Toerusting van de Heiligen door John Wimber Deel 4 - Door John Wimber 2 februari 2005
 
Door John Wimber


De Geboorte van Simson

Dank u. Ga met mij naar Richteren het dertiende hoofdstuk. Ik wil het deze middag hebben over bekrachtiging. En ik wil hieraan vooraf eerst beginnen met een kleine herinnering aan de geboorte van Simson. En de reden daarvoor is dat ik denk dat er een parallel is in het leven van Simson en Israel en de situatie hier in Europa. En het is heel belangrijk dat als er een waarheid verkondigd wordt, dat het ook in een verband gebracht wordt, zodat het ook toepasbaar is. Ik heb gisteravond en door de week gezegd dat ik geloof dat opwekking komende is. Ik geloof dat de vroege tekenen van opwekking al op weg zijn in Engeland en delen van Europa. Ik geloof dat we een lange weg te gaan hebben. Ik geloof dat er nog veel gedaan moet worden, maar ik geloof dat het in ieder geval onderweg is. In het boek Richteren zien we Israel opgesloten in een cyclus van afvalligheid. Tijden en seizoenen waarin ze gehoorzaam zijn aan God, dichtbij God, en dan in een zekere graad omhelzen ze de praktijken en religies van het land, zich aangetrokken voelen tot de goden van het land, en als gevolg daarvan komen ze in een direkte aanval op hun relatie met God, en God moet hen dan bestraffen, en dan na verloop van tijd zijn er die dat dan weer bewust worden. En ze beginnen de staat waarin ze zich bevinden te herkennen, en daar bekeren ze zich van, en dan brengt God helden onder hen naar voren. En dan preken ze ook die boodschap van berouw aan het land. En dan allereerst biedt het volk weerstand, en dan zien zij ook de wijsheid en de roep van die profeten in, en dan komen ze tot berouw en dichtbij God, en dan gaat het weer goed met hen. En dan begint de cyclus weer opnieuw. En die cyclus zien we telkens weer in de geschiedenis van verlossing. Niet alleen maar in de Oud-Testamentische tijden van Israel, maar overal door het tijdperk van de kerk heen, overal waar God in landen is bezig geweest. Ik zal lezen door Richteren 13, en ik zal wat snelle commentaren maken, met het doel om u de overeenkomsten te laten zien tussen Israel die tijd en Europa in deze tijd. De tekst opent met de Israelieten die weer kwaad deden in de ogen des Heeren. Toen gaf de Heere hen over in de handen van de Filistijnen voor veertig jaar. Hier zien we de cyclus, in deze constructie : opnieuw, opnieuw, opnieuw deden ze kwaad, en de Heere gaf hen over. De straf kwam, en een bepaald tijdperk waren ze onder de handen van hun onderdrukkers. In deze situatie gebruikte God de Filistijnen. God gebruikte altijd de vijand voor Zijn plan. God is over de vijand. Hij is over de duivel, en Hij is over alle natien en regeringen van de wereld. Hij kan ze laten oprijzen op elk moment en kan ze gebruiken zoals Hij dat wil, zodat Zijn volk gecorrigeerd wordt. Nou stel je het eens voor : veertig jaar van onderdrukking, veertig jaar bezet door een onderdrukker. Het is niet zo lang geleden dat dit land zelf onder de hand van een onderdrukker leefde. Velen van u leefden tijdens die periode, en u weet hoe het toen was. En hier is Israel in zo'n tijdperk van veertig jaar, veertig jaar van Filistijnse onderdrukking. Ik weet zeker dat ze aanvankelijk met veel hoop hebben gebeden : 'Heer, bevrijd ons, bevrijd ons.' Misschien de eerste paar jaren, maar dan de eerste tien jaar groeide uit tot twintig jaar : Veertig jaar van onderdrukking. Kinderen werden geboren, grootouders stierven, een nieuwe generatie groeide op. Alles wat ze ooit hadden gekend was onderdrukking. Ze wisten niets van de nabijheid van God, ze wisten niets van Zijn zegening. Ze hadden geen bewustzijn van Zijn liefde voor hen. Degenen die dat ervaren hadden stierven uit. Zij die geboren waren onder die onderdrukking kenden dat niet, en zo is dat in Europa vandaag. Na de tweede wereldoorlog zagen we de snelle achteruitgang van de