen onder de grond leven. Ik geloof niet, op Bijbelse grond, dat overledenen contact hebben of mogen hebben met degenen die leven. U zegt die goede, onschuldige Korachskinderen, berijden gehandicapte kinderen. U noemt die Korachs-kinderen zelfs moeilijk opvoedbaar, alsof ze hier op aarde rondlopen in een menselijk lichaam. U maakt zich daarbij bijna schuldig aan het tentoonspreiden van de reincarnatie-gedachte, die dus allesbehalve bijbels is, ook al is het uw droom geweest. Heeft u misschien uw droom verkeerd geinterpreteerd, of hebben we hier te maken met gevaarlijke misleiding ? Ik weet het nog niet zo net. Wij kunnen ons in onze bediening momenteel geen enkele misstap veroorloven. Er staat teveel op het spel."
De profeet begint ook bedenkelijk te knikken, terwijl ook Peter het een beetje benauwd krijgt. Hoe zal de beste man hierop gaan reageren. Nog steeds heeft Peter het gevoel alsof er een enorme engel in de kamer staat, op dezelfde plaats waar de man zit. Peter heeft diep respect voor de man, en het lijkt alsof de hele kamer verlicht is op een vreemde manier, maar wat is er aan de hand ? Lopen ze gevaar ? Is dit een beste truc van de grote misleider, of staan ze op het punt om daadwerkelijk Gods verborgen schatkamers te betreden. Is dit schateiland ? Of een grote valstrik ?
Hoofdstuk 4. Het Gesprek
"Ja," zegt de profeet, "ik deel dezelfde angst als de theoloog. Ik ben zelf een charismaticus in hart en nieren, maar zodra sommige predikers en zelfs bekende predikers over ontmoetingen met Paulus beginnen, dan weet ik niet altijd goed wat ik daar nu over moet denken."
Peter begint te rillen :"Sorry hoor, maar mag ik even iets zeggen. In mijn droom heb ik Simson ontmoet, maar ik zie dit niet als een overtreding van het gebod. Onze Heere Jezus Christus ontmoette Mozes en Elia op de berg der verheerlijking."
"Ja," zegt de theoloog, "verheerlijkte zielen als Paulus, Simson, Mozes, Elia, Daniel, en zo voort, daar kan ik me iets bij voorstellen, en Peters droom klikte bij mij ook helemaal. Ik heb daar geen enkele moeite mee gehad, maar het verhaal van onze broeder hier gaat me nu net even te ver, en ik ben er eerlijk gezegd een beetje huiverig voor."
"Precies," zegt de profeet, zich kerende naar Peter : "Ik had met jouw droom over Simson geen enkele moeite, en het klikte bij mij ook direct, maar op de een of andere manier liep dat nu eenmaal zo. Meestal heb ik gewoon altijd mijn twijfels als ik terugdenk aan bepaalde charismatische bijeenkomsten waar weer iemand een ontmoeting met Abraham of Zacharias had gehad. Ik zeg niet dat het niet kan. Ik heb geen enkele twijfel gehad over Peter's droom, maar ik ben gewoon voorzichtig, vooral ook met deze woorden van de theoloog."
"Luister goed," zegt de oude man, "ik betreur uw gebrek aan bijbelkennis," zich richtende tot de theoloog. "Met alle respect, u bent theoloog, en u doet uw werk uitermate goed. U denkt over dingen na en laat juiste vraagtekens branden. In de hebreeenbrief word er gesproken over "de wolk van getuigen" die rondom ons staan. Dit zijn de overleden bijbelse figuren. Verder staat er in de Bijbel dat de God van Abraham, Isaak en Jakob, een God van levenden en niet van doden is. Er zal heus wel een bepaalde zieleslaap zijn tussen dood en hemel, maar deze mensen leven."
"Ja," zegt de theoloog, "de verheerlijkte zielen, waar we het al over hadden, maar u heeft het over onschuldige zielen die contact hebben met gehandicapte kinderen, als zijnde moeilijk opvoedbaren. Ik snap niet waar u het over heeft. Mooi verhaal, maar ... wat moet ik ermee. Verder dreigt er bij mij ook zoiets op te komen als : "Jezus ontmoette inderdaad Mozes en Elia op de berg, maar u bent Jezus niet."
"Zegt de Bijbel niet dat we Jezus moeten volgen ?" vraagt de man weer ...
"De Bijbel zegt het is verboden contact te zoeken met dode geesten voor ons. Verheerlijkte heiligen kan ik me nog enigszins indenken, maar dit is te gek voor woorden." zegt de theoloog.
