Nuls Verhalen Simson 11 juni 2007
Simson was een wilde jongen. Je moest hem niet kwaad maken, want dan hield hij je op de kop, zo jong als hij was. Toen hij opgroeide werd hij steeds rustiger en lieflijker, alleen 's nachts was hij erger dan ooit tevoren. Daarom wilde Simson zo graag alleen wonen, diep in de wildernis. Wat gebeurde er dan 'snachts met Simson ? Er werd veel over gespeculeerd, maar niemand wist het precies. Overdag was het de aardigste jongen die je je maar kon voorstellen.
Simson was een wilde jongen. Je moest hem niet kwaad maken, want dan hield hij je op de kop, zo jong als hij was. Toen hij opgroeide werd hij steeds rustiger en lieflijker, alleen 's nachts was hij erger dan ooit tevoren. Daarom wilde Simson zo graag alleen wonen, diep in de wildernis. Wat gebeurde er dan 'snachts met Simson ? Er werd veel over gespeculeerd, maar niemand wist het precies. Overdag was het de aardigste jongen die je je maar kon voorstellen. Simson hield ervan om in de bergen, het bos of de woestijn te spelen. Vaak speelde hij alleen, omdat andere kinderen hem toch een beetje vreemd vonden. Opeen dag vond Simson een boek over Tarzan. Tarzan was een jongen die diep in de wildernis leefde samen met allerlei dieren zoals grote apen, slangen en beren, ja, ook panters. Het leven van Tarzan sprak Simson erg aan, en hij beschouwde het boek als zijn mooiste boek. Later zou hij ook wel als Tarzan willen worden. Tarzan hield erg van boompje klimmen, en van varen in een peddelboot op de rivier. Simson had geen vader en moeder meer, maar woonde bij zijn juffrouw in huis. De juffrouw had een groot huis, en elke dag liepen ze samen naar school. Simson werd op school vaak gepest, maar de juffrouw nam het altijd voor hem op, en twee meisjes. Eigenlijk waren die twee meisjes Simsons enige vrienden. Soms wilde hij weleens dat hij weer zo sterk was als vroeger, toen alle kinderen bang voor hem waren.

Op een dag las Simson aan de twee meisjes voor uit het boek van Tarzan. De meisjes vonden het ook een mooi verhaal. Simson vroeg hen weleens of zij met hem meewilden in de wildernis om daar te gaan wonen als ze later groot waren, maarde meisjes vonden dat maar niets. Eén meisje wilde verpleegster worden, en het andere meisje politie-agente.

Op een dag kwam er een grote jongen naar Simson toe, die hem heel hard begon te slaan. De jongen sloeg hem zo hard dat Simson uiteindelijk bloedend wegliep. Thuis aangekomen nam de juffrouw een doek en bond het om de wond heen. De juffrouw was soep aan het koken. Simson wilde niet meer naar buiten, en wilde de volgende dag ook niet naar school. Simson voelde zich naar. Steeds meer begon Simson zich op zijn kamertje terug te trekken, en las vaak uit het boek van Tarzan. Op een dag kwam de juffrouw naar Simson's kamer toe om met hem te praten. Simson liet haar het boek van Tarzan zien. 'Zal ik je er uit voorlezen?' vroeg de jongen. De juffrouw knikte vriendelijk. Simson las het hele boek voor haar uit, hardop. De juffrouw vond het een prachtig verhaal, en ook aan haar vroeg Simson of ze met hem mee wilde naar de wildernis als hij groot was, om samen met de wilde dieren te leven. 'Oh, spannend, Simson,' zei de juffrouw.' Tarzan beleefde zoveel avonturen met de wilde dieren, en dat zou ik ook wel willen.' Simson was blij dat de juffrouw hetzelfde wilde als hem.

Toen het vakantie was stelde Simson aan de juffrouw voor om een reis te maken door de wildernis. Dat wilde de juffrouw wel. Ze vond het ook wel goed voor de jongen, want dan kon hij even al zijn problemen vergeten. En zo gingen ze op pad. Diep in het bos voelde Simson hoe zijn kracht weer tot hem terugkeerde. Beiden hadden ze het erg naar hun zin in het bos, en dwaalden steeds dieper en dieper. Maar na een tijdje begon de juffrouw erg moe te worden. Ze zouden één nachtje in het bos slapen, en dan de volgende dag weer naar huis teruggaan.

