Lees dit indrukwekkende visionaire stuk over de toestand van de kerk en wat de Heere wil gaan doen.
Ik kwam binnen en alles was onder de spinnenwebben. Ik liep door de gang, en zag
wat bijbels liggen en wat oude gezangenboeken onder het stof. De muren waren
oud, sommigen gebarsten, en toen ik in de zaal kwam zag ik niemand op de
kerkbanken zitten. Alles was hier leeg, en ik vroeg waarom. En de Heere sprak :
Ze zijn allemaal in de stad. Niemand durft hier nog te komen, bang dat hun
dromen hier kapot zullen gaan.
En ik ging naar de stad, en ik zag mensen lopen met droombollen om hun hoofden.
De droombollen leken op een soort inktvissen, en ze zogen de hoofden van de
mensen leeg in ruil voor mooie dromen. 'Leeghoofden,' noemden de Heere ze, want
ze verloren zo hun gevoeligheid naar elkaar, en naar de Heere. En ik zag één van
de tentakels telkens in de monden van de mensen komen, en de mensen begonnen
muziek te maken, pret te maken. Het was feest. Oh, wat waren ze gelukkig, maar
de inktvissen voerden hen door de hele stad totdat ze in een buitenwijk kwamen.
Ze werden gevoerd tot een haven, en merkten niet eens dat ze het water ingingen.
Ze konden gewoon door blijven ademen door zo'n tentakel in hun mond.
Ik ging terug naar de lege kerk omdat ik de afloop niet durfde te zien. Maar de
Heere sprak : 'Die dromers met hun mooie dromen, maar deze dromen zijn niet van
mij, en leiden hen tot de dood, omdat ze het kruis niet hebben gewild, de leegte
niet gevuld, en daarom zijn zij zelf leeg geworden, als lege vaten voor de zee.'
Ik vroeg de Heere voorzichtig wat er dan op zee zou gebeuren. 'Kom,' zei de
Heere, 'Ik zal het je laten zien.' Ik ging naar de bovenverdieping van de kerk,
waar een balkon was, maar toen moest ik nog hoger komen bij een heel hoog raam,
en vandaaruit kon ik alles zien. Ik zag vreselijke vissen komen die hen begonnen
aan te vreten. Ze waren voer van de zee geworden, vissenvoer. Ik vond het
vreselijk, want ik zag ook tussen hen waarvan ik dacht dat het vrienden waren.
Tranen begonnen uit mijn ogen te komen, en ik vroeg de Heere of die zee niet
vervangen kon worden. En de Heere sprak : Wees jij een schip voor hen. Vertel
hen over Mijn Liefde. En mijn tranen begonnen meer en meer te stromen, en werden
als vuur. En de lege kerk veranderde in een ark, en ging over de vloed van
tranen naar de inmiddels overstromende zee. 'Spuug mijn broeders en zusters uit
!' riep ik tot de vissen. En ik zag hoe enkelen uitgespuwd werden, en ik hielp
ze aan boord. Ik weet niet hoe lang het duurde, maar het water ging weer zakken,
en een hele nieuwe natuur begon te ontstaan. De vissen begonnen uit te drogen,
en weer kwamen er enkele broeders en zusters voort, gebonden aan handen en
voeten. We maakten ze los, en dankten de Heere. Het was een bloeiende wildernis
waarin we leefden, en de ark werd weer tot een kerk, maar ditmaal was er een
kleine groep mensen in. Bomen en struiken begonnen voort te komen, en zij
droegen andere broeders en zusters in zich, en zij sliepen. 'We moeten wachten
op de nieuwe oogst,' zei ik.
En ik dacht na over hoeveel broeders en zusters we hadden verloren. Het waren er
velen, maar toch gaf de Heere enkelen van hen terug. Het was als een nieuwe vlam
in mijn hart.
Het is ongelofelijk dat christenen de Heere en Zijn Woord misbruiken om daardoor
rijk te worden. Het welvaarts-evangelie is een egoistisch christendom. Heeft de
Heere ons niet gezegd dat we ons moeten richten op de armen, de wezen en de
weduwen ? Worden we niet door armoede rijk, zoals Christus ons ten voorbeeld was
? Het evangelie is een evangelie van armoede, een evangelie van het kruis. Keer
daarom om van de weg van zelfbevrediging, en hangt uw vrouw aan, de Heilige
Armoede. Keer daarom om van de weg van dure kleding, het harnas der wereld, en
al haar sieraden, maar hangt uw man aan, het kruis. Draagt de doornenkroon tot
het einde, drink van de beker van het lijden, om zo één te zijn met de
Goddelijke Natuur.
Nee, niet de wereld moet zich bekeren. U moet u bekeren. Dat wat u kerk noemt is
geen kerk. De ware kerk is leeg, en zal alleen door enkelingen bezocht worden,
verdwaalde bezoekers, dronken geworden van het kruis, de armoe in de handen
houdend. Zij waren op zoek naar wat overgebleven was, en zij hebben het
gevonden. Daarom : Verlaat de stad, want God zal haar slaan. Begin aan uw
zwerftocht, naar de laatste lichtjes in de wildernis. Tot een lege kerk zult u
komen, en dan zal het grote avontuur voor u beginnen. U zult daar de hemel zien
opengaan, en daar zal de Heere tot u spreken. Het zal zijn van hart tot hart.
Van hart tot hart, aan elkaar verbonden door het Bloed van Christus, door de
klappen van het kruis, gevoelig geworden. Het spotkleed heeft u beiden omhuld en
heeft u verwarmd. Van hart tot hart gaan de lichtjes aan tot vuurvlammetjes,
want de spijkers zijn diep gegaan. Ze hebben het hart geopend, en ook de ogen
zijn opengegaan.
Eén van Ons
En ik zag mijn broeders en zusters die zo lang in de bomen hadden geslapen uit
de bomen komen, en ze waren verwonderd over de nieuwe natuur. En ze hoorden het
geluid van de vogels en de apen, en het gebrul van de wilde dieren, en ze
omhelsden elkaar, van hart tot hart. Ze waren als geriemd door het spotkleed.
Rijk waren ze niet, maar arm, en vol van liefde. Door tranen wasten ze elkaar,
en ze hieven hun ogen op om Christus te zien. Hij verscheen daar in de wolken
als een zacht lichtend licht. Bliksem kwam uit zijn ogen, en een rode gloed
omhulde Hem, en sprak : Verkondig Mijn Evangelie van Armoe en Liefde tot aan het
einde der dagen.
En we kwamen tot een zee van tranen, en zij die de rijkdom hadden aangehangen
waren tot vissen geworden, en we begonnen het evangelie te verkondigen. En
telkens als er een hart werd geraakt, dan steeg de ziel vanuit de vis op, om
zijn oude lichaam achter te laten, en werd vernieuwd door de sterren, om te
worden één van ons.