"Goed," zegt de man, "blijkbaar wilt u die geijkte boodschap niet nuanceren. God gaf die waarschuwing aan zijn volk omdat het te gevaarlijk was. Je moet het inderdaad ook nooit opzoeken, maar bent u er ook achter over welke groep "doden" er werd gesproken ? U geeft mij geen heldere uiteenzetting en begrenzing van het woordje "dood". U kunt zoals ik al zei niets over een kant schuiven. De Bijbel is een persoons-gevoelig boek, een gebieds-gevoelig boek en een tijds-gevoelig boek. U maakt van de Bijbel een ware hakbijl. In het Bijbelboek I Petrus komt Jezus in hoofdstuk 3 tot gevangen zielen die in de vroege tijden Noach ongehoorzaam waren. Hij predikte hen het Evangelie. Dit waren natuurlijk overledenen, en volgens dit Bijbelgedeelte zaten zij in een gevangenis. Ze zaten onder het oordeel van God, wachtende op de tijd van verlossing. Discipelen worden aanbevolen de werken van Jezus te doen. Er wordt daarom ook in de Bijbel gezegd : Predik het evangelie aan de doden, ja, je mag ze zelfs opwekken. De dood word beschreven als een vijand, een gevangenis, en discipelen krijgen de macht om met de sleutels van de opstanding zielen te verlichten met het evangelie. Toen Jezus opstond, stonden er velen op uit hun graven. Door het vlees enige van zulke werken te verrichten is uiterst verboden, omdat het dan alleen maar erger wordt en het misleiding uitwerkt, maar door de Geest mogen deze dingen naar Waarheid geschieden. Op dit terrein wil Gods Geest discipelen binnenloodsen. Satan heeft ook zijn dodenrijken onder de grond, en waar dan ook. Openbaringen spreekt over dodenrijken in de zee : "de zee gaf haar doden," staat er in hoofdstuk 20, en er staat ook dat de dood en het dodenrijk in de poel des vuurs geworpen zullen worden. Vijanden dus. Jezus Christus is gekomen om te verlossen. Niet een beetje, maar geheel. Discipelen van Hem mogen bekleed worden met deze krachten.
Dan nu het zielenverhaal : Zielen .. Ieder heeft een ziel, maar deze ziel bestaat uit meerdere delen, want zoals Paulus het zegt kunnen sommige mensen bewuste reizen maken met zo'n ziele-deel, en als je verwijderd bent van iemand kun je "door de Geest" toch bij zo iemand zijn. Wij dragen allemaal ziele-delen van elkaar in ons, op allerlei verschillende manieren. Als je voor iemand bidt, dan reist een stukje van jouw ziel met degene mee voor een tijdje, en zo zijn er vele manieren. Het is als een telefoonlijn. Je stem is bij jouw telefoon, en bij de telefoon van degene met wie je spreekt. De radio is daar ook een voorbeeld van. Deze dingen wijzen allemaal heen naar de geestelijke realiteiten. Dus zielen in de aarde kunnen ook makkelijk op de aarde zijn. Ze kunnen zelfs op aarde geboren worden, terwijl hun andere ziele-deel misschien nog opgesloten zit onder de aarde of in de zee. Hierdoor zijn vele problemen te verklaren, en had de medische zorg maar meer oog hiervoor. Er zijn bewuste zieledelen en onbewuste zieledelen. Die onbewuste zieledelen kunnen overigens heel accuraat zijn. Het zijn in principe gewoon afgesloten ziele-delen. Deze kunnen overwippen van de ene mens op de andere mens. Bijvoorbeeld als een mens ten onrechte benadeeld wordt, dan wordt er een stukje van zijn ziel afgesneden, een kleine abortus om het zo maar te zeggen. Jezus zei : "Indien u iemand haat, dan heeft u hem vermoord." Zo'n ziele-stukje heeft dan een leven op zich, afgesloten van de andere delen, en zal op zoek gaan naar recht. Het ziele-deeltje kan erg in de war zijn, of verwond, en laat in het lichaam een leegte over, een onbewuste laag. Hierin zijn allerlei mogelijkheden. Maar het punt is dat zulke ziele-delen rust proberen te vinden, en recht, maar vaak vanwege verwondingen en andere beschadigingen niet helemaal meer weten waar ze mee bezig zijn. Vaak worden deze zielen voor demonen aangezien en nog dieper gekweld door allerlei beunhazen op het gebied van exorcisme en genezing.
"Stop, stop," zegt de theoloog. "Ik kan wel zien dat u psychologie heeft gestudeerd, en misschien allerlei cursussen voor uw gehandicapten-werk ... en ik zeg dit met alle respect, maar ik zie hier geen Bijbel meer aan te pas komen, en ik ben dus ook allerminst overtuigd van uw psycho-dramatische verhaal. Ik kan me hier dan ook helemaal niets bij voorstellen. U ontwortelt zomaar het gehele christelijke geloofsgoed met zo'n tempo dat ik er gewoon buikpijn van krijg. Natuurlijk heeft u gelijk als u uw vinger wijst naar charismatische groepen die maar wat aanrotzooien, maar de argumenten die u aanreikt raken bij mij het plafond niet. Misschien dat u meer aansluiting vind bij een of andere psycho-religieuze new age-secte. Trouwens, u maakt uzelf schuldig aan de oosterse reincarnatie-gedachte. Als u dan zo goed uw bijbel kent, waarom dan zo'n wolkerige poging ..."