Midden in de nacht begon de juffrouw over God te vertellen. Dat had ze nog nooit gedaan. Maar ze herinnerde de verhalen van vroeger. Simson luisterde aandachtig. Maar plotseling zei Simson tegen de juffrouw : 'Juffrouw, ik moet even weg. Het gebeurt weer.'

'Wat gebeurt weer, Simson ?' vroeg de juffrouw.

'Dat kan ik u niet vertellen,' zei Simson, en rende weg. Na een tijdje kwam hij weer terug, en samen vielen ze in een diepe slaap. De volgende ochtend vroeg Simson of de juffrouw nog meer verhalen over God wilde vertellen, want hij vond ze zo prachtig, en werd er zo rustig van.

Omdat Simson de verhalen zo mooi vond besloot de juffrouw ze ook te vertellen in het nieuwe schooljaar. De kinderen vonden het erg prachtig, en sindsdien hield het pesten op school op. Maar Simson was nog steeds erg boos op de kinderen die hem zo hadden gepest. De juffrouw zei dat Simson hen moest leren vergeven, maar Simson kon het niet. Vaak had hij woede-aanvallen 's nachts, en ook op school ging het helemaal niet goed. Simson begon zijn oude kracht terugte krijgen van toen hij heel jong was. Weer begonnen de kinderen erg bang voor hem te worden, zelfs zijn twee vriendinnetjes. Simson deed geen kinderen kwaad, maar soms duwde hij in een woede-aanval grote dingen om, of tilde ze op en smeet ze een eind weg. Op een dag vroeg de juffrouw of Simson het boek van Tarzan in de klas wilde voorlezen. Simson glunderde en begon hardop te lezen. Alle kinderen vonden het prachtig, en het leek alsof de rust weer tot Simson begon terug te keren. 'Wie van jullie zouden later met mij mee de wildernis in willen?' vroeg Simson toen hij het boek helemaal hardop had uitgelezen. Een paar jongens stoken hun vingers op, maar Simson raakte direkt teleurgesteld omdat dat juist de jongens waren die hem vroeger zo gepest hadden. De spanning was te snijden en het was ineens erg stil. Eén van de jongens stond op en zei : 'Simson,het spijt me dat ik je vroeger zo gepest heb.' Ook de andere jongens stonden op, en zeiden dat het hun speet. Langzaam legde Simson het boek neer en liep naar zijn plaats. Ook al was hij nu wat rustiger, hoe voelde nog steeds de woedeborrelen van binnen, en kon hen niet vergeven. Ook de jongens gingen weerzitten. Simson had het gevoel dat ze dit alleen zeiden omdat ze nu zo bang voor hem waren.

Thuisgekomen zei Simson niet veel. Na een tijdje vroeg hij aan de juffrouw :'Wie zijn eigenlijk mijn vader en moeder, en wat is er met hen gebeurd ? Ik ben een vondeling, hè ?' De juffrouw liep naar Simson toe, en omhelsde hem. 'Je vader en moeder waren waarschijnlijk te arm om voor je te zorgen,' zei de juffrouw. 'Maar waarom hebben ze me dan op de wereld gezet ?' vroeg Simson weerin onbegrip.

'Omdat ze van elkaar hielden,' zei de juffrouw.

'Maar waarom hielden ze niet van mij dan ?' vroeg Simson. De juffrouw wist ineens niet wat ze moest zeggen. Simson ging naar zijn kamer. 'Ik wou dat ik Tarzan was,' dacht Simson bij zichzelf. 'Dan had ik niets meer met mensen te maken, alleen nog maar met wilde dieren.' Even later kwam de juffrouw binnen en omhelsde hem weer. 'Ik denk wel dat ze van jou gehouden hebben,' zei dejuffrouw, 'zoveel dat ze je als vondeling hebben gelegd zodat ik voor je kon zorgen.'

'Maar wat als je mij niet had gevonden,' riep Simson, 'dan was ik van honger of kou doodgegaan.'

'Dan had iemand anders je wel gevonden,' zei de juffrouw. Simson ging op z'n bed liggen en de juffrouw hield zijn hand vast. 'Ik ben zo blij dat jij me gevonden hebt,' zei Simson, 'ik zou niemand anders gewild willen hebben.'