kerk, door de eeuw heen heeft Europa veel ellende gekend : op politiek gebied, op economisch gebied, op sociaal gebied, spiritueel gebied, onderdrukking, door de hand van ideologieen, en ook andere dingen die God gebruikte om met Zijn volk af te rekenen. En in het midden van dit alles verlies je je bewustzijn. Zij die ooit van God hadden gehoord verwachtten niet langer van God te horen. Zij die nog nooit van God hadden gehoord waren niet klaar om van God te horen. Merk de reactie op van een koppel dat bezocht werd door een engel : Nu was er een man uit Sora uit het geslacht der Danieten genaamd Manoach en van wie de vrouw onvruchtbaar was en niet baarde. Hier is een koppel dat onvruchtbaar is. Door de schrift is onvruchtbaarheid altijd verbonden met Gods handelingen. Wanneer God de baarmoeder sluit is dat een teken, een teken waarmee Hij laat Zijn misgenoegen met de natie zien. Hier is een groep mensen en een gezin levende onder die onderdrukking. In het natuurlijke hebben we het dan over het niet hebben van kinderen. Als we dat beeld omdragen naar de kerk op geestelijk gebied dan hebben we het over het niet hebben van geestelijke kinderen : Bijna geen bekeringen, en de kerk is niets meer dan een miezerig groepje mensen die bij elkaar zijn. Niets krachtigs, niets enorms, niets groots. De kerk is niet langer meer de hulpbron van de natie. De natie zoekt raad heel ergens anders. De koningen en de politici gaan niet naar de priesters. Het is in het midden van onvruchtbaarheid dat God beweegt. Hij onderbreekt dan Zijn eigen plan van vernietiging en correctie, door leven te brengen aan hen die geen hoop op leven hebben. En de Engel des Heeren verscheen aan haar en en zei tot haar : Zie, gij zijt onvruchtbaar en baart niet, maar ziet, gij zult zwanger worden en een zoon baren. En dan geeft hij deze vrouw enkele zeer specifieke instructies over hoe ze zich voor moet bereiden om dit kind straks heel goed op te kunnen voeden. Dus in zijn wijsheid zoekt hij een vrouw en geeft haar instructies zodat zij in staat zal zijn om het kind op te voeden op de manier zoals hij dat wil. Temidden van die bestraffing, temidden van de onvruchtbaarheid brengt hij in zijn genade een kind voort. Hij stuurt een boodschapper, een engel. De engel bereidt de moeder voor, geeft haar instructies hoe ze moet leven, zodat dat patroon en die voeding er voor het kind zal zijn. Ik geloof met heel mijn hart dat dit is wat we aan het doen zijn deze week. We bereiden de moeder voor op het kind. We vragen rekenschap van haar. De opwekking komt. Maak jezelf daarvoor klaar. Begin nu al zo te leven alsof die opwekking al aanwezig is. Zorg dat de prioriteiten en het doel van God op de juiste plaats zijn. Want spoedig zal er een kind zijn. En dit kind zal opgevoed moeten worden in de voeding van de Heer, niet in het patroon van de bestraffing, niet in de tijd van onvruchtbaarheid waarin God met z'n volk afrekent. In de hoop van de verwachting van datgene wat komen gaat om op te rijzen moeten we leven alsof het nu al aanwezig is. We moeten vandaag het brood van morgen gebruiken. We moeten vandaag al leven in de opwekking van morgen leven. Vers 4 : Dus neem u in acht en drink geen drank of wijn en eet niet van het onreine. Want gij zult een zoon baren op wiens hoofd nooit een scheermes zal komen, want hij zal vanaf de beginne een nazireeer zijn. Dat betekent iemand die apart gezet zal zijn. Apart gezet voor de Heer vanaf geboorte, en hij zal een begin maken met de verlossing van Israel uit de macht van de filistijnen. God wil een held sturen, een richter, een soort redder, en dat wil Hij geboren doen worden in deze vrouw. Hij zegt : Wees klaar. Je zult de lieveling van de Heer voeden. Een nieuwe generatie komt : Simson is op weg. Simson zal grootgebracht worden in de kracht van de Heer, en de kracht van God zal zichtbaar zijn in die man. En ik geloof dat hetzelfde hier gebeurt.