"Pardon, mag ik even iets zeggen," vraagt Peter ... "Ik begrijp deze man juist heel goed, en ik begin dingen nu ook veel beter te begrijpen. Het laat mij juist zien hoe de geestelijke wereld in elkaar zit. Ik denk echt dat we de woorden van deze man niet zomaar opzij mogen leggen. Laten we er een paar nachten over slapen, om deze woorden te toetsen. Ik vind dat hij een prachtige aanvulling geeft op iets waar we als zij-charismatische vriendengroep niet verder mee kwamen."
"Mag ik u een vraag stellen, theoloog, kunt u mij vertellen op wat voor manier Daniel zou terugkomen, wat duidelijk in de Bijbel staat vermeld ?" vraagt de man.
"Ik zou het niet weten, maar als dat via reincarnatie zou zijn, dan spreekt het de hebreeentekst tegen van : "het is de mens gegeven eenmaal te sterven en daarna het oordeel." zegt de theoloog.
"Nuances, nuances," zegt de oude man weer, "u haakt uzelf geheel in geisoleerde bijbelteksten, als een bril voor de rest van de Bijbel, als status voor slechtziendheid. Wat is sterven ? Paulus zegt : "Ik sterf elke dag." U moet weten over welke dood het hier gaat, en u moet de symboliek goed kennen voordat u deze beste uitspraken doet. Taal kan vele dingen vertellen, daarom moet taal vertaald worden. Beste man, u bent uzelf door uw beperkte taal zoveel begrenzingen aan het opleggen. Moet ik nog duidelijker wezen : Lazarus is tweemaal gestorven. Allen die Jezus of de discipelen opwekten zijn dus twee keer gestorven, of misschien zelfs meerdere keren."
"Okay," zegt de theoloog, "u heeft gelijk, maar wil dit zeggen dat reincarnatie bestaat ?"
"Wie zegt dat het niet bestaat ?" oppert de oude man ... "God geeft meerdere kansen. God preekt tot de doden en wekt de doden weer op. Het een-kans-evangelie probeert alles op een leven te schuiven, zodat ze daardoor via angst meer macht over mensen kan krijgen. Dit is big business. Moet ik duidelijker wezen ? Van Johannes de Doper zei Jezus dat het Elia was, die zou terugkomen. Reincarnatie dus, en een teken dat het met Daniel of anderen ook op die manier zou kunnen gaan. Natuurlijk proberen de een-kans-theologen deze woorden te verdraaien zoals ze met alle bijbelgedeeltes omgaan. De dwazen gebruiken de Bijbel voor hun eigen strik. God gebruikt de Bijbel zelfs om hen ermee te verdwazen, en om hun lusten ermee uit te werken, totdat ze bemerken dat het een bereklem is. God gebruikt de Bijbel voor vele doeleinden. Vergeet niet dat God ook leugen zendt tot de leugenaars. Hij zendt Zijn Judassen tot de leugen-christussen. Hij heeft de kruizen al in de schuur staan.
"Godslasteraar !" buldert de theoloog "Dit zal je berouwen ! Ik ga er vandoor, u weet niet waar u mee bezig bent ! Ik geloof in een hemel en in een hel, in een kans, en daarna het oordeel, en niet in allerlei leugenachtige reincarnatie-praatjes ... Probeert u het oordeel van God soms te ontlopen ?" Woedend loopt de theoloog de kamer uit, pakt zijn spullen en vertrekt.
De profeet buigt zijn hoofd, en zegt : "Hier had ik vannacht al over gedroomd. Hij kan de zuiveringen niet aan. Hij zit te diep vast in z'n tradities, en houdt teveel van hetgeen dat was en is, inplaats van hetgeen dat komen gaat. We moeten hier weg, want hij zal onderhoort worden en veroordeeld worden als hij onze verblijfplaats niet verraadt. Hij zal ons daarom verraden, om z'n eigen gevoel van veiligheid te redden. Ze zullen hem verder niet vervolgen, omdat hij geen vuurwonderen heeft verricht, en vanwege de informatie die hij hen schenkt ... We moeten weg, Peter, en u kunt ook beter met ons meegaan. U heeft mij overtuigd, en Gods Geest sprak tot mijn hart over u. God kan u goed gebruiken ... Kom mee ..."
Peter knikt, er geheel mee instemmende. Waar zouden ze naartoe gaan ? De oude man had een idee ... Hij had nog ergens een oude vriend wonen, ergens diep in een bos. Die vriend was boswachter, en een man die nooit door iemand werd lastiggevallen.
Binnen korte tijd was het geregeld. De man woonde in een groot huis, en op zolder had hij een aantal slaapkamers ter beschikking. Hij wilde wel meewerken. Hij had hetzelfde hart als de oude man.
