Inhoudsopgave :
Hoofdstuk 1. De Kooi van de Profeet
Hoofdstuk 2. Het Grijpen Naar het Zwaard
Hoofdstuk 3. De Juwelen in het Zwaard
Hoofdstuk 4. De Juwelen in de Helm
Hoofdstuk 5. De Juwelen in het Schild
Hoofdstuk 6. Op Naar het Eiland
Hoofdstuk 1. De Kooi van de Profeet
Het profetische leven kenmerkt zich door de worsteling met jezelf en je
interpretatie. Ontbreekt die worsteling, dan kun je je afvragen of je wel
profetisch leeft. Vaak is datgene waarvan men denkt dat het profetisch leven is
gewoon sociaal leven. De worsteling met jezelf wordt vaak extra verhit door de
sociale machine, en zo probeert de profeet die dan ook zo veel mogelijk te
ontvluchten, om innerlijke rust te vinden. Vaak zal de profeet dan merken dat
hij een gevangene is van die machine, terwijl zijn gevoeligheid dat idee steeds
zwaarder maakt voor hem. Dit zal onherroepelijk leiden tot een escalatie, een
soort profetische verbrokenheid, waardoor de profeet min of meer bevrijd wordt.
Dit kan door een trauma, overspannenheid, een ziekte of iets anders. Dit wordt
vaak niet door de samenleving geaccepteerd waardoor de zwaar beproefde profeet
een soort paranoia ontwikkelt, en zelfs vormen van heilig autisme. De profeet
gaat inzien hoe diep de aarde en de wereld gevallen is, en
wil niet meegesleurd worden. Zo worden vaak zijn paranoia en autisme gescherpt.
Hij zal zich eerder identificeren met een dier of een boom, dan met een mens.
Maar toch is hij ook een mens, en zal daardoor een tussenvorm proberen te
vinden.
De zwaar gekwelde profeet gaat de gevaren inzien van het overmatig communiceren,
van zintuiglijke informatie door bijvoorbeeld licht en geluid. De profeet zoekt
meer en meer de stilte op, ook de stiltes van de geestelijke wereld. Hij leert
de subtielere talen kennen, de zogenaamde stille talen, en merkt dat daarin de
geheimen van het leven zijn opgeborgen. Hij merkt dat lichten verblinden, en dat
dit een zegel is dat hij dient te verbreken. Hij merkt dat geluiden verdoven, en
dat hij ook dat zegel moet verbreken. Maar hij merkt ook dat hij zonder licht en
geluid niet kan leven. Zo gaat hij op zoek naar een tussenvorm. Maar hoe ver hij
ook hierin komt, het verleden lijkt hem te achtervolgen, om hem weer in
worsteling met zichzelf te brengen, met zijn interpretatie. Zijn herinnering
dient genezen te worden.
Zo ontwikkelt hij meer en meer een Goddelijke Gespletenheid. Er zullen tijden
zijn dat hij zich meer en meer gaat voelen als een insect, en hij begint
vertrouwd te raken met de cocon en het wezen wat daaruit voort komt. Hij leert
de mechanismes kennen.
De wereld is wreed, een wrede cocon voor de profeet. En in zo'n wrede cocon
wordt een wreed schepsel ontwikkeld, iets waar de profeet tegen strijdt, maar
wat hem telkens weer overwint. Maar ook wordt er in de cocon iets anders
ontwikkeld, namelijk een teder en genadig schepsel. Hiertoe voelt de profeet
zich bijzonder aangetrokken, maar ook tot het ander wezen, als in een Goddelijke
Gespletenheid. Het is als het ei van een schorpioen, als iets wat hem van binnen
verscheurd, als een put van schuld en schaamte. En zo ontdekt de profeet de
cocon in de cocon, en gaat op zoek naar zijn diepere zelf, niet naar de
schijn-zelven en de illusie-zelven aan de oppervlakte, die een product zijn van
interpretatie. Interpretatie is een projectie, en is nooit in staat iets geheel
naar waarheid over te dragen. Daarom streeft de profeet naar Profetie. De
profeet zal een keuze moeten maken tussen Interpretatie en Profetie, tussen
Projectie en Profetie, steeds weer. Interpretatie komt telkens wee
r opduiken, en verwond de profeet telkens weer, maar dit is nodig om het diepste
van de profeet te doen ontwaken.
Vaak doet het extra pijn wanneer de profeet denkt dat hij hier voor niets
doorheen moet, en dat hij hier alleen doorheen moet. Maar het Pad van de Profeet
is standaard. Profeten zijn vaak eenlingen. Het hoort bij de proef dat ze in
ketels worden geworpen waarin honderden valse profeten om hen heen staan.
Het is een vast pad waarover de Heer de profeet leidt, terwijl de profeet zelf
vaak het idee heeft alsof alles los staat. De worsteling met zichzelf brengt
vaak een bepaalde woede omhoog in de profeet. Woede is een vorm van pijn, en dit
is voor de profeet zeer belangrijk om tot het Kruis der hemelen te kunnen komen.
Nu ik dit zo schrijf krijg ik deze woorden in mijn gedachten : 'Zie het kruis
als een bloem, een bloem van de armoe. Het kruis is een boodschap, en als we
haar haarzelf laten ontvouwen, dan zal ze ook de oplossing en de transformatie
geven.' Het kruis is niet een stuk hout, maar een groeiend en bloeiend geheel.
De Heilige Armoe zal ons onze identiteit terugbrengen en ons bevrijden van
verworpenheid doordat we verbonden worden met onze verloren delen. De Heere
heeft in de Begintijd er duizenden jaren overheen laten gaan om de uitstorting
van de Heilige Geest voor te bereiden. Weer heeft de Heere er duizenden jaren
overheen laten gaan om de uitstorting van de Heilige Armoe voor te bereiden.
Wanneer en hoe dit Heilsfeit gaat plaatsvinden weet niemand, maar we weten wel
dat het steeds dichterbij komt. Zolang is dit een Verborgen Heerlijkheid van God
geweest. Nu staan we aan de vooravond van het vrijkomen hiervan. De Heere had
beloofd in de Eindtijd geheime bronnen te openen. Zo zullen wij moeten leren
door de Heilige Armoe geleid te worden. De Heilige Armoe zal ons de Verborgen
Sleutels der Hemelen brengen. Zij zal ons in een dieper contact met de engelen
brengen. Zij zal ons haar sleutelen van de dood aanreiken, als we gewillig zijn
haar te volgen.
Als je contact zoekt met de Heilige Armoe, ga er dan mee om als met een persoon,
en niet iets wat je 'kapot' moet aanbidden, zodat het naar je luistert. Dit zal
namelijk niet werken. Men heeft geprobeerd om zo met de Heilige Geest om te
gaan, en zo heeft men een valse geest opgeroepen. Door dit soort gedrag zal de
Heilige Armoe van je wegvluchten en niet zo snel meer terugkomen. Normaal
gesproken zal er eerst toegewerkt worden naar een Ontmoeting met de Heilige
Armoe, iets waar je heel voorzichtig naar mag gaan streven. Zendt de Heilige
Armoe eerst voorzichtig jouw liefde, je troost, en zendt genezing. Als je gaat
aanbidden en echt bidden, dan zul je de Heilige Armoe daarmee overbelasten, en
zal zij van je wegvluchten. Zij is teer als een veer, en de Geest zal haar dan
ook zeker bij je weghalen, als je verkeerd met haar omgaat.
Zij die gevoelig zijn voor de Heilige Armoe zullen naar een Ontmoeting uitzien,
en haar van verre voelen naderen, stap voor stap. Alles is ook proces-gewijs,
steeds meer en meer, niet alles in één keer. Nadat er een Ontmoeting is geweest
met de Heilige Armoe kun je gaan streven naar de Samensmelting met de Heilige
Armoe. En reken maar dat dit een lang proces is. Je zult eerst uitvoerig door
haar getest worden.
Omdat de Gemeente van Christus deze twee Zegeningen van de Heilige Armoe veelal
heeft verzaakt is zij gevlucht tot twee culturen die veel meer met de Armoe
ophadden dan de Kerkelijke cultuur. Bij deze twee culturen kunnen we deze twee
verloren gegane Zegeningen terugvinden :
· De Eerste Armoeds-Zegen : De Ontmoeting met de Heilige Armoe - DE ARABISCHE CULTUUR
· De Tweede Armoeds-Zegen : De Samensmelting met de Heilige Armoe - DE INDIAANSE CULTUUR
Dit is ook de reden waarom het voor een christen zo belangrijk is om terug te
keren tot zijn Joodse Wortels, omdat daar de Gave van Armoe veel beter te vinden
is. Een christen die zich loskoppelt van zijn Joodse Wortels wordt
onherroepelijk gegrepen door een Westelijke geest, en zal ook onder het oordeel
over het Rijke, Vampiristische Westen komen. Weet wat er voor een prijskaartje
aanhangt om je met het kapitalistische Westen te identificeren. We doen er beter
aan Zuidelijker en Oostelijker te gaan denken, om met de Heilige Armoe aan het
oordeel over de rijken te ontkomen. Wie zullen we volgen ? De rijke man of de
arme Lazarus.
Ik had het voorrecht de Heilige Geest te ontmoeten middels de Evangelische
Beweging, de Vol Evangelie Beweging, de Pinksterbeweging, en de Charismatische/
Profetische Beweging, na opgegroeid te zijn in de Reformatorische Beweging. Dit
was voor mij een hele bevrijding, maar ik was er nog niet. Al snel vloog het
Kapitalisme me naar de keel in die Reis met de Heilige Geest, en ik mocht kennis
maken met de Heilige Armoe. Dit was voor mij een nog grotere bevrijding. De
Heilige Geest leidt naar de Woestijn, waar we de Heilige Armoe mogen ontmoeten.
Ik nodig u uit u intens naar deze ontmoeting uit te strekken, om met haar een
relatie te beginnen.
Ik kreeg vrede door de Heilige Armoe. Het kapitalisme loont niet. Ik had weer
contact met mezelf en een dieper contact met de Goddelijke Realiteiten, als door
een heilige vlam. Na en tijdens de Zegeningen van de Heilige Geest mogen we ons
ook al openstellen voor de Zegeningen van de Heilige Armoe. Dit is waartoe de
Geest ons leidt. Als de Geest ons leidt tot kapitalisme, dan mogen we ons
afvragen of dat wel de Geest van God is. U kent ze misschien wel : Mensen die
naar zeggen door de Geest gedoopt en/ of genezen worden, en dan ineens als
pronkhanen rondlopen in de duurst mogelijke kleding, geheel volgens de wereldse
elite-trends, en sommigen lopen ineens met stropdasjes rond, omdat ze nu ook tot
de elite van de kerk behoren ... Dit heeft al helemaal niets met de Heilige
Geest van God te maken, en al helemaal niet met de Heilige Armoe. U behoort in
de woestijn te zijn, en niet in Babylon.
Zo spreekt de Heer :
Ik ga een nieuwe schaal uitgieten over de Welvaarts Beweging. Zij laten de
Heilige Geest zien als iemand die tot Protserige Welvaart en Elite leidt, en
niet naar de woestijn. Heb ik Mijn Zoon Christus Jezus niet door de Geest naar
de Woestijn geleidt ? Zij laten de Heilige Geest zien als één of andere malloot
die klapt, zingt en danst om één of andere Protserige en Eerzuchtige
Podium-Jezus te aanbidden. Mijn Zoon trok Zich veelal terug om Zich voor te
bereiden op het Kruis dat Hij zou dragen, en om Zich op Zijn Hemelvaart, de Reis
naar het Verborgene, voor te bereiden. Dit was een Reis tot de Heilige Armoe.
Gij hebt Mijn Zoon en Zijn Geest tot een bespotting gemaakt. Daarom, oh
Welvaarts Beweging, gij die leugens verkondigt om de Heilige Armoe buiten te
sluiten, gij zijt zelf een bespotting. Weest blij als Ik u tot de Zegen van
Pinksteren heb geleid, en weest blij als Ik u tot de Rijkdom der Geestesgaven en
haar weelderige vruchten heb geleid, maar laat het u leiden tot de Woestijn, tot
een diepere ervaring door het Kruis, en niet tot de tronen van welvaart, en niet
tot de tronen van aanzien, en niet tot de tronen van Babylon tot vleierijen met
de wereld. Oh, gij van de Welvaarts Beweging en haar bedieningen, Ik ben diep in
u teleurgesteld. Heb Ik u dan gezonden om u te hechten aan een hoer ? Hecht u
dan aan de Heilige Armoe en weest vruchtbaar. Hecht u dan aan het Kruis der
hemelen, en weest vruchtbaar. Maar Ik heb tegen u dat gij uw eerste liefde hebt
verzaakt. Gij hebt markten opgericht om haar te verkopen. Daarom zal er een
nieuwe schaal worden uitgegoten over deze pooierijen. Weet dat ik het u ten
laste ga leggen als gij zult doorgaan Mijn Zoon op deze schandelijke manier te
verpooieren. Gij hebt Mijn Zoon verkracht ! Gij hebt Mijn Woord verkracht ! Gij
hebt Mijn Geest verkracht !