Ik geloof dat dit de tijd is. In het midden van de onvruchtbaarheid van de kerk hier in Europa zal God helden naar voren brengen. Hij bereidt de moeder voor, de kerk, om geboren te doen worden, om de kerk op te wekken, en de kerk te bekrachtigen. Nu denkt u misschien dat dit goed nieuws is. U denkt misschien dat is wat we kunnen zien, maar Manoach ontvangt die boodschap niet zo goed. Vers 8 : Toen bad Manoach tot de Heere en zei : heere, moge de man die u tot ons gezonden heeft nog eens terugkomen om ons te onderwijzen hoe de jongen op te voeden. Dus ze roepen het uit, omdat ze het met z'n eigen oren wil horen. Hij wil er zeker van zijn dat hij de juiste instructies heeft. Hij wil het op de juiste manier uitvoeren. Hij wil in overeenstemming zijn met de Heer. En God hoort Manoach's gebeden. En de Engel des heeren komt weer naar de vrouw op het veld, maar Manoach was niet bij haar. Dan zegt u : heeft die engel dan een fout gemaakt ? Kwam hij op het onjuiste moment ? Kwam hij naar de onjuiste persoon ? Ik herinner me dat de Heere tot mijn vrouw sprak over de gemeente die gevormd moest worden, over de bediening die de heer aan mij zou geven, dat de heer me zou opvoeden zodat ik zichtbaar zou worden over de hele wereld, dat ik in elk land veel vijanden zou hebben, mensen die me zouden haten, mensen die kwaad over me zouden spreken. Ze kwam om me dat te vertellen. Dat was geen goed nieuws. Ik was boos. Ik ging naar de Heer, en zei : Heer, waarom hebt u tot haar gesproken, waarom niet tot mij ? Ik zei dit niet één keer, maar wekenlang. En toen antwoordde de Heer : 'Ik sprak tot haar, omdat zij luistert.'

Ik zei : 'oh'. En hij herinnerde me aan dit hoofdstuk. Haar hart was voorbereid. Zij was gehoorzaam, en kon zich voegen naar datgene wat ze hoorde. Ze wilde in overeenstemming met de Heer leven. Ik niet. Ik was niet . Ik was niet iemand die daar snel op reageerde. Ik wilde niet gehaat worden. Ik wilde dat mensen me mogen. Ik ben zo'n fijne vent. En dan in vers 10 reageert zijn vrouw. Ze gaat haastig heen naar haar man om hem het te vertellen : Zie de man die onlangs tot mij kwam is mij verschenen. En Manoach stond op, volgde zijn vrouw en toen hij tot de man kwam zei hij : Zijt gij de man die tot mijn vrouw gesproken heeft ? En de man zei ja. En toen zei Manoach : waneer uitkomt wat gij gezegd hebt hoe moeten dan de leefwijze en het werk van de jongen zijn. En de engel des Heeren zeide : Ze moet alles doen wat ik gezegd heb. Ze mag niets eten wat van de wijnstok afkomt, geen wijn of drank, en niets onreins eten. Zij moet alles doen wat ik haar verteld heb. En ik heb het opgezocht wat het woordje 'alles' betekent. En het betekent 'alles'. Ze moet alles doen. Heb je dat deze week gehoord. Heb je deze week iets gehoord over gehoorzaamheid ? Zij die op het punt staan de zegen van de Heer te ontvangen, moeten beginnen met het toepassen van gehoorzaamheid, in nederige gehoorzaamheid. In Romeinen gaat het over dingen uitspreken alsof ze er al zijn. Dat gaat dan over Abraham in zijn geloof. Op die manier zijn wij kinderen van Abraham. We moeten een koninkrijk proclameren dat er nog niet is. We proclameren een koning die de wereld niet ziet, en zouden dat ook niet accepteren als ze hem wel konden zien. We moeten wandelen in de toepassing van gehoorzaamheid naar dat wat gaat komen. En hierin is die vrouw een type, een type van de kerk van Europa vandaag. Zij moet zichzelf klaarmaken zodat ze geboorte kan geven, voeden en een zoon grootbrengen, hij die de held van de Heer zal zijn. Maar Manoach zei tot de engel des Heeren : We willen dat je blijft totdat we een geitebokje voor je hebben bereid. Maar de engel sprak dat hij niets van hen zou eten, ook al zouden ze hem bij zich houden, maar als ze het wilden bereiden, dan moesten ze het aan de Heere offeren.