Toen ze aankwamen was het al donker. Ze vertrokken direct naar de zolder, waar ze op de gezamenlijke gang hun gesprek konden voortzetten. Er stond daar een tafeltje met wat stoelen. De man vertelde dat vroeger de katholieke kerkelijke leiders de reincarnatie-leer hadden weggeschrapt uit de kerk en de bijbel, omdat het hun macht over zielen aantastte. De reformatie was nog niet zover om het weer terug te brengen. Evenals de zieledelen-leer en de dodenhulp-leer moest het ingedeeld worden tot onderwerp voor verdere reformatie. Peter en de profeet waren een en al oor, en verbaasden zich hoe snel deze man zijn taak opnam. Hij was een man van theorie, maar nu werd het praktijk. Hij was een man van onpersoonlijkheid, maar nu werd het persoonlijkheid.
Hoofdstuk 5. De Aanslag
Het werd Peter duidelijk dat God de doden niet als doden zag, maar als "geroofden" en "ontvoerden". God stond de dood soms toe, en bracht het soms zelf, maar Peter begon in te zien dat doden-isolatie een regelrechte aanval was op het evangelie van Jezus Christus. Een leugen in de kerk, zo diep, dat zelfs de katholieke kerk daar milder in bleek te zijn. En dit allemaal tot doel om het kapitalisme op natuurlijk en geestelijk gebied te laten zegevieren. Hij vond de droom van de oude man zo prachtig, en eigenlijk had hij het gevoel dat gehandicapte kinderen veel dieper contact met de ontvoerden hadden dan anderen. Wie was er nu autistisch ? Kinderen die veel met opjecten praatten en met de natuur, om zo contact te hebben met "het geroofde", of hen die zich alleen maar blindstaarden op het materiele ? Wie hoorden er nu in de ziekenhuizen thuis ? De Bijbel had het bij nader inzien zo vaak over de dood, het sterven, als middel om bij God te komen. Niet zozeer als een natuurlijke dood, maar als een bovennatuurlijke dood, als een bevrijding van zonde. De boom en de bloem waren daar een mooi beeld van. Waarom moesten er zielen buitengesloten worden die dat niet verdienden ? Peter had zoveel vragen. Maar eigenlijk had hij het antwoord al. De dood was een manier om los te komen van het materiele, van de kapitalistische krachten ... Een kracht die dagelijks als een natuurkracht in hem mocht werken.
Als de dag van gisteren herinnerde hij zijn droom over de korachs-kinderen, degenen die onder Gods oordeel stonden. Zouden zij degenen zijn die uit woede en wraak .... Neen ... Hij durfde niet verder te denken ... Hij voelde hen trekken aan zijn hart .... Hem afhoudende van deze openbaringen ... Hij voelde hun innerlijke bedreigingen .... Hij herinnerde de ijzeren pinnen, het geschreeuw .... Ze wilden hem doof houden voor iets ... Iets wat nu komende was .... Deze zielen kwamen van de afgrond ....
Hij herinnerde het verhaal over de Bijbelse Spiegel, de symmetrie, de goddelijke gespletenheid ... als een kunstwerk van mozaiek, waar de oude man over sprak .... Peter kreeg een vizioen .... Hij zag zichzelf zittende op een gouden troon met een gouden appel .... God sprak tot hem dat het een appel des levens was .... Toen zag hij als door een spiegel zichzelf met een zwarte appel op een zwarte troon .... "Dit was je verleden," sprak God .... "Je at van de appel van de slang, waardoor je in het dodenrijk terecht kwam, een spiegelparadijs, genaamd "aarde". Je kwam van een paradijselijke aarde in een vervloekte aarde ... Dat was alreeds het dodenrijk, zoals Paulus het aardse lichaam "lichaam des doods" noemde ... Door de appel kwam je in het rijk van de slang ... Daarom is het maar net vanuit welke richting je praat .... Welke taal je gebruikt .... De Levael is een koning der dodenrijken, gezonden om mensen te verblinden, om hen te brengen van dodenrijk tot dodenrijk. Ook in het dodenrijk zijn er verschillende lagen. Maar aan beide kanten van de spiegel sta Ik, zoals ook de duivel aan beide kanten staat ... Hij was namelijk ook in het paradijs ... het maakt niet uit waar je bent ... het maakt uit aan welke kant je staat ... waar je bent in je hart ... Zowel Ik als de duivel is de schepper van deze wereld, vanwege de strijd der creaties, vanwege de wet van de wisselwerkende kracht. In deze capsule van tegengestelde krachten word je gevormd ... In deze capsule van strijdende krachten bevindt zich de trap tot zuiverheid en puurheid ...."
Opeens zag Peter in het vizioen kinderen met rode ogen en rood-zwarte klederen voor hem staan. Zij waren de zielen van I Petrus 3 die door de zondvloed aan de krochten van de zee waren prijsgegeven. Zij waren de zondvloeds-kinderen, wachtende op verlossing ... Er was al tot hen gepredikt door Jezus, maar nu wachtten ze op verdere verlossing .... Peter nam hen in zijn armen, en haalde diep adem .... Hij bad tot God on alle dodenrijken te laten zien waarin hij het verlossende werk van Christus mocht brengen. Het Evangelie, ook voor de doden ... Zoals de Bijbel dat zo duidelijk leert ...