En het Woord des Heeren kwam wederom tot mij met kracht :
Uitspuwen zal Ik hen die zich blijven vasthechten aan de Welvaarts Beweging.
Uitspuwen zal Ik degenen die zich tegoed blijven doen aan het Welvaarts
Evangelie. Vele profeten wijken af naar deze valstrik, en verkondigen rotzooi
aan Mijn volk. Vele van Mijn kinderen komen in hun strikken terecht om daarin te
zondigen. Veel bloed kleeft er aan hun handen. Zalig zijn zij die van Heilige
Armoe prediken, en waartoe de Geest leidt. Zalig zijn zij die over de woestijnen
prediken. Zalig zijn zij die van het diepere en verborgen Kruis prediken. Zalig
zijn zij !
In de Zegeningen van de Heilige Geest wordt er veelal gericht op moment-opnames
: Eerst is er niets, en dan is er ineens alles. Zo kijkt men veelal tegen de
wedergeboorte, maar vooral ook tegen de Doop in de Geest aan. Bij de
Gebondenheid in de Geest wordt er al meer gekeken naar een bepaald proces,
alhoewel de eerste ervaring daarin al heel snel en diep kan gaan. De
overstroming des Geestes is dikwijls een erg groot proces. En daar waar de Geest
gevoelig is, de Heilige Armoe des te meer. We moeten voorzichtig zijn in onze
relatie met de Heilige Armoe, en we raden aan om de stappen hierin des te meer
als een proces te zien. Ook raden we aan om in de relatie met de Heilige Armoe
progressiever om te gaan, dat wil zeggen : opbouwend, stimulerend, van A naar B,
en niet van A naar Z. Dus echt met tussenstappen, het de tijd geven, en het
langzaam laten groeien. De Heilige Armoe mag absoluut niet gemanipuleerd worden.
Vaak zijn er patronen te vinden voor hen die met het diepere kruis in aanraking
komen. Zij zijn als het ware door het klassieke kruis heengebroken, door het
algemeen aanvaarde en algemeen ingeburgerde kruis. Zokomen zij dan tot het kruis
van woede, het kruis van haat, en daarna tot het kruis van stilte. Vaak wordt
dit door farizeeers als zonde bestempeld, wat dan ook veel gevoelens van schuld
en verwerping met zich meebrengt in de lijdende.De lijdende aan het diepere
kruis kan zich dan zelfs door God verlaten voelen,maar uiteindelijk brengt dit
diepere kruis hem tot de diepere en verborgen delen van God, die niet zomaar
toegankelijk zijn. Het zijn ontoegankelijke, duistere plaatsen waartoe de Heere
zo'n lijdende brengt. Zo ontstaat er vaak een soort wiel waaraan de gekruisigde
steeds dieper in de sferen van de onderwereld terechtkomt. Vaak wordt zo'n
lijdende verteerd door wroeging. Had hij nu maar niet dit gedaan, of dat
gedaan,dan hing hij nu niet aan zo'n verschrikkelijk kruis, stond hij nu niet
schuldig aan zo'n verschrikkelijke zonde. Misschien dat de lijdende vroeger deel
had aan allerlei charismatische zegeningen, hoorde hij regelmatig de stem van
God, en ervoer hij Gods genezende hand, maar nu ? God spreekt niet meer tot hem,
en hij hoort al helemaal Gods stem niet meer. Waar zijn al de gaven gebleven ?
Al de zegeningen ? Waar is het leven in overvloed des hemels gebleven ? De
aarde, en vooral het geestelijke, was een paradijs voor hem, maar nu ? Wat is er
van dat paradijs overgebleven ?
En zo ziet hij om zich heen anderen die wel deel hebben aandie zegen. Zij zijn
niet gevallen, de Heere heeft hen niet verstoten. Hij is de buitengeslotene. Zou
hij ooit nog terug kunnen komen, of zal dit wiel waaraan hij hangt, waarvan hij
denkt dat het zonde is, hem nog dieper brengen ? Waar een kruis voor zonde en
schuld wordt aangezien wordt de ellende nog erger.
God lijdt aan een dieper kruis. Dit kruis is de oorzaak van Zijn woede, het
diepere kruis. De woede kan erg uitputtend zijn, en leidt bij herhaling aan het
wiel tot een heilige haat. En deze zakt uiteindelijk diep in een grote stilte,
een groot, diep en geheim kruis, vol van raadselen. God spreekt niet meer. Zij
die hem horen horen het verleden, het geschrevene, het gelezende, en die
raadselachtige echo, als een orakel. God spreekt niet meer.Het is duister
geworden in het hart van de lijdende, die het diepere kruis van God heeft
ontmoet. God is stil geworden na de herhaalde klappen van het kruis,waar telkens
Zijn woede en haat oplaait, als in een raadselachtig wiel. God spreekt niet
meer. Alleen nog door raadselen en orakels. En wie kan die verstaan?
Het is het onontkomelijke pad van het kruis voor hen die Hem waarlijk
liefhebben, te komen tot het diepere kruis, waar het wiel draait,waar alles
erger wordt, en te komen, zo diep, daar waar God niet meer spreekt. Hier
luistert God niet meer, omdat Hij niet meer kan luisteren. Zijn oren zijn hier
doof geworden door de klappen van het kruis. God spreekt cryptisch, door
raadsels en orakels. Dit is voor profeten een hogere weg, om los te komen van
het materiele. Profeten die uiteindelijk dit pad niet opgaan worden vroeg of
laat door de Mammon gegrepen. De Mammon is zo'n beetje de baas van het materiele
christendom, al dan niet van het voorspoeds-evangelie.
God spreekt niet meer. Zijn paden zijn vaag geworden. Door het diepere kruis
komen we tot een versteende, bevroren God, monddood gemaakt door zijn
volgelingen. Als dolle dwazen dansen ze om de paal heen waaraan ze hem hebben
gekruisigd. Nee, God spreekt niet meer, omdat jullie .... zouden de oude
profeten zeggen. Inderdaad, God spreekt niet meer. En God zal ook nooit meer tot
jullie spreken. Hij heeft jullie overgeleverd aan de misleiding ... Dat is het
woord van de profeten tot een joelende kerk. En wat zullen ze met die laatste
profeten doen ? Waarschijnlijk ook aan een paal spietsen om er als zotten omheen
te dansen. Nee, God spreekt niet meer. En Hij is ook niet meer van plan om het
te doen. Maar de Heere zendt Zijn Paradox tot de cryptischen, de schijnbare
tegenstelling, want er zijn meerdere seizoenen, en je kunt de diamant draaien om
van meerdere kanten te bekijken. Ook worden er meerdere talen gesproken. Het zal
dus een veelvoudig doel hebben, om de gelovigen binnen te halen, en de
afvalligen af te scheiden als een zifter en een toetser, een Eeuwig pad voor de
rechtvaardige, een nieuw vuur, en tot een oordeel over de onrechtvaardige.
God spreekt niet meer. Ze hebben zijn mond gekruisigd, doorboort. God luistert
niet meer, want zij hakten zijn oren af. Wilt u tot deze God komen, of wilt u
verder gaan met uw papieren kruisje, als een idioot bloemetje op weg naar de
bruiloft tussen Mammon en de gevallen bruid ? Zij pleegt overspel, want zij
behoorde Christus toe. Zij hebben van de Bijbel een boek van materie gemaakt.
Zij hebben God bevroren.
Diep onderin de aarde woont God als de indiaan die door de christelijke
kolonisten werd vermoord, opdat zij het Grote Amerika konden bouwen, het
verborgen Rome, de verborgen Grootmoeder van Alle Hoeren. Wist u dat alles wat
we om ons heen zien gebeuren, en wat gebeurde in de geschiedenis, naar boven
kwam als een weerspiegeling van Eeuwige Realiteiten ? Zij kwamen aan de
oppervlakte als verborgen boodschappen van God. Maar wij staarden ons blind op
het papiertje, en ons papieren koninkrijk. Wat is bijvoorbeeld het kruis van de
indianen, het bloed en gebeente waarop Amerika werd gebouwd ? Wat is het kruis
van de Tweede Wereldoorlog, het Kruis van Zes Miljoen ? Wat is het ketterkruis,
het kruis der heksen, en het kruis van hongerend Afrika ? Zijn wij niet geroepen
om die kruizen tot ons te nemen ? Waarin God tot ons spreekt in verborgen taal
?Waardoor we kunnen zeggen : God spreekt toch nog ? Zijn wij niet geroepen om
die kruizen aan te nemen ? Of staren we ons blind op een papiertje, en op Jezus
aannemen, om vervolgens ons kruis van ons af te werpen ? Hoe komen wij tot
Christus. Door het kruis ! Waar is dit kruis ? Op een papiertje ? Neen. Dat
kruis is om ons heen, en in de geschiedenis. God plantte ons in een tuin
volkruizen. Kijk om je heen.
Heere, ik draag het Kruis van Hongerend Afrika, als een verborgen boodschap van
u. 'Ik draag hen van Ethiopie allen in mijn hart. Mijn bloed vloeit door alle
mannen en alle kinderen in dit goddeloze land dat mijgebracht, bevrijd, heeft.
Ik heb zoveel tranen geweend, zelfs de blinden kunnen dat zien. Dit is de wereld
van een vrouw. Dit is mijn wereld. Om mijn kind te redden, verhonger ik liever
zelf,' zei de verzetsstrijdster Neneh Cherry eens. Heere, ik draag het Kruis der
Indianen in mijn hart, en neem het aan, om tot u te komen. Heere, ik draag het
kruis van de zes miljoen joden, het kruis van zes miljoen, die in de tweede
wereldoorlog op gruwelijke wijze omkwamen. Heere, ik draag de martelaren van het
pauselijke bewind in mijn hart, en draag hun kruis, want het is uw kruis. Zoveel
heksen, of gewoon natuurliefhebbers, verbrand, en zoveel ketters, of
andersgelovenden, of gewoon cryptici. Ik draag hun kruis en neem het aan, om tot
u te komen, die lijdt in het binnenste der aarde. U heeft uw zaad in de hel
gezaaid, en wij doen net als u, omdat wij u volgen. En dan het kruis der dieren,
kruis der bomen en bloemen, het kruis van uw natuur en wildernis, wij nemen het
aan. Dat is Christus aannemen. En niet : Oh Heere, ik neem u aan. En dan met een
vrolijk gezicht het kruis afwerpen om voor de rest van je leven te gaan
'lofprijzen'. God is toch doof. Verdoe je tijd er niet mee.
Het diepere kruis een kruis van woede, heilige haat, leidende tot diepere
stilte. Hieraan kun je ze herkennen, zij die Christus volgen. Ze haten de
wereld, de zonde, zij haten de materie, en hun woede groeit. Ze zijn apart gezet
door Gods Toorn. Het is alsof zij worden bewaakt doordraken. Niet alleen de
draken van het kwaad, maar ook de draken van de Heer. Zij zien de aarde als
gevangenis, en voor hen is het als een cocon.
