Ook wel familiaire vloeken genoemd of voorgeslachtelijke vloeken (en wat je zelf al hebt uitgefreten en op je kinderen overdraagd). Vloeken vanuit het voorgeslacht overgebracht van generatie op generatie. De vloek verspreid zich vanuit 1 persoon over z,n kinderen en kleinkinderen en zo weer verder totdat hij verbroken wordt. Of hij wordt versterkt. Een vloek kan ook van een persoon op andere persoon gaan dus niet persee van ouders op alle kinderen. In andere gevallen zaait het zich uit over de gehele familie. Vloek uit zich bij iedere persoon/ familielid weer op andere manier. Heeft ook met persoonlijkheid te maken. Vloek eerst bij jezelf weg dan heb je ook in de geestelijke wereld de autoriteit om op te staan tegen deze geest.

Zo had ik een keer dat een moluks persoon bepaalde gedachtes over mij had, bepaalde indrukken maar die niet uitsprak maar wel zei dat hij ze had heel stellig. Die gedachtes die hij heeft zijn codes, onzichtbare profetieen. Ziet dingen maar zegt ze niet. Zijn grote vervloekingen: angstaanjagend, schrikwekkend, om niet goed van te worden. Hele molukse cultuur achter zich. Moet flink bevrijd worden. Goed gaan indekken voor deze peroon. Werkt heel veel vanuit gebondenheden vanuit het voorgeslacht. Vraag wat indekken precies inhoud. In ieder geval je er van bewust zijn. Stimulans, soort alarm, om dichter naar God toe te gaan.

Je kan een (familiaire) vloek ook zien als een geestelijke genetische lijn. Naast de natuurlijke erfelijkheid via de natuurlijke genetische overdracht loopt er parallel daaraan de geestelijke erfelijkheidslijn waarin de geestelijke genetische overdracht vastligt van zegen en vloek. We zien door de Bijbel heen dat zowel zegen als vloek op het nageslacht worden overgedragen.

Onderscheid tussen drie soorten voorgeslacht en dus ook drie soorten voorgeslachtelijke vloeken:
1. Generationeel voorgeslacht vanuit de je natuurlijke ouders en hun natuurlijke voorgeslacht/ voorouders
2. Geestelijk voorgeslacht vanuit je geestelijk ouders / voorouders in de zin van eert uw geestelijke ouders
3. Zij die in reincarnatie geloven rekenen ook het persoonlijke (van die persoon zelf) geestelijke voorgeslacht nog mee en vervloekingen die toen zijn uitgespoken of door die persoon zelf over hemzelf zijn gebracht. En er is zelfs nog een vorm van territoriaal voorgeslacht.