Manoach had nog steeds geen idee met wie hij sprak. Zijn zintuigen waren zo afgestompt. Zijn geestelijk ontvangstvermogen was zo afgestompt. Hij was zoals Eli, de priester in I Samuel. Hij herkende de stem van de Heer niet. De Heer moest meer dan één keer roepen voordat Eli het zich realiseerde om zo de instructies aan Samuel door te geven. Een van de karakteristieken van onvruchtbaarheid is dat we afgestompt raken in de geest. Als het woord van de heer niet in het land is raken de leiders ongevoelig. Hoe vaak in de geschiedenis van de verlossing heeft de heer tot vrouwen moeten spreken om zo de man te kunnen bereiken, want de mannen waren opgestompt in de geest, en die vrouwen waren dat niet. God sprak tot de vrouwen, bereikte de man, en de man begrijpt het nog steeds niet. Vers 17 : Toen zei Manoach tot de engel : wat is uw naam, dan zullen we u eren als uw woorden uitkomen. Hij probeert eigenlijk hier te zeggen dat als het een ware profeet dan zal het vervuld worden, en dan zullen we die profeet eren. Dit is een normale eerste reactie. We zien iets gelijkvormigs gebeuren vandaag de dag. Er zijn degenen die het woord horen, en degenen die op dat woord reageren. Aan de ene kant positief, aan de andere kant negatief. Sommigen zeggen : Dat is het Woord van de Heer. En anderen zeggen : Dat is niet het Woord van de Heer. Sommigen zeggen : dat is het Woord van de Heere nu. Sommigen zeggen : Dat is nooit het Woord van de Heer geweest. Het is een ketterij, dwaasheid, gekheid. En zo is het altijd geweest met betrekking tot het verlossingsplan van de Heer. Lees het boek. Laat me een tijd zien waar dat niet zo is gebeurd. Bij de geboorte van de kerk in Handelingen 2 zien we diezelfde dynamiek. Sommigen zien het fenomeen en zeggen : die zijn dronken. Anderen zeggen : Nee, daar is toch wat meer aan de hand. Het is veel te vroeg op de dag om dronken te zijn. Er is wat meer aan de hand. Ik blijf nog wat luisteren. Deze groep werd binnengehaald. Deze groep werd bekrachtigd. Deze groep werd de Nieuw-Testamentische Kerk. Toen God de bovenzaal bezocht zo bezocht hij die hele groep. Op die dag werden er 3000 verzameld. En zo is het altijd geweest. Eén groep zegt : nee. Een andere groep zegt : misschien, en luistert. En hier zien we dat afspelen tussen man en vrouw. Zij geloofde al. Hij zei : Wat kan het zijn. Wat is je naam ? Laat me dit eens doorpiekeren. Als het waar is, dan willen we je eren.