De boswachter was iemand die je een christelijke communist kon noemen. Hij luisterde aandachtig naar de verhalen van de drie mannen. Hij vertelde dat er op het nieuws te zien was dat er verschillende kleine groepjes ontstonden die de leer van de mannen wilden navolgen, maar de mannen waren spoorloos verdwenen.
Naarmate de jaren verstreken begon het rustiger te worden omtrend hetgeen gebeurd was ... Alles leek weer in het oude cirkeltje te verzinken ... Maar Peter, de profeet en de oude man groeiden voort en maakten hun plannen ... Ook de boswachter was duidelijk geinteresseerd ...
Door de jaren heen leerden ze de profetische gaven voor dit werk vrij te zetten, en dat gebeurde naarmate ze de levael verdreven ... Op een dag hadden ze zoveel zielen verzameld, dat ze een stormloop konden doen op de verblijfplaats van de Levael en zijn Korachskinderen .... De profeet nam het woord en sprak tot de muren van de vesting. "Muren van Levael, val neer ! Muren van Levael, geef je geheimen prijs en wordt kaal. Dor zult gij worden, onvruchtbaar zult gij zijn." En toen keerde hij zich tot de Levael : "Levael, in Naam van Jezus Christus, de Gezalfde, In Naam van de Nazoreeer : Geef de sleutels van het dodenrijk prijs, van al je dodenrijken en martelplaatsen."
Toen stond de profeet op en sprak : "Kom mee, we gaan nu naar de leiders van het land, het is tijd." Peter knikte en samen met de oude man liepen ze naar hun auto. Er was juist een vergadering der ministers, en de profeet riep door de ramen dat hij een boodschap van God voor hen had. Lacherig werden de ramen gesloten maar de profeet geraakte in woede ... Hij trapte een raam in en sprak : "Kom maar naar buiten, want God gaat dit hondehol door vuur verteren."
"U staat onder arrest werd er geroepen, en politiemannen kwamen naar buiten rennen." Eentje werd er direct door vuur verteerd, voldoende om de anderen in huivering te brengen. "Luister goed," sprak de profeet .... U mag gerust uw vergaderingen voortzetten, maar dit kapitalistische gebouw gaat eraan. U pakt uw spullen maar die u nodig heeft. Morgen gaat het gebouw ter vlakte." Maar ondertussen werd er al gebeld naar het leger, en spoedig waren er helicopters boven de profeet, Peter en de oude man. "Geef uzelf over, of er wordt geschoten," werd er geroepen vanuit een helicopter. Maar de profeet, Peter en de oude man waren onaantastbaar. Er werd geschoten, maar zonder enig resultaat. Toen explodeerde het gebouw ... Verschillende ministers die naar buiten waren gekomen wilden nu wel luisteren ... Het vreemde van deze vuurexplosies was dat ze soms heel specifiek mensen oversloegen. De profeet riep tot de ministers : "God gaat dit land in vuur brengen. Een ieder wiens hart niet zuiver is zal door dit vuur verteerd worden tot as. Laten uw nieuwsbrigades dit maar verkondigen. En jullie kunnen rustig doorgaan met jullie vergaderingen, maar jullie houden op met kapitalistische geldspelletjes. De jeugd en het gerechtshof dient te worden aangepakt, de media, en dan zullen we wel verder zien."
"Wat zijn uw plannen ?" werd er geroepen ...
Ondertussen werd er van andere locaties uit naar het buitenland gebeld. De mannen moesten koste wat het koste opgeruimd worden, al zij het door een kolossale bomaanslag. En ja hoor, de grootmachten van het buitenland kwamen aanzetten ... Iedereen werd opgeroepen het land te verlaten. Bommenwerpers kwamen van alle kanten, terwijl de profeet, Peter en de oude man rustig in de auto zaten. Iedereen was inmiddels van het terrein weg. Er werden bommen geworpen, maar niets hielp ... De profeet was inmiddels buiten z'n zinnen van woede ... Totdat ineens een enorme vuurarend in de lucht verscheen ... Het was de Levael ... Hij spuwde vuur ... En de auto verdween geheel onder een zee van lava ...