God spreekt niet meer, en toch spreekt Hij, als een prachtige Paradox. Zij die
Hem volgen hebben een nieuwe taal geleerd, hebben Zijn orakelen leren kennen :
de geschiedenis, het cryptische. Oh ja, zij gaan door grote lange woestijnen
heen. Zij hongeren, en dorsten, maar van binnenbrandt een vuur dat hen op
gezette tijden hoop geeft, als een wiel. Telkens weer komt de vlam langs. Maar
soms breekt het wiel, en zakken of vallen zij nog dieper. Door de rijken worden
zij zondaren genoemd. Want er zijn maar wat veel rijke christenen die armoede
als zonde zien. Kom daar eens mee aan in Afrika. Daar stikt het zeker van de
zondaren dan. Maar God laat zien dat het een kruis is. Armoe is het voorportaal
van het kruis, en zij die de armen en de armoe nietin hun binnenste dragen,
kunnen niet tot het kruis komen. Het kruis en de doodvlucht van hen weg, en zij
leven in de leugen van voorspoed, de glitterwereld. Ik zal u haarfijn uitleggen
wat dit inhoudt. Het zal niet voor eeuwig zo duren. U wordt gefokt door de
Mammon. Straks haalt hij de glitters weg, en dan kunt u de rest van uw leven, en
zelfs misschien na de dood en in de eeuwigheid :hongeren naar de vruchten en de
heerlijke wijn van vroeger, hongeren naar de moederborst, maar het zal er niet
zijn. Kent u dat plaatje waar een drenkeling op een schildpad of vis zit en aan
een stok wat voedsel voor de schildpad of vis laat bungelen ? Zo brengt het dier
hem naar een eiland. Het is een slavencode,die ook wel Tantalus genoemd wordt,
een deel van de hel. Daar worden de rijkenen de voorspoedigen dus voor gefokt.
Na de val van hun glitters zullen ze gekweld worden door hun herinneringen, en
die herinneringen zullen hen allerlei klusjes laten doen. Er hangen vruchten
voor hun ogen, en zodra ze naar vorenbuigen om ervan proberen te eten trekken de
vruchten zich terug. Dat is de tragedie van het voorspoeds-evangelie. Het is een
slavenfokkerij. En God kan niks voor ze doen, omdat ze het kruis verworpen
hebben. God is het kruis,hieraan gelijk geworden in zijn lijden. Dat is de
tragedie der rijken. Het zijn tragische figuren die naar de putten der dana'iden
geleidt worden, oftewel de bodemloze putten waar ze voor eeuwig water naartoe
moeten dragen. (Eeuwig is altijd aeonisch, dat wil zeggen : tijdelijk, totdat de
straf is uitgezeten.'Altijd' is dus heel cryptisch : Tot de volle munt
terugbetalen. Er is geen altijddurig en oneindig leed, niet voor de arme, en ook
niet voor de rijke. Indien wel, of voor u nog steeds : De cryptiek zal dit een
halt toeroepen endoen afbrokkelen. Cryptiek is tijdloos.)
De Paradox heeft altijd voor onschuldigen gepleit, en heeft altijd een ruimer
begrip gegeven over het verschil en de overeenkomst tussen goed en kwaad. Zoals
de Paradox de schijnbare tegenstelling is, zo is de Naradox de schijnbare
nutteloosheid. Uiteindelijk bestaat er geen nutteloosheid. Alles dient ergens
voor. De Naradox schijnt hier licht over, en komt op voor dat wat als nutteloos
bestempeld wordt. Als je tot het dieper kruis bent gekomen, en je ziet geen
uitweg meer, en je ziet het nut er niet van in, bedenk dan dat dit wiel waaraan
je hangt de deur opent naar een dieper leven, daar waar de Naradox en de Paradox
voor je pleiten. Het is een deur in de aarde waardoor je leert dat God op vele
manieren kan spreken. Je leert je te warmen bij het stille en dove kruis des
Heeren, en je leert een diepere en grotere kracht van God ontdekken. Het is een
klein, zwak vlammetje, een waakvlammetje, maar eigenlijk een slaapvlammetje,
want God slaapt hier. Het kruis heeft Hem in een diepere slaapgebracht. Ja, God
slaapt.
Kun je dat volhouden, om met een slapende God te zijn ? En dat terwijl de
stormen zo bulderen ? We zitten als discipelen in Romeinse ballingschap, en onze
God slaapt. Tot wie roepen we dan ? Of omhelzen we Zijn diepere kruis, worden we
stil om alles te 'aanvaarden'. Zoals Paulus sprak : Aanvaardt het lijden. Dat is
wat anders dan het oh zo makkelijke aanvaarden van Jezus Christus. Maar er is
geen Christus zonder kruis. Ga eerst het pad van het Oude Testament, waar God
bijna niet sprak. Als er ergens kruizen zijn : Daar zijn kruizen. Zij vormen het
fundament van het kruis van Christus. Zij zijn de wortels van het kruis van
Christus. Wie iets van Christus gezien heeft : Kom dieper. Wie iets van Christus
en het kruis gezien heeft : Kom dieper. Er is een diepere weg. Jezus ging naar
de onderwereld, daalde door het kruis daarin af, daar, waar de Vader al
gekruisigd was, waar een deel van de Vader al niet meer sprak, en niet meer
luisterde.
Laten we er aan gewend raken dat God niet spreekt. We leven in een wereld van
het consumeren. We leven in een wereld van veel vragen en weinig geven. Oh, hoe
we druk in de weer zijn met onze eigen huisjes en kruisjes. Maar het ware kruis
des heeren kennen we niet, het kruis dat alle grenzen doorbreekt.
God lijdt in het binnenste der aarde, daar waar alle stemmen doven, en soms
afgrijselijk gegil. Daar waar alle oren zijn afgestorven, uitgestorven, maar
waar op sommige plaatsen die oren weer aangroeien, gevoeligerdan ooit. God is er
voor weggevlucht, die alarmen. God is blind geworden door de felle lichten. En
openbaringen krijgen we niet, want wij hebben zijn woord : het geschrevene en
het gelezene, en wat echoes die in de wind verdraaien. Visioenen zijn hier
uitgestorven, en ook dromen. Wij dromen niet, maar rommelen nog wat na. God is
gevlucht op het diepere kruis. Waar is God ? Wij weten het niet. Onze dromen
zijn slechts gebrabbel, onze profetieen zijn slechts geruis. God heeft ons
verlaten. Noemen we het zonde, of noemen we het kruis ? Wat hebben ze gedaan met
de laatste profeten ? Waar zijn zij ? Laten we hen opzoeken, maar nee, laat
maar. Zij zijn op dezelfde plaats als God, daar, diep in de aarde, daar waar
alle oren zijn gesloten, en soms hevig gedruis. Laten we het allemaal maar
rusten ... Of zijn er toch enkelen onder ons die het niet willen laten
rusten.... die het als een uitdaging zien .... in voor een avontuur ? Kom met
mij mee, want ik zie wat licht. Ik weet niet hoe lang het duurt, het kan zo weer
weg zijn, dus kom mee. Kom mee.
Waar oren zijn gesloten, waar monden zijn afgebroken, uitgestorven, doorboort,
gekruisigd en gesnoerd, daar, ergens, zie ik een kleine vlam. Het ruist en suist
licht, en dan is het weer weg. In de verte zie ik het weer als een lichtende
mist. Laten we erop afgaan. Misschien wil het ons ergens naartoe leiden. Het
diepere kruis van woede, van haat, waardoor God niet meer kan spreken, zo stil
geworden, kijk het slaapt. Door lichtgebaren spreekt Hij, zie, het lijkt wel
onze wereld. Zoveel kruizen in een rij, maar wat doen wij ? Het is de taal des
kruizes, maar ziet, wij spreken 't niet. Wij hebben allen grote monden,
brengende zoveel verdriet. Onze monden zijn vuil, niet door stilte getemd. Maar
kijk, door dat licht, God spreekt door lichtsignalen. Het lijkt op onze wereld,
al die kruizen, en dan ineens zoveel namen.
De oorlog heeft ons kapotgemaakt, 't spreekt van een Eeuwig Kruis, zoveel
vrienden verloren, en de herinnering leeft voort. Oh, pauselijke macht, 't woord
opgesteld, door ketters op de brandstapel gebracht. Een Kruis van Achtenzestig
Miljoen, zoveel namen op het scherm, maar deze film kwam ook ten einde, om in
ons verstand door te rijden, als een vreemd spel. De Paus bracht ons het Eeuwig
Kruis, met ketters aan beide kanten, zij kwamen nooit meer thuis. En dan de
indianen, wiens botten werden gebroken, zij waren het laatste stukje natuur, het
grootste kruis, de aarde. Nog steeds vind ik die botten daar, zo diep in de
aarde, een dieper kruis vond ik daar, zoveel jodennamen. En dan het dubbelkruis,
zij die zelfs het laatste wat zij hadden weggaven, hun andere wang toekeerden,
de extra mijl gingen, zowel het kleed als het hemd, naakt lagen zij daar. Oh,
hongerend Afrika, het dier kan nu alleen nog maar zwijgen. Teveel gezien, teveel
woede, teveel haat, 't heeft hen stil gemaakt,maar er zijn nog steeds lichten
van de camera. Want daarboven in de rijke landen hebben ze nog niet genoeg. Maar
ik ben met jullie, dat is alles wat ik vroeg. Tezijn met jullie, te dragen
jullie kruis. Nu ben ik één van jullie. Het is hie rkerk of kruis. Ik heb voor
het laatste gekozen.
Kerk, vaarwel. Kruis, welkom. In het Kruis heb ik mijn eigen kerk, waar God niet
meer spreekt, alleen door wat orakelen, de echo's vaneen oude lange preek. Hij
is de aarde ingetrokken, waar Hij hangt en zwijgt aan een dieper kruis.
Maar oh, zelfs dit laatste vlammetje zullen ze ook doven. Dan verdwijnen de
wegen hier in het niets. Alles vaagt weg aan het einde van de dag. Het te doen
zonder antwoord, zonder moed, zonder pad, is een groot kruis, maar toch een
onzichtbaar pad. Hij is onzichtbaar. Niemand ziet Hem wanneer Hij door de
straten gaat. Hij is onzichtbaar en Hij slaapt, als een slaapwandelaar. Hij weet
de weg naar de kelders te vinden, om weer diep in de aarde te gaan, Zijn kerk
vindende in een dieper kruis, Zijn bruid, een fles vol dronkenschap des Geestes.
Ik heb Hem horen schreeuwen, en dan is het weer stil. Hij is dronken in de Geest
en woest, door dit kruis, maar vindt Zijn Bruid, allen die Hem volgden. Zij zijn
elkander tot troost.
In het diepste van de aarde, Hij hangt daar. Nietswillende weten van troost of
verlichting. Hij wil het kruis niet verliezen, oh doof Zijn kruis niet uit. Wees
geen Petrus, zeggende : 'dat verhoede God,' trekkende zijn zwaard. Hij is op weg
naar het kruis des geestes. Zij hebben Hem bedroefd, geschopt, uitgedoofd, en
tegen Hem ...gezondigd. Hij leeft niet meer. Ja, God is dood. En weet je waarom
? Hebt gij niet de geest gedood ? God is er niet meer. Er is geen God. Je hebt
gelijk, en weet je waarom ?
Dit is een ode aan alle reformatorischen en atheisten :Jullie hebben gelijk
gehad. God spreekt niet meer, en bestaat niet meer. Er is geen God. Jullie
hebben je doel bereikt. Alhoewel ik zelf mijn reformatorische vlagen en
atheistische vlagen heb gehad : Het is maar een halve waarheid. God is een
Paradox. Maar niet verder te trekken zou een zonde en een leugen zijn. Daarom
volg ik het diepere kruis, ook in de Paradox. Het kruis der kinderen is zo
groot. Er gebeurt zoveel, en zij begrijpen het niet. Zij zijn blind en doof voor
zoveel dingen, worden heen en weer geblazen door zoveel winden.
De lijdende aan het diepste kruis spreekt niet meer, maar brengt een heel ander
geluid voort, als het zingende geluid van een vlam. Natuurlijk is dit
beeldspraak, en trouwens alles wat hierboven stond was beeldspraak. De stem van
de zingende vlam is als een zingende kaars, als een klein vlammetje in de vrucht
van het Pauselijk Kruis, als in een lampionnetje. In een ander stuk bespraken we
dat de Pinksterbeweging voortgekomen is uit de Pauselijke Beweging. Waarom denkt
u dat ze zoveel losprijzen ? Om dat vlammetje van het diepste kruis te doven
natuurlijk. De lofprijsbeweging is een groot kruis voor de Heere, een grote
last. De Pinksterbeweging is een gemaskerde paus. Hierin konden de door de
reformatie afgedankte en weggezonden geesten een onderkomen vinden, als het
verborgen pauselijke. Wij doen er daarom ook beter aan om verder te trekken na
de Pinksterbeweging. Maar de ware profeet draagt ook het Pinksterlijke Kruis. De
middelaar tussen het Pauselijke en het Pinksterlijke is Spanje, en ook
Zuid-Amerika, waar de bloedlustige geesten van de Donkere Middeleeuwen zich nu
voornamelijk richten op het martelen van dieren, sinds het martelen van mensen
veel harder werd aangepakt. Veel occulte krachten in de Pinksterbeweging worden
opgewekt door dit soort praktijken. Spanje en Zuid-Amerika vormen de tempel die
het Pauselijke met het Pinksterlijke verbindt (Rome-Verenigde Staten). Ook staan
de slagerijen en fokkerijen wereldwijd op dit geestelijke netwerk aangesloten.