Hij wordt binnengebracht na veertig jaren van onderdrukking. Geen woord van de heer, en nu komt dat woord, en in zijn hart komt er wat opwinding. Achtiende vers : De engel antwoordde : Waarom vraagt u toch naar mijn naam, het is boven je begrip. Hij zegt : Het is te wonderbaar. Dat is het natuurlijk. En hij zegt als je problemen hebt met deze boodschap, als ik je de hele boodschap zou vertellen dan zou je echt in de problemen komen. Als je zou weten wie het was die tot je heeft gesproken, dan zou je echt in de problemen zijn. Dus ik ben gekomen in gedeeltelijke vermomming. Ik ben gekomen op een manier waarvan ik denk dat je het kunt begrijpen. En weer zien we dat terug in de tederheid en het hart van de Heer. Dit is altijd zijn manier geweest, te komen op een manier die wij kunnen begrijpen. Tenminste degenen van ons die oren en ogen hebben om te horen en zien. Dus Manoach die zo bedreven is die besluit om het offer gewoon te brengen. Hij wist niet zoveel van het horen van de Heer, maar hij was wel religieus. Dus hij ging een offer brengen. Negentiende vers : Manoach nam een jong bokje en een spijsoffer en offerde dit op een rots aan de Heere. En toen deed de Heere een geweldig wonder, terwijl Manoach en zijn vrouw keken. Terwijl de vlam van het altaar omhoog steeg naar de hemel voer de engel des heeren op in de vlam. En toen Manoach en zijn vrouw dit zagen wierpen zij zich op hun aangezicht naar de aarde. En de engel des heeren verscheen niet meer aan Manoach en zijn vrouw. Toen begreep Manoach dat het de engel des heeren was geweest. God had genade tot Manoach, en zelfs in zijn mengeling tussen geloof en ongeloof kreeg hij een klein beeld van de hemel. Hebt u deze week een klein beetje hemel gezien ? Een klein beetje licht ? De Heere heeft die en die aangeraakt, harten die veranderd zijn, lichamen zijn aangeraakt. Geen grote aantallen, maar een beetje. Gezegend zijn zij die deze dingen kunnen zien. Dus Manoach viel op de grond, het enige wat je kunt doen. De openbaring van God maakt mensen altijd ongemakkelijk.

Structurele en Geestelijke Bekrachtiging

Herinner je Petrus, die de berg op ging, de berg van verheerlijking. Wat gebeurde er ? Herinner je het je ? Mensen verschenen. Ezechiel. Petrus keek. Wat is hier aan de hand. Laten we er een tent overheen zetten. Hij kon het niet aan. Zullen we het allemaal maar wegstoppen. We kunnen het niet aan wanneer de Heere openbaring geeft. We zijn er zo bang voor dat we er liever voor weg gaan. En tegelijkertijd willen we niet weg. Als de Heer openbaring geeft in zijn macht en kracht dan is dat zo beangstigend en ontzagwekkend, dat we er niet tegenkunnen. Dus Manoach doet het enige wat mogelijk is. Vers 22 : We zullen sterven. We hebben de Heer gezien. Maar zijn vrouw is erg practisch. Zij zegt : Wacht even. Indien de Heer ons had willen doden, dan zou Hij geen brandoffer en spijsoffer genomen hebben, en ook geen dingen getoond hebben. Bent u niet gesteld op practische vrouwen. Ze zegt : Manoach, word wakker en ruik de koffie. Als de Heer ons wil doden had hij dat allang kunnen doen. Hij had ons die dingen nooit verteld of laten zien. We zijn bevoorrecht en gezegend. En Manoach geloofde haar. En de vrouw bracht geboorte aan een zoon en noemde hem Simson. En de jongen groeide op en de Heere zegende hem. En de Geest des Heeren begon hem aan te drijven in Machanedan. En de tekst gaat door met te zeggen dat Simson was absoluut perfect was op alle manieren. Of niet ? Volledig gehoorzaam in alles wat hij deed. Hij deed nooit iets wat verkeerd was. Hij hoefde niet getuchtigd en opgevoed te worden. De opwekking zal op zo'n manier komen dat niemand ooit ertegen zal zijn. Hoort u me ? Begrijpt u me ? Er zal van alles zijn. Er zal een mengeling zijn van fanatisme en dwaasheid, maar ook het zuivere, het echte. En zo is dat altijd geweest, behalve bij Jezus. Hij is de enige die volmaakt was en volmaakt zal zijn. Hij is de enige die echt volmaakt is, en de opwekking die komt zal niet volmaakt zijn, maar het zal wel de kracht en manifestatie van de Heer laten zien. We komen in een tijd van die bekrachtiging. Als ik denk aan die bekrachtiging, dan denk ik dat in structurele zin en in geestelijke zin. In organisaties hebben we posities. De kerk is een organisatie. Of het nu om een historische denominatie gaat of een nieuwe groep, zodra er een gemeente is is daar kracht. Iemand is de baas. Iemand geeft daar richting en bepaalt het beleid. Aan de andere kant is er een tegenstelling tussen de organisatie en het organisme hebben we geestelijk lichaamsleven, geestelijke gaven, en daar is bekrachtiging. We zullen zodadelijk voor die bekrachtiging gaan bidden. We bidden dan niet voor een structurele bekrachtiging, want daar hebben we de autoriteit niet voor. Ik ga niet over bepaalde denominaties of groepen. Ik heb de verantwoordelijkheid over één groep, en daar bid ik zowel voor structurele kracht als voor geestelijke kracht. Maar hier niet. Ik ben gekomen op uw verzoek.