Ineens schrok Peter wakker ... Het was maar een droom ... In paniek rende hij naar de kamer waar de profeet lag ... Maar er lag niemand ... Toen rende hij naar de kamer van de oude man ... Maar daar lag ook niemand ... Peter raakte in paniek ... Wat was er aan de hand ... Er klopte hier iets niet ... Toen ineens was het alsof z'n hoofd explodeerde ... En hij hoorde gelach in zijn hoofd ... Hij werd wakker in het ziekenhuis ... Hij had een hersenberoerte gehad ... en een helft van z'n gezicht was verlamd geraakt ... Hij zag de boswachter naast hem zitten ... "Sorrie, ik kon niet anders dan je hier te brengen ... Ik vond je bewusteloos op de grond ..." sprak hij met een ernstig gezicht .... "Waar zijn de profeet en de oude man ?" vroeg Peter ... Zij zijn gearresteerd, en ze zullen jou ook arresteren als je hier klaar bent ... " zei de boswachter.
Peter werd woedend, en zei dat hen die dat op hun geweten hadden in gevaar waren ... Hij kon nauwelijks praten vanwege de beroerte ... Hij snapte dat de boswachter gehandeld had zoals hij had gehandeld, maar dat zijn vrienden waren gearresteerd ... dat kon niet ... Peter was woest ... Hij wist dat dit een nieuwe aanval van de Levael was, en het was nu hard tegen hard ... "Waar zijn ze ?" riep Peter ... "Ik moet mijn vrienden zien." Een zuster probeerde hem te kalmeren, maar hij duwde haar opzij ... "Jullie zijn allemaal godslasteraars !" riep hij ... Plotseling kwam er een lange man binnen, die naar Peter toeliep ... Het was een psychiater ... Hij wilde Peter een hand geven, maar Peter sloeg de hand weg. "Ik zal je helaas moeten opnemen," sprak de psychiater ... U bent zwaar gevaarlijk voor de samenleving, zoals wij dat noemen : zwaar gestoord ... godsdienstwaanzin ... Uw vrienden zijn in goede handen, maakt u zich maar geen zorgen ..."
"Nee !" schreeuwde Peter, "Ik heb geen godsdienstwaanzin ! Ik weet waartegen ik vecht ! Jullie zijn bezeten van de Levael .. Jullie zijn korachskinderen !"
"Mijnheer, probeert u zich maar even rustig te houden .... Dat wat u hebt zijn waanideeen ... Leuke verhaaltjes, maar berust niet op waarheid ... U bent zeker een gevaar voor de samenleving, en u zult de komende tien jaar niet van ons af zijn. Ik zal u onder strenge bewaking in een separeer-cel zetten, en u kunt eens per dag even in de buitenlucht op streng bewaakt terrein. Mijnheer, ...u staat schuldig aan ... moord ... massamoord .... De rechter zal hierover zijn vonnis uitspreken .. U heeft grote kans dat u nooit meer terugkunt in de samenleving." zegt de psychiater ... De boswachter was inmiddels weer verdwenen ..
Peter begint luid te krijsen .... Het was alsof hij met miljoenen ijzeren pinnen tegelijk werd doorboort ... Binnen enkele dagen werd hij naar een streng bewaakte kliniek afgevoerd, waar hij in de separeer-cel belandde. Hij was inmiddels met riemen vastgemaakt aan een bed, vanwege agressief gedrag naar verplegend personeel ...
Op een dag krijgt hij bezoek ... Het was de theoloog ... "Peter," sprak hij ... "Ik heb een enorme fout begaan ...en ik weet niet of je me ooit kunt vergeven ... Ik stond onder te hoge druk ... en ik heb hele domme dingen gedaan ... Ze hebben me onder zo'n hoge druk gezet dat ik ons verblijfadres heb verraden ... Ik zal het mezelf in ieder geval nooit meer vergeven ... Ook al waren jullie gelukkig al vertrokken ..."
Peter was blij hem te zien ... "Help me hieruit," fluisterde Peter ... "Waar zijn de profeet en de oude man ?"
De theoloog begon te snikken ... De profeet is veroordeeld tot levenslang .... evenals jij ... en de oude man is op vrije voeten gezet, omdat hij er eigenlijk niet zoveel mee te maken had ... met de tijd dat jullie twee met mij de gemeentes bezochten ...
"Het is okay ... alleen ... ik kan wel wat pastorale hulp gebruiken ..." zegt Peter ..."alhoewel ik je op het moment moeilijk kan vertrouwen ... Ik zie wel dat je echt berouw hebt, maar ik was heel erg, verschrikkelijk diep in je teleurgesteld ... Het is alsof er iets is gebroken tussen jou en mij .... en ik weet niet hoe ik het kan oppakken ..."
"Alleen de tijd kan bewijzen wat ik voor je voel," zegt de theoloog ... "Ik zei al, ik zal het mezelf nooit vergeven wat ik je heb aangedaan .. Ik voel me als Petrus die de Heer Jezus verloochende ... Maar ik ben terug om te zeggen dat ik aan jouw kant sta ... Ik wil echt Gods paden bewandelen, en ..."
"Vriend," onderbreekt Peter ..."je zonden zijn je vergeven ... we geven het gewoon een tweede kans ... Kun je nu geloven dat God ook tweede kansen geeft ?"