De afgodische orde uit het Oude Testament leeft nog gewoon voort : priesterlijk
bloedvergiet. Velen die dit soort praktijken in Spanje en Zuid-Amerika
verrichten hebben nog steeds het geloof hiermee God een heilige dienst te
bewijzen. Ze denken dat door die dieren te kwellen ze de duivel kwellen, en
daarmee hun zonden worden vergeven. Ze vergeten dat ze die strijd geestelijk
moeten voeren, en dan niet tegen onschuldigen, maar tegen de boze geesten in de
hemelse gewesten. De Ware Leer rondom het bloed moet hersteld worden. Judas
kreeg dertig zilverstukken in ruil voor het bloed van Christus.Het werd
bloedgeld genoemd. Toch kocht Jezus ook door dit proces zijn volk los. Bloed is
geestelijk geld, maar er moeten wel wetten van economie zijn, en diezijn er
niet. Er is van bloed een markt gemaakt, en hierop heeft men het rechtswezen
gebouwd, en zelfs het medisch circuit.
Voor dertig zilverlingen werd Jezus verkocht door zijn discipel. Maar vandaag de
dag gebeurt dat nog steeds. Overwinning wordt gekochten verkocht, en zo ook
Vergeving van Zonden, Rechtspraak, Zorg en Genezing, allen delen van Christus.
Christus zei : 'Om niet hebt gij het ontvangen. Geeft het om niet.'
De dertig zilverlingen weerspiegelen het voorspoeds-evangelie, hoe het zich in
de loop der tijden heeft ontwikkeld, als een verschrikkelijk kruis des heeren.
Het voorspoeds-evangelie bouwde voort op de Grieks-Romeinse beschaving van kopen
en verkopen, en maakte van de geest een slaaf. En de wereld, die de spiegel van
de kerk is, zorgde ervoor dat recht en medische hulp alleen iets was voor en van
de rijken, gebouwd op het bloed van de armen. Het principe van voorspoed zorgde
ervoor dat alleen de rijken deel hadden aan dit bloed. Armoe was zondig,
schuldig, en diende gestrafd te worden. Dit was de kracht van het kapitalisme.
Zo werd de beschaving een wrede machine, een slavenfokkerij.
Recht en medische hulp hadden één ding gemeen : Ze kwamen voort uit de markt.
Het was een automaat. Er moest voor gewerkt worden. De aarde is een karikatuur
van de hemel, een soort lachspiegel. De pit van de aarde is de kerk. De kerk was
gemaakt om over de aarde te heersen. Maar ze sloot compromissen. Er was alleen
één groot probleem : de mond van de verzetsstrijder. Maarten Luther deed zijn
mond open, en bracht de reformatie. Het verschrikkelijke verleden werd ergens
opgeborgen, maar ging elders voort, zij het in andere vorm. Je kunt de kop van
de draak eraf hakken, maar er verschijnen er twee voor in de plaats. Dit werd
een eiland van duistere zaken.
Hoofdstuk 2. Het Grijpen Naar Het Zwaard
1 Korintiers 12 geeft ons een lijstje met het gereedschap dat God aan de
gemeente wil geven. Het zijn de Goddelijke zintuigen die we nodig hebben om
samen met anderen in het Hemelse Koninkrijk van God te kunnen leven : Je zou het
ook de bladeren van Gods geboomte kunnen noemen, tot genezing van de mensen,
zoals we dat in Openbaring 22 kunnen lezen.
Het geheim van deze genezende bladeren, die de Bijbel ook wel 'de Geestesgaven'
noemt, is dus niet boven de grond te vinden, maar juist onder de grond. De boom
moet z'n wortels uitslaan om gezond en stabiel te kunnen groeien:
2 Kon. 19:30:
'Wat van het huis van Juda ontkomen is, wat over is, dat zal opnieuw naar
beneden wortel schieten en naar boven vrucht dragen.'
Deze tekst mogen we niet omdraaien, anders gebeuren er grote ongelukken. Als we
meer vrucht willen dragen, dan moeten we eerst dieper geworteld worden in de
grond. We moeten aan de onderkant groeien, naar beneden, om eerst een stevigere
basis te ontwikkelen:
Hebr. 5 :13-14:
'Want ieder, die nog van melk leeft, heeft geen weet van de rechte Prediking:
Hij is nog een zuigeling. Maar de vaste spijs is voor de volwassenen, die door
het gebruik hun (geestelijke) zintuigen beoefend hebben in het onderscheiden van
goed en kwaad.'
Wij willen zo graag voelen, zien, horen, ruiken en proeven in de geestelijke
wereld. Wij willen zo graag de gaven van de Geest ontvangen. Maar God geeft ons
die niet zomaar:
Jak. 1:27:
'Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en
weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.'
Hebr. 13:2-3:
'Vergeet de herbergzaamheid niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het te
weten, engelen geherbergd. Denkt aan de gevangenen, alsof gij met hen gevangen
waart; aan hen, die mishandeld worden, als mensen die ook zelf een lichaam
hebt.'
Willen wij allereerst voelen wat de eenzamen voelen ? Hén zien ? De vertrapten,
de verstotenen, de armen en de hongerigen ? Willen we hun gekerm horen ? Willen
we ruiken en proeven waar zij doorheen gaan ? Of willen we weer oppervlakkig
gaan doen ?
Als wij niet omkijken naar de noodlijdenden van deze wereld, als wij wijgeren
Gods Pijn te voelen, dan zullen we helemaal niets te voelen krijgen. Dan zullen
we helemaal niets te zien of te horen krijgen. Dan blijven de deuren van de
geestelijke gaven dicht.
Matt. 25:31-46:
'(...) Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als
vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij u niet gediend
? Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen : Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit
aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan.
En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het
eeuwige leven.'
Wij willen zo graag de dingen van God proeven. Maar dit zal niet gebeuren als
wij niet eerst de tranen van anderen willen proeven. Wij willen zo graag de
dingen van God voelen, maar dit zal niet gebeuren als wij niet eerst het
verdriet en de angst van anderen willen voelen. De geestesgaven komen ons nier
zomaar aanwaaien buiten Gogolta om.
De sleutel tot het ervaren van God is het lijden en de pijnen van anderen te
ervaren, want daar is God ! De sleutel tot het horen van Gods Stem is te gaan
luisteren naar het hulpgeroep en gekerm van de mensen in nood. DAAR IS GODS STEM
!
Wil Je Gods Stem verstaan ? Luister dan naar het hulpgeroep en gesmeek van de
mensen in nood. God bevindt Zich in de noden van de mensen. Daar is Hij altijd
weer naar op zoek. Hij is bij de verbrijzelden van hart (Jes. 57:15).
God spreekt in het Lijden. Luister naar Zijn Stem in je lijden. Buiten Zijn
Lijden en Tucht om kunnen we Zijn Stem niet verstaan ! Luister naar Zijn Tranen
in je leven ! Zijn Tranen spreken ! Luister naar wat Zijn Lijden je te vertellen
heeft. Zijn Pijn roept om aandacht. Zijn verdriet snakt naar een luisterend oor.
Luister naar het Geslachte Lam. Voel Hem, ruik Hem, zie Hem, proef Hem ! Hij
geeft ons nl. de geestelijke zintuigen die we nodig hebben om het goede van het
kwade te onderscheiden en om te leven in het Koninkrijk van God. Het Geslachte
Lam bezit de zintuigen die we nodig hebben.
In dit Licht hoeven we niet bang te zijn voor de leugen. Het is de weg die wij
behoren te gaan : De weg van het Kruis. Geen oppervlakkig naam-kruis, ...maar
een diepgaand Karakter-Kruis. Op deze weg zullen wij blijven wandelen.
2 Joh. 8:12:
'Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis
wandelen, maar hij zal het Licht des Levens hebben.'
Hebr. 4:15:
'Wij hebben geen hogepriester, die niet ken meevoelen met onze zwakheden, maar
een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch
zonder te zondigen.'
Wij zullen alles moeten meemaken wat Jezus heeft meegemaakt. Wij zullen Zijn
Lijdenswegen, Zijn voetstappen, moeten bewandelen. Hij kon zo met een ieder
meevoelen en zo kunnen wij dat dan ook. Hij kon zo ieders lijden dragen en met
een ieder in volle eenheid komen. En zo kunnen wij dat ook.
Mensen die zich verworpen en vernederd voelen, die worden niet geholpen door de
mensen die op hoge voetstukken staan. Juist dan voelen ze zich nog meer belazerd
en geminacht. Jezus nam de plaats in van hen. Hij kwam niet naar hen toe als de
stoere held die zielepoten wilde redden. Neen. De Heere Jezus kwam naar hen toe
als de verworpene, de verachte. Hij achtte hen hoger als zichzelf (Filipp. 2).
Mijn kruis is de tunnel naar mijn medemens.
Verwonde mensen zoeken naar personen die hen ten diepste begrijpen en invoelen
wat ze doormaken. Ze zoeken naar iemand die hen waardeert, respecteert, begrijpt
en hoog acht. Wij hebben in ons leven vaak de kruizen verworpen die op ons pad
kwamen tot dit doel.
God toonde ons een tunnel die ons zou leiden tot een diepere eenheid met onze
medemens. Een tunnel waardoor we hen zouden kunnen helpen. Maar wij hebben die
tunnel veracht en daarmee: onze verwonde medemens. Wij sloten die tunnels. We
gooiden ze dicht met zand en stenen en kropten zo al onze problemen op. We
wilden op het voetstuk blijven staan. We wilden James Bond blijven. En dat is
logisch ook. De wereld laat alleen supermannen en supervrouwen in hun waarde. De
rest wordt vertrapt en op de nullijn geplaatst. Terug naar af.
Ik graaf mijn kruis op, daar waar ik het begraven heb
Maar wij willen het kruis dragen om anderen te helpen en te begrijpen. Dit
betekent dat we al die kruizen die we vroeger verworpen en vertrapt hebben weer
onder onze voeten vandaan gaan halen. We gaan alsnog die tunnels door om het
lijden samen te dragen.
Voor ons is dit ook een mogelijkheid om oude, opgekropte pijn te verwerken:
Ps. 41:1-4:
'Welzalig hij die acht slaat op de geringe; ten dage des onheils zal de Heere
hem uitkomst geven; de Heere zal hem behoeden en hem in het leven behouden; hij
zal geprezen worden op aarde; aan de lust van zijn vijanden geeft gij hem niet
prijs, de Heere steunt hem op het ziekbed, in zijn ziekte verandert gij geheel
zijn legerstede.'
We moeten van die voetstukken af en door onze pijnen de medemens tegemoet gaan
komen. Maak die oude putten maar open, want ze zitten er nog steeds en maken ons
trots, opgeblazen en oppervlakkig. Die opgesloten putten zijn onze voetstukken
geworden, waardoor we ons bewust of onbewust hoger achten dan anderen. We zijn
dan op de een of andere manier onbereikbaar voor anderen, vooral voor de mensen
in nood. Hierdoor voelen mensen zich verworpen, want geestelijk gezien hebben
wij de mensen onder onze voeten. Wij hebben het Geslachte Lam verworpen. Hij
wilde door ons heen de mensen redden, maar wij wilden niet gelijkvormig worden
aan het Geslachte Lam.
Wij kunnen alleen met anderen meevoelen en hen begrijpen als we het zelf mee
hebben gemaakt. Zoek die momenten weer op waarin je je zoals hen voelde. Haal
dat kruis onder je voeten vandaan en draag het alsnog. Wij hebben die dingen
meegemaakt, zodat we dichter bij andere noodlijdenden konden komen om hen begrip
en liefde te schenken.
Als we buitenom die momenten die mensen willen helpen, dan staan we nog hoog te
pronken met ons zelfzuchtige leventje. Dan hebben we het kruis verworpen. Dat is
een zonde die een muur vormt tussen ons en de medemens. Zo worden we steeds
kouder en harder, steeds begriplozer en steeds hoogmoediger.