'Kan God ook met me praten ?' vroeg Simson ineens.

'Ik denk dat het met God zo is als met de wilde dieren,' zei de juffrouw, 'het zal heel moeilijk zijn om met Hem om te gaan, want Hij is heel anders alsons.'

'Denkt u dat Tarzan met God kon praten ?' vroeg Simson.

'Misschien wel, dat weet ik niet,' zei de juffrouw. Simson zuchtte. Het was allemaal nog zo ver weg voor hem. Maar als hij net zoals Tarzan met de wilde dieren kon leven en omgaan, dan kon hij dat misschien dan ook wel met God leren.

'Ik denk dat als je begint met het leren om te gaan met kinderen waarmee je moeite hebt, dat je dan ook met God kan leren omgaan,' zei de juffrouw. 'Misschien dat de wilde dieren in het begin ook niet zo lief voor Tarzan waren, maar later konden ze een band met elkaar opbouwen.'

Midden in de nacht vroeg Simson aan God : 'God, als u echt bestaat, kunt u dan naar me toe komen om met me te praten ?' Maar hoe lang Simson ook op een antwoord wachtte, er kwam niets. Simson was erg teleurgesteld, maar de volgendedag zei de juffrouw hetzelfde als wat ze de dag daarvoor had gezegd : Begin eerst maar eens met de wilde dieren en de kinderen waarmee je moeite hebt.

Simson koos voor de wilde dieren, in plaats van de kinderen waarmee hij moeite had. Maar ja, hoe kwam hij bij de wilde dieren ? De juffrouw gaf een duidelijk antwoord : 'Simson, die wilde dieren zijn de kinderen om je heen. Ze zijn al aan het veranderen, dus grijp je kans.' Maar Simson zat nog veel te vol met woede naar die kinderen toe. Eigenlijk kon hij alleen maar aardig zijn naar zijn twee vriendinnetjes.

Op een dag, toen het weer vakantie was, vroegen de twee meisjes of Simson met hen mee wilde om een grote wandeling door het bos te maken. Dat wilde Simson natuurlijk direkt. Hij stelde voor dat ze een reis door de wildernis zouden maken, zoals hij eens met zijn juffrouw deed. Het was nu toch vakantie. En zogingen ze op reis. Dit keer ging Simson nog verder dan de keer dat hij met z'n juffrouw ging. Maar wilde dieren kwamen ze niet tegen. Pas na enkele dagen warenze weer terug.

Simson begon steeds meer en meer over God te praten. Simson hoopte dat God eens een keer met hem zou komen praten. Maar Simson moest steeds denken aan de jongens waarmee hij niet wilde omgaan. Misschien moest hij het toch maar eens proberen. Op een dag trok Simson de stoute schoenen aan en vroeg aan de jongens of ze ook met hem meewilden de wildernis in. Dat wilden de jongens wel. En ze maakten een reis verder dan Simson ooit eerder had gemaakt. Ze kwamen zo diep inde wildernis dat ze daar de wilde dieren tegenkwamen. De jongens vonden dat erg spannend. Wat zouden ze graag vriendschap willen hebben met de wilde dieren. Maar ze wisten dat ze erg voorzichtig moesten zijn. Ze konden beter niet te dichtbij komen, en niet te lang blijven, want dan zou het echt gevaarlijk worden.

Toen ze uiteindelijk weer thuis waren voelde Simson zich heel anders. Simson voelde zich tevreden, en hij was zelfs trots op zichzelf dat hij het gedaan had. Hij was nu bij de jongens geweest waar hij zoveel moeite mee had, en hij was bij de wilde dieren geweest. Misschien dat God nu wel met hem zou willen praten. Hij kon bijna niet wachten tot het nacht was geworden. Toen hij in z'n bed lag badhij weer tot God, en vroeg aan God of Hij nu wilde komen om met hem te praten. Simson voelde zich heel anders nu, en ook al sprak God niet tot hem, hij kon God wel voelen. Het was genoeg voor Simson. Hij voelde zich nu als Tarzan. Tarzan kon ook niet met de wilde dieren praten, maar hij kon wel heel dicht bij de wilde dieren zijn.

Einde