"Ja," glimlacht de theoloog,"ik zie dat nu in, Peter ... Ik ben God dankbaar dat ik nu mag zien hoe belangrijk tweede kansen zijn voor daadwerkelijke vriendschap en een echte liefdesrelatie met God ..."
"Vriend, kun je me vertellen wat er nu gaande is ? Waar is God nu ? Waarom laat Hij dit toe ?" vraagt Peter ... en begint te vertellen over de droom en wat er allemaal gebeurd is ...
De theoloog zegt : "Peter, luister, je wist van tevoren hoe zwaar het zou worden, en dat de Levael zich niet zomaar prijs zou geven ... Maar je weet ook dat dit je naar een hoger vuur zal leiden ... en hogere gaven, die God Zijn getrouwe kinderen toevertrouwd ... Jij bent God getrouw gebleven ... daarom mag jij hier doorheen gaan ... het is Gods Gave voor jou ..."
Peter voelde zich tot in z'n botten gebroken ... alsof hij op de bodem lag van een zee van ijs .... Terwijl een zee van vuur hem van binnen opvrat .... Hij had geen behoefte meer om in de materiele wereld te werken ... Hij wist dat hij door deze gebeurtenissen de diepste dodenrijken kon binnengaan .. zoals zijn grote Liefde Jezus de Nazoreer eens deed ... Ja, nog steeds ... en nu door hem heen .... Er brandde een zacht vuur in hem ... van hieruit kon hij alle bomen omhelzen ... alle bloemen ... Hij voelde zich nu ... een gehandicapt kind ... dichter bij de dood dan ooit tevoren ... maar ook ... dichter bij het leven ... een leven met andere wetten ... een leven zo rijk en zo diep ... Hij was tevreden met zijn bed .... en zelfs met de riemen ... Hier kon hij dromen ... en andere dromen aanraken ....
De boswachter, de oude man en de theoloog kwamen hem vaak opzoeken ... Peter was gelukkig ... Ze vertelden hem over de verschillende groepen die zijn ideeen aanhingen. Meestal kwamen ze in het geheim bij elkaar ... Het werk werd voortgezet ... en het leek alsof er anderen zoals Peter en de profeet opstonden ... rebellerende tegen het huidige kapitalisme ... tegen het evangelie van het grote geld ... Ze riskeerden boetes of gevangenisstraffen, want de overheid had op dat gebied de touwtjes flink strak gespannen ... maar het leek wel alsof niets hen kon tegenhouden ... het was alsof er een nieuwe generatie opstond ... vechtende tegen de Levael ... niet massaal ... maar in kleine groepjes ... Sommigen zouden Peter graag willen zien, maar Peter hield de boot af ... Het was alsof hij te moe was ... en te bang voor nieuwe avonturen ... Peter ontdekte een nieuwe wereld binnenin ... een wereld die vroeger altijd weggewimpeld werd ... waar grote slagbomen voor stonden ... met prikkeldraad en hekken met lange scherpe punten ... Hij was er overheengegaan ... Het had hem bijna zijn leven gekost ... En nog steeds leek het alsof hij zwom in een zee van vuur en ijs .... reikende naar .. de overkant ....
Met de profeet ging het goed .... Advocaten hadden een hoger beroep aangetekend ... en men was verwonderd over de wijsheid van deze man ... Wonderbaarlijk wist hij de aanklachten te weerleggen ... Alsof hij gouden sleutels in zijn hand had ... Ook pleitte hij voor de vrijlating van Peter .... Al gauw werden ze beiden vrijgesproken, maar Peter had nog een lange weg te gaan. Hij had rust nodig ...
Het was alsof de incidenten waren vergeten ... Na de arrestatie waren er vele nieuwsuitzendingen, die vele herinneringen ophaalden, maar opnieuw bleek nu alles weer in slaap te sussen ... en Peter en de profeet werden sterk bepaald bij persoonlijke verandering, en het aanvaarden van het lijden ... Het zou een tijd worden van het dieper uitslaan van persoonlijke wortels ... Ook de beweging leek weer enigszins te slinken, maar het ging hen niet om getallen ... Het ging hen om persoonlijke groei door iedere situatie ... door welke omstandigheden dan ook .... De nadruk werd meer en meer gelegd op het persoonlijke .... en niet de phenomena eromheen ...
Hoofdstuk 6. Nieuwe Zekerheden
Peter begon te beseffen dat door hang naar materie de mens uit het paradijs viel ... Men moest leren via de binnenwereld met iets in contact te staan ... door tijd, geduld en voorzichtigheid ... Zo kon men door het geestelijke vele werelden betreden en met veel dingen in contact staan ... maar door het materiele zouden deze deuren gesloten worden ... Men at van de materiele appel ... en men werd materieel ... afgesloten van de geestelijke meerzijdige bronnen ... afgesloten van een veelzijdige, multi-dimensionale natuur ... de juweel van zoveel stralen ... Hij begon het materiele meer en meer als een gevangenis te zien ... en wist dat Hij Jezus de Nazoreeer wilde volgen in Zijn kruistocht, maar ook in Zijn Hemelvaart .... Hij vroeg zich af waarom mensen zo vaak tussen deze twee dingen blijven steken ... Jezus was niet op zoek naar materie .... materie was dood .... Jezus was op zoek naar de troon van God ... het Levende Hart van God ....