Breek die muren af en grijp naar die kruizen. Dan heb je een brug om in
Nederigheid en Eenvoud tot de mensen te komen. Dan zal je hart weer open kunnen
voor hen. Dan kun je weer volop huilen om de pijn van de ander.
Willen wij het kruis van het verleden zien ? Of willen wij het verweg stoppen ?
God wil dat we het kruis van alle tijden, ja, het grootste kruis dragen. Alleen
dan kunnen onze armen uitreiken tot God en tot alle mensen die Hij op het oog
heeft.
Het kruis dat er door mijn zonden ligt telt ook mee.
Hebr. 2:14-18:
'(..) Opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel,
zou onttronen, en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst
voor de dood tot slavernij gedoemd weren.
(..) Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat
Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van
het volk te verzoenen.
Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht
worden, te hulp komen.
Jezus kwam in het diepste kamertje van de dood om de dood te overwinnen en om
anderen te bevrijden ! Wij moeten in elk probleem, elke pijn, het diepste
kamertje binnentreden, de wortels, de grootste machten onder ogen komen, om zo
elk verdriet te overwinnen en om anderen te bevrijden.
Deze wegen, deze tunnels, zijn al voor ons aangelegd. Wij mogen ze in
overwinning bewandelen.
Soms brengen onze zonden ons in ballingschap, in een of ander diep probleem. God
gebruikt onze zonden ook in Zijn Plannen. Laat je zonden je tuchtigen, zegt
Jeremia 2 ! Als je dat kruis van zonden aanvaardt, dan gebruikt God het ook om
de grootste vijanden ermee te vernietigen. Juist in die diepe kerkers van de
dood kunnen we satan een zware slag toebrengen !
Dit wist Simson ook ! Door zijn zonden kwam hij in de tempel van de Filistijnen,
maar juist daar kon hij het hele zaakje vernietigen. Hij doodde daar meer
vijanden dan hij ooit had gedood. God gebruikte zijn zonden ten goede !
De wegen van het lijden bewandelen we niet om vernietigd te worden, maar om de
duivel te vernietigen. We trappen alles van hem plat. Wij komen nl. in de Naam
van de Liefde, in de Naam van Jezus. Wij volgen Hem. Ook Hij beging deze weg om
de satan op z'n troon aan te pakken. God leidde Hem naar het diepste van de hel
om daar de boel op te ruimen. Dat was pas wortel schieten.
Jezus ging voor ons de afgrond in en sloeg voor ons allemaal Zijn sterke wortels
uit, vanwaar wij mogen groeien en vrucht dragen. Deze wortels zijn Zijn
Lijdenswegen. Zonder deze wortels zullen we door de komende stormen weggeblazen
worden !
Laten we deze lijdensprocessen, deze wortels van Christus, in ons leven groeien,
opdat we stand kunnen houden in de grote verdrukking en in de voleindingstijd !
Daar op die Goddelijke Lijdenswegen is de Heere Jezus, het Leven, te vinden.
Daar vinden wij alles wat we nodig hebben.
Mijn kruizen zijn mijn geestelijke zintuigen die het verdriet van anderen
opnemen.
Hebr. 2:9:
'We zien Jezus die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege
het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou
smaken, met heerlijkheid en eer gekroond.'
Zo gaan onze geestelijke zintuigen werken ! Dit is hogepriesterlijk werk, waar
overigens de gehele Hebreeenbrief over handelt.
Daarom : Kom het lijden van je verleden onder ogen en zie dat als de tunnels om
met andere lijdenden in contact te treden. Zie de verleden pijnen als je
zintuigen om de ellende van de ander te smaken. Zo smaak je God, omdat Hij Zich
daarin bevindt. Hij is reeds gelijkvormig geworden aan die ellende (Gal. 3:13).
Ik moet beter naar mijn kruis kijken, dan zie ik het kruis van de ander.
Gal. 6:1-2:
'Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die
geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf:
gij mocht ook eens in verzoeking komen. Verdraagt (= draagt) elkanders
moeilijkheden; zo zult gij de wet van Christus vervullen.'
Kijk naar je eigen leven. Als je iemand ziet in nood of verzoeking, kijk dan in
het verleden naar je eigen nood en verzoeking. Zo kun je tot die persoon komen
in zachtmoedigheid om alles van hem over te nemen.
Als je zelf nog op een voetstuk staat en niet door je eigen lijden de ander in
de put tegemoet komt, dan werkt het allemaal niet. Dan kun je de ander niet
helpen. Wij hebben allemaal onze put. Alleen door onze eigen put onder ogen te
komen en te aanvaarden, kunnen we de ander bereiken en helpen ! Het mooie ervan
is dat elke put de ander kruist in het middelpunt, de as Jezus Christus, Zijn
Lijden, dat is het kruis. Daal in elke put van je leven af tot het kruis ven
Christus. Daarmee kun je de ander vrijzetten : Je helpt een persoon dus altijd
van onderen. Niet van bovenaf, want dan voel je je verheven. De hoogmoed kan
mensen niet helpen. De hoogmoed kan alleen verwerpen.
Acht de ander uitnemender dan jezelf. Zo kun je hem uit de verwerping trekken.
Mensen in problemen voelen zich vaak verworpen door God en mensen. Ze hebben
geen behoefte aan trotse helden, maar aan personen die met hen meevoelen en hen
begrijpen:
Filipp. 2:3-11:
'Zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander
uitnemender dan zichzelf (..). Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in
Christus Jezus was, die (..) Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een
dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn
uiterlijk als een mans bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam
geworden tot de dood. Ja, tot de dood des kruises (..).'
Vandaag de dag worden ons van boven vele touwen toegeworpen. Vele leiders,
kerkmensen en andere hulpbiedenden wuiven bovenaan onze putten om ons hun
diensten te vertonen. Maar neem ze niet aan, want het zijn geesten van
verwerping. Ze willen ons gebruiken om hun bediening en aanzien uit te breiden.
Ze willen met ons vlees hun hart vetmesten. Pak hun touwen niet aan. Dat zijn de
helden uit de hel die u willen verwerpen. Doe daar niet aan mee. U bent geen
nummer. U bent ook geen stuk vlees. U bent een geliefd kind van God en Hij helpt
u door in al uw Pijnen één met u te worden. Hij draagt u. Zo kunnen we de ware
dienstknechten en dienstmaagden van de Heer herkennen. Ze komen van onderen om u
te omhelzen. De mensen die van boven, vanaf hun trotse tronen en voetstukken
naar u toekomen, komen met valse motieven. Trap daar niet in.
Ezech. 34:
'Zo zegt de Heere Heere: wee de herders van Israël, die zichzelf wijden ! Moeten
de herders niet de schapen weiden ? Het vet eet gij, met de wol kleedt gij u,
het gemeste slacht gij, maar de schapen weidt gij niet, zwakke versterkt gij
niet, zieke geneest gij niet, gewonde verbindt gij niet, afgedwaalde haalt gij
niet terug, verlorene zoekt gij niet, maar gij heerst over hen met hardheid en
geweldenarij.
Zij raken verstrooid, omdat er geen herder is, en worden tot voedsel voor al het
gedierte des velds, zo raken zij verstrooid. Mijn schapen dwalen rond op alle
bergen en op elke hoge heuvel; over de gehele aarde zijn mijn schapen verstrooid
zonder dat er iemand is die naar hen vraagt of ze zoekt.
Daarom, gij herders, hoort het woord des Heeren. Zo waar Ik leef, luidt het
woord van de Heere Heere, opdat mijn schapen tot een prooi geworden zijn, omdat
mijn schapen tot voedsel geworden zijn voor al het gedierte des velds doordat er
geen herder is - want mijn herders vragen niet naar mijn schapen; de herders
weiden zichzelf, maar mijn schapen weiden zij niet - daarom, gij herders, hoort
het woord des Heeren.
Zo zegt de Heere Heere: zie, Ik zal die herders ! Ik eis mijn schapen van hen
terug, en Ik zal een eind maken aan dat schapenweiden van hen. De herders zullen
niet langer zichzelf weiden, Ik zal Mijn schapen uit hun mond redden, zodat die
hun niet meer tot voedsel dienen. Want zo zegt de Heere Heere: Ik zal zelf naar
mijn schapen vragen en naar hen omzien; zoals een herder naar zijn kudde omziet,
wanneer hij te midden van zijn verspreide schapen is, zo zal Ik naar mijn
schapen omzien en ze redden (..).'
Hoofdstuk 3. De Juwelen in het Zwaard
De Bijbel zegt: 'Wij weten dat wij overgegaan zijn uit de dood in het leven,
omdat wij de broeders liefhebben. Wie niet liefheeft blijft in de dood'. (1 Joh.
3:14) We zien hier dat het van levensbelang is dat wij gaan leren liefhebben. De
liefde is de Brug naar het Eeuwige Leven met God. 'Wij hebben lief, omdat Hij
ons eerst heeft liefgehad'. (1 Joh. 4:19) Als we de Liefde willen gaan
verspreiden, zullen we eerst die Liefde moeten gaan ontmoeten en leren kennen.
We moeten weten om welke Liefde het gaat:
1. De mede-strijdende liefde
·'Hieraan hebben wij de Liefde leren kennen, dat Hij zijn leven voor ons heeft
ingezet; ook wij behoren dan voor de broeders ons leven in te zetten'. (1 Joh.
4:16)
2. De mede-lijdende liefde
·'Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden,
maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de Liefde Gods in hem ? (1
Joh. 4:17)
Een ware soldaat van God vecht voor z'n volk tot het uiterste toe en vangt
daarbij ook alle klappen op. Hij gaat tussen het volk en de vijand instaan, om
te strijden en ook te lijden voor zijn volk. Dit is de Ware Liefde vanuit het
Soldaten-hart van Christus. Deze Liefde zet z'n hele wezen in om de barrieres
tussen God en mensen te vernietigen. Daarbij omhult en beschermt ze hetgene wat
ze liefheeft vol vuur en zelf-opoffering. Alleen deze Liefde brangt Eenheid en
Verzoening. Alleen deze Liefde brengt de Warmte en het Volle Geluk van Gods Eeuwige
Paradijs. Deze Liefde is de Liefde van het Kruis.
'Hij is onze Vrede, die de twee een heeft gemaakt en de tussenmuur, die
scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, (...) om in Zichzelf, Vrede
makende, de twee tot een nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot een lichaam
verbonden, weder met God verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap
gedood heeft'. (Efez. 2:14-16)
Alleen de dragers van dit kruis zullen overwinnen, als de machten der hel
opstaan om de wereld te overspoelen. Alleen de dragers van dit kruis zullen een
sterke en stevige brug hebben om de overkant te bereiken, in Gods Zaligheid.
'Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan Mijn discipel niet zijn'.
(Luc. 14:27)
Willen we een hartsrelatie met God gaan ontvangen, dan zullen we Zijn Strijdend
en Lijdend Hart moeten gaan leren kennen en aannemen.
Als uw man of vrouw geen oog heeft voor uw worstelingen en verdriet, is uw
relatie dan goed ? Als een kind geheel voorbij gaat aan de strijd en het lijden
van z'n vader of moeder, is dat dan een goede relatie ?
Vandaag de dag wil men het Geslachte Lam van God niet meer. In welke gemeente
mag het Geslachte Lam nog binnenkomen ?
Men wil een Jezus met spierballen, die aan allen z'n kracht toont. Men wil een
strip-tease-Jezus, die zich zomaar voor alles en iedereen uitkleed en de mensen
uit hun bol laat gaan. Men wil een standbeeld-Jezus, die men naar voren kan
rollen wanneer het nodig is.
Het Geslachte Lam is nergens meer welkom. Men wil Zijn Tranen niet zien. Men wil
feestvieren. Men wil blijde gezichten zien.
Het Geslachte Lam laat ons zien, dat Hij strijd en lijdt om onze zonden. Maar
men wil een hemel waar een ieder op z'n eigen manier feest kan vieren. Vandaar
dat het zo'n rotzooitje in de kerk is, vandaag de dag.
Het Geslachte Lam huilt... en zoekt een hart dat Zijn pijnen en wonden wil
omhullen. Hij zoekt naar troostvolle harten vol medelijden. Waar zijn deze
harten vandaag nog te vinden ?
'Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen,
benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben dan ben ik machtig'.
(2 Korint. 12:10)
Dankbaarheid en aanvaarding van het Lijden, het Bloedende Hart van God, is de
basis van het kruis, de basis van een Hartsrelatie met God ! Alleen als je
dankbaar het Bloedende Hart, de momenten van het Lijden, in je hart toelaat er
ermee samensmelt, kan God Zich op Z'n gemak voelen en gaat Hij Zich meer aan je
geven.
Ondankbaarheid, afwijzing en gemor als je met het kruis wordt geconfronteerd,
zorgt ervoor dat Gods Geest als een duif wegvliegt. Als het kruis, in wat voor
vorm dan ook, tot je komt, wat doe je dan ? Zie, dat het kruis het smeken van
God weerspiegelt !
Zie in het kruis wat op je pad komt de Heer Die in Zijn wanhoop en vertrouwen
Zijn pijn aan jou openbaart. Hij deelt het met je. Als je problemen krijgt,
besef dan dat het Geslachte Lam aan de deur van jouw hart klopt:
'Ik heb zo'n pijn, zie je. Ik laat het je zien. Wil je alsjeblieft open doen
voor Me ? Ik ben zo bang. Ik heb zo,n verdriet.'
Hoor die roepstem van het Lam, Zijn roep om hulp, dat door je moeilijkheden heen
weerklinkt. Hij wil je er iets mee duidelijk maken: Zijn pijn.
Elk probleem dat op je pad komt bevat een schreeuw om hulp vanuit de hemel.
Elke nood die je in je leven tegenkomt, weerspiegelt het Geslachte Lam van God
dat troost zoekt.
Elk gevoel van verworpenheid, elk gevoel van onverzadiging en onderderdrukking,
iedere kwellende gedachte van angst en verdriet, laat het hulpgeroep van God
doorschemeren in ons hart, en roept ons op om Hem te troosten en te helpen.
Laat Gods Tranen maar door je heen vloeien. Wees er niet bang voor. Het is Zijn
lijden. Het enige wat Hij van je vraagt is of Hij bij je mag uithuilen, of je
Zijn hand wil vasthouden, of je Hem wil omhelzen in Zijn Lijden. Hij zegt: 'Mijn
ziel is bedroefd, tot stervens toe; blijft hier en waakt over Mij.' (Matt.
26:38)
Dit schept Eenheid ! En Eenheid met God schept Overwinning ! Zo zal alles
goedkomen !
God vraagt of wij Hem, dus ook Zijn Lijden, in ons hart willen dragen. Dat
schenkt Hem verlichting en troost, bemoediging en genezing.
Zie in elk probleem, elke pijn die je tegenkomt, een Traan van God. Mag Hij bij
je uithuilen ? Ben je dankbaar met Zijn tranen ? Ben je dankbaar met die diepe
Eenheid tussen God en jou ? Hij wil alles met je delen !
Zodra je die Tranen van verdriet en dankbaarheid aanvaart, zullen deze Tranen
veranderen in Tranen van Blijdschap en zullen ze Heerlijkheid brengen:
'Verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook
met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring Zijner Heerlijkheid'. (1
Petr. 4:13) Zodra God Z'n Tranen in ons mag uitstorten, veranderen Zijn Tranen
in de Late Regen, de Tranen van Zijn Heerlijkheid.
Als u huilt van verdriet en iemand omhelst u, dan worden dit toch ook tranen van
vreugde ?!
Er komt een enorme Kracht vrij, als het lijden van de ene in aanraking komt met
de liefde van de ander, als we elkaars kruis gaan dragen. Dan is het alsof de
stekker in het stopcontact is gekomen, en dan gaat het Licht aan en wordt de
duisternis verdreven. Laten we beseffen dat het Lijden verdwijnt, als we elkaars
lijden dragen.
Daarom hoeven we niet bang te zijn om het lijden van God en de mensen te dragen,
want als we dat doen, dan welt de liefde op en dan is dat juist de oplossing van
het lijden !
'Daar Christus dan naar het vlees geleden heeft, moet ook gij u wapenen met
dezelfde gedachte, dat wie naar het vlees geleden heeft, ontrokken is aan de
zonde'. (1 Petr. 4:11)
Als ik kijk naar het feit dat de gemeente maar niet uit de zonde en misleiding
komt, hoe kan dan ooit ons lijden te groot zijn ? Hoe kan dan ooit ons kruis te
breed zijn ? Ik vraag voor mezelf om het grootste lijden en het breedste kruis,
om zo snel mogelijk uit de zonde en leugen te komen !
Als wij Vragen om het Grootste Kruis, dan vragen wij im de grootste Eenheid met
God, want Hij is Degene Die het Grootste Kruis draagt. Zo hebben we dan ook de
Grootste Kracht en daarbij de Grootste Overwinning ! Dan gaan we werkelijk
beseffen dan Zijn juk zacht is en Zijn last licht, zoals de Bijbel dat zegt in
Matteus 11:28-30. Het Kruis van Christus is waarlijk zoet voor onze zielen !
Als we om het lijden vragen, dan verlichten we Gods Hart en worden werkelijk een
met Hem. Satan ziet dan in, dat hij het verloren heeft en zal dan vertrekken.
Daar waar we om Gods Tranen vragen, daar waar we die Tranen willen drinken, daar
geeft Satan het op.
Vraag om het Lijden van Christus ! Verlicht Zijn Hart ! Draag het Lijden mee met
Hem ! Dan begint uw Hartsrelatie met Hem ! Dan begint uw Overwinningsleven !
Het is Zijn Bloedend Hart, overstromend van Tranen.
Het is het geslachte Lam, Die smeekt of Hij mag binnenkomen.
Nu denkt u misschien: 'Ja, maar Jezus hangt toch niet meer aan het kruis ? Hij
is toch opgestaan en het is nu toch feest in de hemel ?' Neen ! Telkens als wij
zondigen, nagelen we Jezus weer aan het kruis (Hebr. 6:6). Het grootste kruis
gaat voor Hem nog komen, nu de zonde bijna tot het climax komt. De Geest van
Christus kan wel degelijk bedroefd worden (Efez. 4:30), ja, zelfs worden
uitgedooft (1 Tess. 5:19).
Jezus Lijden hier op aarde is maar een uiterlijke manifestatie geweest van het
oneindige diepe en zware Lijden wat in de hemel steeds groter wordt. Jezus
toonde ons op aarde Gods Heilsplan in een notedop, maar daarmee zijn we er nog
niet. Het gehele heilsplan zal nog tot uiting moeten komen in de gemeente, het
Lichaam van Christus, en in de gehele wereld. Dan zal het lijden van de Hemel
zich voleindigen en de Eeuwige Heerlijkheid alles vervullen.
Hoofdstuk 4. De Juwelen in de Helm
Geen wond zal ooit geheel genezen worden, als het niet bezien wordt in het Licht
van het Grootste Kruis. Het grootste Kruis is het volledige, volmaakte en
volbrachte Lijden van Jezus, wat een volledige, volmaakte en volbrachte brug is
naar de Genezing van God. Wij hebben elke druppel van Jezus' Bloed nodig om
volledig tot leven te komen.
'Er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht.' 1 Korint. 15:43
Wonden zijn de perfecte voedingsbodems, de geschikte vruchtbare gronden, waarin
het Grootste Kruis van Christus, de Boom des Levens, wortel kan schieten en tot
een harmonieuze groei en bloei kan komen. Jezus zegt dat we pas Zijn
Genezingskracht waardig zijn als we dat Kruis in ons hart dragen (Matt. 10:38, 1
Petr. 2:21-25).
Op harde, betegelde grond kan niets groeien, maar onze wonden zijn teer en
vruchtbaar; ze hebben het Lijden van Christus al diep in zich. Ze weerspiegelen
het Kruis van Golgota al. Hierin kan het Grootste Kruis Zich uiten. Hierin kan
hij Zijn wortels uitslaan en diep groeien. De wond waarin Hij groeit is in
volmaakte overeenstemming met Zijn Lijden, en is daarom soepel en buigzaam. De
wond geeft mee en vormt een geheel met de boom.
God komt en groeit in de mensen die open staan voor Zijn Pijn en verdriet.
Mensen die het Kruis willen dragen. Mensen die zijn wonden als brandmerk dragen,
hebben het zegel van Zijn bevestiging en Zijn bescherming. Aan hen kan de dood
niet komem, maar moet elke dood wijken voor het Licht en Leven van Christus.
Zijn Lijden en Sterven heeft Overwinning gebracht. (Ezech. 9)
Zaai de zaden van het Grootste Kruis, Gods Woorden, in je wonden. Daar is de
grond vruchtbaar. Plant het Grootste Kruis in je pijnen. Daar zal het
onverwoestbaar kunnen groeien:
'Want alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart te
brengen, doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn, een vreedzame
vrucht, die bestaat in gerechtigheid.' Hebr. 12:11
Juist de pijnlijke gronden van ons leven bevatten de voedingsstoffen voor het
kruis. De Boom des Levens wordt gevoed door onze tranen, door ons verdriet.
Hierin kan Hij groeien en bloeien. Hierin kan Hij gestalte krijgen in ons leven.
Zo worden we vol van de Heilige Geest. Het Kruis is ons Teken van Leven.
Alleen door Zijn lijden komen we in contact met God. Er kan alleen gezaaid
worden in onze wonden. Alleen in de akkers van onze pijn kan het kruis wortel
schieten. De rest van onze gronden is daar te hard voor. Daar komen oe vogels
die het wegpikken. Daar komt de wind die het wegblaast. Daar is teveel onkruid,
teveel dorens en distels die het zaad verstikken. Zie je pijnen als voeding voor
het kruis. Je tranen bevatten alles wat nodig is om de Levensboom op te laten
groeien.
Het kruis is de uiterlijke manifestatie van het feit dat Jezus Zijn gehele leven
aan ons geeft. Het kruis is a.h.w. ons eigendomsbewijs van een Geestvervuld
leven (1 Petr. 4:12-14). Onze wonden zijn daar de voortekenen van. Ze wijzen ons
op de komst van het Grootste Kruis, de Boom des Levens, het volmaakte,
volbrachte en Eeuwige Leven in Jezus Christus.
God spreekt tot de verbrokenen van hart ! Daar is Hij dichtbij (Jes. 57:14-15).
Hij spreekt tot de verwonden.
De mensen die zo hoog met zichzelf oplopen kan Hij niet bereiken. God spreekt
tot de verwonde, getuchtigde gedeeltes van je hart, als een verwonde Vader tot
een verwond kind, samen vol van verdriet en pijn over de verwonde schepping.
Laten we niet proberen met onze verharde harten het Woord van God te verstaan,
want het Woord van God kan daarin toch niet doordringen. Alleen satans woorden
kunnen daarin weergalmen, want satan is de verharding zelve.
Laten we met een verbroken hart tot God komen, want daarin ziet Hij Zichzelf.
Zijn vleesgeworden woord wordt alreeds in onze verbrijzelde harten weerspiegeld.
Daar is voor God een weg, een baan, een brug, waarover Hij tot ons kan komen om
alles in ons te voleindigen, om alles in ons tot leven te wekken. In onze
verbrokenheid herkent Hij Zichzelf. Daarin heeft Hij een rustplaats gevonden.
Een plaats waarin Hij zichzelf volledig aan uiten.
Onze wonden zijn de echo's van het Grootste Kruis, het Lijden van Christus. Ze
weergalmen Zijn bittere pijnen, Zijn leed (2 Korint. 4:8-11).
Onze wonden zijn daarom opstapjes naar het Grootste Kruis. Elke wond is een
traptrede, die ons steeds dichter bij de diepste pijn van Vaders hart brengt,
waar wij Zijn diepste wezen ontmoeten. Zijn Tederheid en Lieflijke Schoonheid
mogen en kunnen we daar aanraken, daar, bij het Grootste Kruis.
Je wonden zijn wegwijzers van het kruis. Ze wijzen je de weg naar het Grootste
Lijden van God, daar waar je Zijn Stem kunt horen. Daar waar je Hem kunt voelen
en zien, waar je Hem kunt ruiken en proeven.
In onze wonden zijn wij aan God verbonden.
Het zit automatisch door de zondeval in de mens gebouwd, dat hij de Woorden van
God met de keiharde en sterke gedeeltes van z'n hart wil ontvangen, want dan kan
hij alles zelf onder controle hebben. Dan kan hij er zelf een one-man-show van
maken. Dan kan hij ermee opscheppen en zichzelf er groot mee maken. Zo wordt hij
een god, naast God.