Hij begon meer en meer de verwoestende gevolgen van materiele communicatie in te zien ... Hij voelde de duistere krachten van licht en geluid ... die hem opgesloten wilden houden in deze aardse gevangenis ... Hij begon meer en meer te leren van de natuur, die hij zag als doorgangen naar het meer-dimensionale geestelijke ... Hij zag hoe bomen met elkaar communiceerden, planten en bloemen ... Hij zag hoe dieren communiceerden .... dat was niet materieel ... dat was geestelijk ....zoveel werelden met elkaar verbindende .... En ja, dit was de hemelvaart die Jezus maakte ... op een wolk .... dit was een fijnere materie ... met een diepere sensitieve inslag .... dit was ervaren ... dit was contact hebben ... dit was leven .... dit was eten van de boom des levens ... van gouden appels ....
Hij maakte zich niet meer zo druk hoe anderen dachten ... Vroeger deed het hem pijn als anderen materieel dachten ... maar nu wist hij dat zij de ketel vormden die hem weer omvormde tot datgeen wat hem gelukkig maakte ... En deze ketel kwam meer en meer op de achtergrond ... want hij begon meer en meer los te laten .... Hij had niet meer de behoefte om veel te spreken ... Het was alsof zijn hart nieuwe connecties had gevonden om zijn energie en bevindingen aan kwijt te kunnen .... En het was nu alsof het door bleef echo-en ... alsof hij nu zijn maatjes had gevonden die zijn hart weerkaatsten ...
Hij begon meer en meer de natuur op te zoeken .. vooral de bossen ... Op een dag tegen de avond, kwam tot zijn grote schrik de Levael op een tak dichtbij hem zitten ... Hij sprong achteruit .... Het leek wel alsof het gekraai tot diep in z'n hersenen doorprikte ... Toen Peter weer bijkwam merkte hij dat het beest alweer vertrokken was .... Maar toen hij thuis was gekomen voelde hij zich erg ziek ... Het werd een lange nacht met afschuwelijke nachtmerries waarin hij zichzelf zag vechten in een ijszee met allerlei vissen en draken ... aan het einde van de reeks nachtmerries krijgt hij een droom waarin hij de overkant van de ijszee bereikt ... Simson wacht hem daar op om hem een paarse mantel aan te reiken .... Simson zegt daarbij : "Zoon, je hebt vele geheimen van vuur en ijs leren kennen. Je hebt geleerd hoe je deuren kunt openen en sluiten ... Je zult nu de gave ontvangen om ogen te openen en te sluiten ... om ogen te genezen .... en om ogen te creeeren .... Het gouden zwaard wordt nu door de ogen van de Levael gestoken ... Je bent nu de geneesheer van de ogen der bedieningen" ... En Peter zag op zijn paarse kleed allerlei verschillende ogen verschijnen ... En toen kwam een andere enorme arend tot Peter ... het was een reusachtige engel genaamd Lelsar ... De achterkant van de engel was een uil .... En toen de engel sprak, gebeurde het in alle tonen ... Peter had nog nooit zo'n stem gehoord ... En hij zag alle slechte korachskinderen wegsmelten in een zwarte appel ... De engel brak de appel doormidden en gooide een helft in de zee van vuur en de andere helft in de zee van ijs .... Vele explosies vonden plaats ... en hij sprak : "Eet nooit meer van deze appel ..."
In Charismatische gemeentes kwamen nu vele lichtverschijnselen voor ... de lichtverschijnselen brachten de mensen in een diepere extase dan ooit tevoren ... De lichten begonnen van de gezichten van de mensen te stralen en grote genezingen vonden plaats ... Zelfs verschijningen van vuur begonnen plaats te vinden ... maar Peter wist dat het allemaal vals was ... Het was de Levael die vanuit de hemelse gewesten in de aardse gewesten aan het vallen was ... En als een woeste brullende leeuw verzamelde hij zijn schaapjes ... Hij deed zichzelf voor als Christus en de Heilige Geest ... Mensen begonnen tatoeages op hun huid te krijgen die ze toeschreven aan goddelijke interventie ... Maar Peter mocht zich er niet mee bemoeien ... Peter wist dat dit nog maar het begin was .... Hij wist dat er zelfs valse wederkomsten van Christus zouden plaatsvinden, en andere soorten van valse uitstortingen van de Heilige Geest ... Maar hij mocht zich er niet mee bemoeien ... Hij mocht deze appels zelfs niet aanraken ... Hij wilde niet nog een keer opgesloten raken in de materie ... Hij wist dat deze wederkomsten van buiten hem alleen maar af wilden leiden van de wederkomsten binnenin ...
Einde