Als we Gods Woord opvangen met de verbroken en verwonde gedeeltes van ons hart,
dan is dat moeilijker. Dan zijn we nl. te zwak om er zelf iets van te maken. Dan
zijn we volkomen afhankelijk van de Heilige Geest. En dat is wat God betreft de
bedoeling. De Heilige Geest komt alleen onze zwakheid en hulpeloosheid tegemoet
(Rom. 8:26).
Er wordt gezaaid in zwakheid en opgewekt in kracht. Daar waar je zwak bent, kan
God sterk zijn. Het kost ons iets als we willen zaaien in zwakheid, in onze
wonden. We zaaien liever op onze sterke kant. Maar die sterke kant is juist zo'n
gevaar in het Koninkrijk van God. Het is de akker van het vlees, vleselijke
kracht. Als we daarop zaaien, dan zullen we ook oogsten (Gal. 6:7-8): vruchten
van de duivel.
We denken bij onszelf dat we het Woord van God hebben gezaaid, en dat alles dan
wel goed zal zijn, maar we vergeten dat op harde grond niets groeit. Het enige
dat daar groeit is troep vanuit de hel. Er worden wolkenkrabbers op gebouwd,
porno-huizen, video-theken ....en zelfs kerken; kerken die het recht niet hebben
zichzelf kerk te noemen. Satan doet zich voor als een engel des lichts, dus we
mogen van hem verwachten dat hij kerken bouwt. Ja toch ? Hoe moet hij anders de
huichelaars en schijnheiligen grootbrengen. Er moet een plaats zijn waar de
farizeeërs aan hun trekken komen, waar ze zelf voor God kunnen spelen. De kerk
is de plaats waar je 'de held' kunt uithangen.
Vandaar dat satan verzot is op kerken, tempels en moskeeën. Zijn eindtijd-plan
is dan ook de grootste kerk aller tijden te bouwen, daar waar de mensen hem als
god aanbidden, daar waar hij de held is, de doorbreker (2 Tess. 2). Hij laat
zichzelf daar dan ook rustig 'God' noemen, of 'Jezus Christus', of 'Heilige
Geest'. Dat maakt hem allemaal niet uit, als hij maar de touwtjes in handen
krijgt. Hij bouwt die kerk op harde, betonnen gronden, op harde, vroomgeestige
gronden.
Maar God bouwt aan Zijn Lichaam, Zijn Levend Lichaam. Hij bouwt aan het Kruis.
Op verbroken harten en verbrijzelden van geest, daar bouwt Hij op. Daar kan Zijn
Boom groeien.
Hoofdstuk 5. De Juwelen in het Schild
Dankbaarheid = Poort tot leven
'Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de
omstandigheden, waarin ik verkeer, dankbaar te zijn.' Filipp. 4:11
Dank voor alles wat je nu al hebt, bent en kan in Christus. Dan is je fundament
stevig. Dan heb je je fundament aanvaard, zodat het niet in kan storten of
weggeroofd kan worden. Zo heb je een dubbel pantser. Dankbaarheid is je dubbele
laag, je dubbele bodem. Juist door dankbaarheid ga je nog meer groeien. Als we
dankbaar leren te zijn, leven we in harmonie met God. Dan betreden we werkelijk
de poorten van het Eeuwige Leven.
God zal er alles aan doen om ons dankbaar en tevreden te maken. Dat gaat Hem
boven alles. Het is Zijn prioriteit met ons leven. Het is niet de genezing, de
uitredding uit een situatie. Neen. Het is de dankbaarheid die ons gelukkig
maakt. Zo zijn we soepel in Gods hand. Zo kan Hij elke weg met ons begaan die
Hij nodig acht. Zo zijn we geen gevaar voor Zijn Geest. De Heilige Geest voelt
Zich op Z'n gemak bij dankbare mensen, mensen die genoegen nemen met de
omstandigheden waarin ze zich bevinden. mensen die niets 'vanzelfsprekend'
vinden, maar blij en tevreden zijn met alles wat God hen geeft. Ook met zijn
Tuchtigende Hand. Wij moeten dankbaar zijn met het Kruis wat op ons pad komt,
want dat brengt ons tot leven.
Dankbaar zijn = Bouwen
Je bouwt door alles wat God aan je geeft in liefde te aanvaarden. Dankbaarheid
is het cement tussen de stenen, wat het bouwwerk onverwoestbaar maakt. Zo durft
God je meer en meer te geven, omdat je zo'n onverwoestbaar fundament hebt. Zo
durft Hij ook grote verantwoordelijkheid te geven, want de mensen kunnen op je
bouwen. Mensen die niet dankbaar zijn, zijn gevaarlijke mensen. Mensen die op
hen bouwen, zullen vroeg of laat merken dat ze daardoor schade lijden. Gods
eindtijd-profeten en apostelen, die de fundamenten van het Koninkrijk leggen
(Efez. 2:19-20), zullen dankbare mensen zijn.
Grote verantwoordelijkheid wordt gebouwd op grote dankbaarheid.
Voordat je verder gaat met streven naar meer: Streef naar Danbaarheid. Kijk of
er met cement is gebouwd. Kijk of je misschien ergens nog geen dankbaarheid
hebt, en dan vooral wat betreft het lijden dat op je pad is gekomen. Heb je het
in dankbaarheid aanvaard als een bouwsteen van je leven, als een Liefdevolle
Tucht uit Vaders Hand ? Of heb je die steen ergens neergeslingerd alsof hij
niets waard is ? Hoe ben je met het Kruis omgegaan ? Of liever gezegd: hoe ben
je met het Lijden van Christus, het Geslachte Lam van God, omgegaan ? Is Hij
werkelijk de hoeksteen van je leven (1 Petr. 2) ?
Zoek die stenen die je zo verwaarloosd hebt weer op, bouw eerst met de stenen
die God je alreeds gegeven heeft ! Anders krijg je van Hem geen nieuwe !
Juist als je die Lijdensstenen van God weer tot je neemt om er mee te gaan
bouwen, die verbroken stukken brood van God, dan zul je merken dat ze in je
handen vermenigvuldigd worden. Dan blijf je bouwen. Dan heb je een wonder van
God in je leven gekregen. Dankbaarheid zet het principe van vermenigvuldiging in
werking (1 Matt. 15:36-38).
Dankbaarheid = Kracht
We moeten niet bidden om meer kracht, maar om meer dankbaarheid.
Als we meer willen hebben van Gods Geest, meer vruchten of meer gaven, dan
moeten we stoppen met het telkens bidden. Stoppen met bedelen. We moeten eerst
dankbaar worden, anders zijn onze gebeden een grote gruwel voor God (Spr. 15:8).
Eerst dankbaar worden voor die grote genade die we al van God hebben gekregen,
want anders verachten we Gods Geest. God is een Persoon ! Hoe gaan we met Zijn
geschenken om ? Als je verkering met iemand hebt, dan kun je die persoon toch
ook niet dwingen om direct met je naar bed te gaan. Hoe gaan we met God om ? We
kunnen geen opwekking afdwingen bij God ! Dat kunnen we niet en dat mogen we
niet ! Zijn wij er klaar voor ? Is Hij er klaar voor ? Dat zijn dingen die we
ons moeten afvragen. We mogen God niet pushen om zichzelf direct aan ons te
geven voor 100%. We mogen Hem op dat punt niet manipuleren. Daar is Hij te
heilig en te gevoelig voor.
We moeten niet vergeten dat we Hem in deze honderden jaren kerkgeschiedenis
verschrikkelijk verminkt hebben. Ook op het gebied van Goddelijke Gemeenschap:
'o ja, God, kietel me even hier, en kietel me even daar. ja, daar is het
lekker.' We misbruiken God om onze eigen regeertes te bevredigen. Iemand zei
eens tegen me dat het allemaal een grote zelfbevrediging is. En ik kan hem
gelijk geven, hoe schokkend dat ook is. We hebben God gedwongen om snel uit de
kleren te gaan. Het is misselijk om hierover te praten, maar ik kan niet anders.
Ik ervaar hier zo Gods verdriet en toorn over. Ik kan niet zwijgen. Gunnen we
God de tijd ? Of moet Hij soms met een varken trouwen ? Wat stellen we ons
eigenlijk voor van 'de bruiloft des Lams', waar Openbaring 19 over spreekt ? Een
groot vies, vet varken die een lam aan een ketting heeft vastgemaakt ? Hebben we
dan geen respect voor God ?
God als lustobject
'Welnu, de wijgaard van de Heere der Heerscharen is het huis Israels, en de
mannen van Juda zijn de planten waarin hij vreugde heeft; Hij verwachtte goed
bestuur, maar zie, het was bloedbestuur; rechtsbetrachting, maar zie, het was
rechtsverkrachting !' Jes. 5:7
Bij gebrek aan dankbaarheid ontstaat er overmoed, eerzucht, manipulatie, etc.
Als je wilt dat je geestelijke zintuigen gaan werken, sla ze dan uit naar Gods
Geest van Dankbaarheid. Daar komen ze tot groei en bloei. Doe dit specifiek, in
gebed, door het uit te spreken (Rom. 10, Jak. 3).
Als je ergens in dreigt vast te lopen, als je in niemandsland terecht komt of
geïrriteerd raakt doordat je iets niet weet, grijp dan terug naar datgene wat je
al wel hebt en weet, grijp dan terug naar de dankbaarheid.
Als we ondankbaar zijn, dan grijpen we God naar de borsten. Dan grijpen we God
naar Z'n geslachtsdelen, dan verkrachten we Hem.
In de dankbaarheid, in het teruggrijpen naar alles wat we al van God hebben
gekregen, is alles te vinden. Al het leven. Hierin is groei en bloei. Hierin
ligt ook Gods Genezing vastgelegd. Voor dankbare mensen hoeft God niet bang te
zijn. Aan die mensen kan Hij alles geven. En dat doet Hij dan ook. In de
dankbaarheid zijn de Hemelse sluizen te vinden. Daar gaan de hemelpoorten open.
'Wie heeft, hem zal gegeven worden, en wie niet heeft, ook wat hij meent te
hebben, zal hem ontnomen worden.' Luc. 8:18
Alleen door dankbaarheid krijg je alles echt in je bezit. Je hebt alleen iets
als je er dankbaar voor bent. Door dankbaarheid draai je a.h.w. de sleutel van
Gods schatkist om, zodat de schatten zichtbaar worden en ontvangen kunnen
worden. Ondankbare mensen hebben niets.
Tekenen van ondankbaarheid: irritatie, sensatie-lust, eerzucht, streven naar
macht, manipulatie, protserigheid, pronken, bitterheid, etc. Hizkia werd
hoogmoedig door gebrek aan dankbaarheid (II Kronieken 32:25). Hier kwam Gods
toorn over. Al deze zaken kunnen ons lastigvallen als we ondankbaar zijn. Het is
a.h.w. het alarm van God dat ons laat zien dat we nog op sommige punten
ondankbaar zijn. Dankbaarheid is onze bescherming. Door dankbaarheid versla je
de vijand en straal je een vuur uit waarvoor iedere overgebleven vijand
wegvlucht.
Als je door satan wordt lastiggevallen, werk dan aan je dankbaarheid.
Alleen als we in dankbaarheid leven, durft God het met ons aan. Alleen in de
Geest van Dankbaarheid kunnen we ons vrij bewegen. Daarin gaan onze ogen en oren
open. Daar gaan onze geestelijke zintuigen werken. Dan durft God het nl. met ons
aan. Dan wil Hij het ons verder en is de bruiloft in zicht. Alleen deze
dankbaarheid is de weg naar een hartsrelatie met God. Alleen dankbaarheid maakt
ons tot de bruid van het lam.
Ondankbaarheid - en alles wat daarbij komt - maakt ons tot de bruid van satan.
'Dankt te allen tijde in de Naam van onze Heere Jezus Christus God, de Vader,
voor alles.' Efez. 5:20
Dat wil zeggen dat God wil dat we altijd een dankbare houding aannemen, een
dankbare levensstijl. Dat ons denken, spreken en doen doordrenkt is met de Geest
van Dankbaarheid (Kol. 2: 6-7, 3:15-17).
Dankbaarheid = Evangelisatie
'Wij danken God, de Vader van onze Heere Jezus Christus, te allen tijde bij ons
bidden voor u.' (Kol. 1:3)
Paulus dankte altijd voor zijn mede-broeders en zusters, voor hun geloof en
liefde. Hij wist dat op die manier alles bekrachtigd en vastgelegd werd in de
handen van God. Hij wist dat hij door deze dankbaarheid de mensen redde van de
ondergang. Hij legde het cement ook op de stenen van het levenshuis van zijn
mede-mens.
Door dankbaar te zijn voor elkaar, bouwen we elkaar stevig op en maken we elkaar
onaantastbaar sterk. Wil je je familie, je vrienden, ja, de gehele wereld
redden, wees dan dankbaar voor hen. Wees dankbaar voor hun goede kanten, maar
wees ook dankbaar dat je door hen geslepen en gevormd wordt. Wees er dankbaar
voor dat ze er zijn. Dank God voor hen. Dan zul je wonderen gaan meemaken (1
Tim. 2:1-4). Paulus noemt een lijstje met zegeningen op in Efeziers 1 :15-23.
Wij mogen dat bidden voor anderen. Laatst ontdekte ik de voorwaarde in vers
15-16 : 'Daarom houd ik, gehoord hebbende van uw geloof in de Heere Jezus en van
uw liefde tot al de heiligen, niet op te danken, u gedenkende bij mijn gebeden,
opdat' ... en dan volgen de zegeningen.
Door dankbaarheid voor de ander gaat het lijstje pas in werking treden in het
leven van die persoon. We kunnen bidden tot we een ons wegen, maar als we niet
danken, dan gebeurt er helemaal niets. Dan kan het leven van die persoon wel
veranderen, maar dat komt dan niet door onze gebeden.
Alleen door dankbaar te zijn voor de ander, kunnen we in onze gebeden de ander
bereiken. (Kol. 4:2-4)
Dankbaarheid is de sleutel tot een succesvol gebedsleven.
Dankbaarheid is de poort tot het hart van de ander.
Juist omdat we geneigd zijn niet voor elkaar te danken, ontstaat er zoveel
koudheid en verworpenheid in de gemeente van Jezus Christus. De Heilige Geest
kan zo niet doorbreken, zodat allerlei andere geesten de kerk inwippen. Het is
daarom een levensgevaarlijke boel nu in de gemeente. En zo is de boodschap die
we uitdragen dan ook gebrekkig. We moeten bet Evangelie van Dankbaarheid weer
prediken en daarbij vooral niet vergeten om dankbaar te zijn voor de mensen die
we mogen benaderen. Dank God voor hen. Dank God voor wat Hij al in die mensen
heeft gedaan. Heb respect voor die mensen. Je kan ook al heel wat van hen leren.
Dankbaarheid brengt ons tot onderdanigheid (Hebr. 12:28-29 & Efez. 5:20-21).
'Dankt onder alles, want dat is de wil van God in Christus Jezus ten opzichte
van u.' 1 Tess. 5:18
Dankbaarheid verbreekt de vloek
1 Timoteus 2 vers 1-4 zegt ons dat we voor alle mensen moeten danken, ook voor
koningen en alle hooggeplaatsten, opdat we een stil en rustig leven mogen leiden
in alle Godsvrucht en waardigheid.
Juist door voor alle mensen op de wereld dankzegging te doen, nemen we hun
zegeningen aan en ook de tucht die zij ons brengen. Zo hebben we de kracht om
hen in Gods Handen te leggen, zodat we vrijkomen van de vloek der mensheid, om
zo een vredig leven in de Heer te leiden.
Dankbaarheid is de kracht om ons leven en de levens van anderen op te offeren
aan God, opdat Hij met ons kan doen wat Hij wil.
Ik kreeg een visioen van een prachtige zee van licht. Het licht was wonderlijk,
hemels, en er was een schip van profeten. Zij waren martelaars, maar dat was
tegelijkertijd hun harnas. Ze streden door de wapenen van het kruis, en zij
waren krijgslustig. Soldaten : Neemt uw harnas aan.
Giet het lijden in de juiste vorm !
Grote golven van onderdrukking overspoelen de wereld vandaag de dag. Het buldert
van ellende. Ook in de kerk. Men heeft het vaak niet meer in de hand. Velen
bezwijmen van vrees en angst en velen worden in het verderf weggezogen. Velen
zijn radeloos (Luc. 21:25-26). Christenen worden niet automatisch geherbergd
voor deze toestanden. In het koninkrijk van God werkt niks automatisch:
Luc. 21:36: 'Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te
ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht
van de Zoon des mensen.'
We moeten het lijden weer kunnen plaatsen. Anders worden we er door overspoeld.
De rivier van het lijden mag niet overstromen, maar moet in z'n bedding blijven.
We moeten het lijden weer de juiste plaats aanwijzen in ons leven, opdat we
gezond zullen blijven. Wij hebben een diepere openbaringskennis van Gods Woord
nodig als wij niet te gronde willen gaan (Spr. 29:18, Hos. 4:6, 2 Petr.
3:17-18).
Daniel 11 en 12 spreekt over de verstandigen die op zullen staan om het volk tot
inzicht te leiden. Zelfs de aartsengel Michael zal opstaan om het volk van God
veilig door de grote verdrukkingen heen te leiden.
En zullen doorbrekers komen die door de voorgeslachtelijke en hedendaagse
puinhopen heen de weg banen naar de Schuilplaatsen van God (Micha 2:12-13).
Dit zal met harde hand gebeuren, want ons zondige vlees zal niet vanzelf wel een
keertje doodgaan. Neen. Het moet doodgeslagen worden. Want anders slaat het ons
dood (Rom. 7:11).
Gods Hardheid is Zijn Tederheid
Hebr. 12:5:
'Acht de tuchtiging des Heeren niet gering, en verslap niet, als gij door Hem
bestraft wordt, want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Heere.'
Als wij denken dat Hij ons pijn doet, dan heeft Hij ons juist lief. Wij leven op
de kop. Alles wat God ons hard aandoet is juist zoet en zacht. Doordat wij op de
kop leven zien we alles omgekeerd. Als wij lijden, dan hebben we gemeenschap met
God. Lijden is bemint worden. Dit lijden is zacht en licht. Dit lijden is zoet.
Matt. 11:28-30:
'Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neemt
mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en
gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en Mijn last is
licht.'
Het zware lijden is voor de zonde-macht die in je woont.
Voor je vlees is dit een hel. Een ruw-houten, bloederig kruis. Keihard en
meedogenloos. En dat maakt het voor je nieuwe mens extra heerlijk ! Het vlees
teert geheel weg. De nieuwe mens zal er nooit meer last van hebben:
1 Petr. 4:
'Daar Christus dan naar het vlees geleden heeft, moet ook gij u wapenen mat
dezelfde gedachte, dat, wie naar het vlees geleden heeft, onttrokken is aan de
zonde.'
Maak duidelijk onderscheid en geniet ! Indien u dit principe niet kent, dan is
het lijden voor u zwaar. U kent het onderscheid tussen vlees en geest niet. Uw
geest is dan nog zwak, zodat uw vlees als een brullende leeuw tekeer gaat. Uw
vlees moppert, voelt zich niet lekker en blijft zeuren. U denkt dat u het bent,
maar het is uw vlees.
Rom. 7:20:
'Indien ik nu datgene doe wat ik niet wens, dan bewerk ik het niet, maar de
zonde, die in mij woont.'
Het is uw zondige aard die zich zo rot voelt onder de tuchtigingen van God. Uw
wedergeboren geest in u voelt zich heerlijk, maar die is nog onmondig en heeft
niet veel in te brengen door gebrek aan kennis (Gal. 4, Hos. 4:6).
Al het zware en vervelende lijden mag u op uw vlees afwentelen. Rol het maar op
de zonde-macht die in u woont. Het is nl. niet bestemd voor uw wedergeboren
persoonlijkheid.
Zoals we hebben gezien :
Het juk van Jezus is zacht en Zijn last is licht, elk hard juk en elke zware
last is bestemd voor uw zondige natuur ! Onderdruk uw goddeloze vlees maar.
Luister: laat deze gedachte in u gestalte krijgen. Het is uw wapen. Uw zondige
vlees voelt zich naar, omdat het z'n ondergang tegemoet gaat.
Het vlees krijgt het hier op aarde zwaar te verduren. Het krijgt harde en rake
klappen van het Kruis ! Maar u voelt uzelf heerlijk.
Deze woorden werken als een zwaard die uw oude mens en nieuwe mens van elkaar
lossnijden, zodat uw oude mens u niet meer kan bedriegen (Hebr. 4:12-13):
U wordt bemint door de Heilige Geest als u lijdt. Hij trekt u nl. los van de
poel van het verderf. Het lijden is een medicijn om u beter te maken. Uw vlees
kan daar ziek van worden, maar dat is een goede zaak. Laat uw vlees maar ziek
worden. Laat het maar sterven. U moet uw vlees haten en al het slechte
toewensen.
Je problemen zijn je wapens.
2 Tim. 2:3:
'Lijd met de anderen als een goed soldaat van Christus Jezus.'
God geeft ons het lijden als een wapen om het vlees mee te vernietigen. Leer je
pijnen te zien als je wapens waarmee je het demonische vlees uitroeit. Leer je
tranen te zien als atoombommen die de akkers van het vlees opblazen. Laat het
Lijden van Christus door je leven stromen als de vuren van een machinegeweer.
Het vlees gaat eraan. Het vlees kan niet tegen de tucht. Het vlees kan niet
tegen het lijden. Het vlees wil zich vrij voelen, losbandig. Maar juist de tucht
en het lijden maakt ons vrij : vrij van zonden.
Het lijden is het doodsvonnis aan het adres van de duivel. Met hem wordt niet
gerekend. Juist het vlees gaat zo tekeer bij de begrafenis van de duivel. Als u
lijdt, dan is de duivel op weg naar z'n graf.
Het vlees heeft het daar maar moeilijk mee. Het brult om z'n vermoordde meester.
Als je pijn lijdt, dan is dat de pijn die je vlees heeft. Dan ben je al aan het
overwinnen.
Als je lijdt, weet dan: God brengt je wapens. Het Lijden van Christus is je
wapenarsenaal. Golgota is je kernraket. Leer te vechten. Je wapens zijn je
pijnen. Lijden = Strijden.
Hoofdstuk 6. Op Naar Het Eiland
We mogen uitzien naar de hemelse armoe en haar weelderigheden, maar we hebben
een strijd te voeren. Wij moeten ons geestelijk zwaard opnemen, en onze
geestelijke speer, om de eindtijd-bediening te herstellen, en ons te richten op
de engelenbediening. Het is een strijd om de verborgen bronnen van het Bloed van
Christus te openen. Maar de Bijbel zegt dat het zal gaan gebeuren. Davids
bronnen zullen geopend worden, en we zullen niet alleen komen tot het lijdend
bloed, maar ook tot het strijdend bloed. En we zullen van de Beker van Christus
drinken. We zullen het maal des Heeren kennen, begrijpen wat dat inhoudt. Er is
een pad van herstel aangelegd, het pad van het kruis en de armoe, waarop we
zullen leren ons zwaard op te heffen, tot ware geestelijke oorlogsvoering.
Er wordt hevig gevochten op het dek. Christus is onze kapitein, en in het Woord
wordt ook beloofd dat David als kapitein aan ons wordt teruggegeven. Ook stellen
we ons open voor profeten die wat te zeggen hebben. Laat dit boek u inspireren
om het schip op te gaan. Mediteer erover, bidt erover om tot de verborgen
bronnen en schatten ervan te komen. Dit boek kan als het ware multi-dimensionaal
gelezen worden, en dat was ook altijd het doel van Operatie Eindtijd : het
openen van de dimensies.
Wie staan er aan onze zijde ? Dat kan alleen het hart openbaren wat verlicht is
door de Heilige Geest, een hart ondergedompeld in het Bloed van Christus, een
hart gekruisigd zoals Christus. Laten we ons uitstrekken naar die hemelse
realiteiten, opdat het avontuur voor ons kan beginnen, en we niet wegzinken in
zelf-medelijden. Wij grijpen onze wapenen, juist in en door het lijden, en
worden er hemels door toegerust. Dit is het geheim van een heerlijk leven met
God, een heerlijkheid die dwars door alles heenschijnt. De lijdensriemen zijn
misschien strak en hard, en we voelen ons misschien slaaf van vele dingen, maar
laten we beseffen dat we altijd slaaf zijn als aan God, en dat Hij ons zo voor
vele dingen behoedt. Wij zijn gladiators om zo geen strijders van de duivel te
zijn.
Tim Strijker, Kapitein des Kruises.