Ik spreek over de thema's waarvan u vroeg of ik daar over wilde spreken. We hebben de conferentie opgesteld om aan uw noden tegemoetgekomen. We zijn meegaand, reagerend en afgestemd op het KANA-Comité. We hebben dit gedaan, omdat we in dit protocol geloven als leden van het lichaam van christus. Met die toestemming doen we deze dingen. We veronderstellen niet dat omdat wij Amerikanen zijn wij meer geestelijke krachten hebben dan jullie. In feite geloof ik dat het juist het omgekeerde is. Ten tweede zijn we heden ten dage in aanraking met onze krachteloosheid. Iedereen die in een stadsomgeving woont weet hoe het is om in de massa te leven, en hoe weinig controle je hebt over je eigen leven. In de grote steden die in deze eeuw gevormd zijn over de gehele wereld hebben we die massa's van mensen die zich zo krachteloos voelen. We zien het journaal 's avonds en denken : Wat kunnen wij doen om die situaties te veranderen. We zien de dilemma's van de moderne beschaving, dan schudden we ons hoofd : de politieke problemen, de economische problemen, de ecologische problemen, de problemen van onmenselijkheid in de mensheid. We bidden als we de situaties van Oost-Europa zien, en we hebben een gebroken hart over de hongerenden in Sumalie. Het maakt niet uit welk continent, want we zijn ons bewust van hen allen. We geven een beetje geld, bidden een beetje, maar in grote lijnen voelen wij ons krachteloos. Hoe kunnen we die vloedgolven van dingen weerstaan ? Het lijkt alsof de wereld opgewonden raakt voor een enorme overstromende uitbarsting. Wat voor soort wereld geven wij door aan onze kinderen en kleinkinderen. En dan kijken we naar de kerk in het midden van een heidense beschaving. En dan denken we : Wat kunnen we doen ? We zijn maar met zo weinigen. We kunnen nauwelijks met elkaar opschieten. We mogen elkaar niet eens altijd. En de Bijbel zegt dat we verondersteld zijn elkaar lief te hebben. En we gaan naar de wereld en zeggen : Kom binnen, en wordt net zo miserabel als ons. En de enige troost die we dan nog hebben is dat we naar de hemel gaan. Maar we zijn nog steeds heel vaak miserabel. Dat is de staat waarin we ons bevinden.

Dat is kerk van Europa vandaag. Natuurlijk zijn er uitzonderingen : deze plek, die plek, die kerk. Maar het grote plaatje is eigenlijk niet zo best. De kerk van vandaag is eigenlijk maar een minuscuul klein deeltje van de beschaving. En dan zeggen we : Wat kunnen we doen ? Niets dan verzekerd te zijn van een bezoeking van de Heer. Herinner dat het een kleiner groepje was dan dit die de wereld op stelten zetten in de eerste eeuw. Een handjevol mannen en vrouwen hebben het romeinse keizerrijk geschud. Het romeinse keizerrijk is van z'n fundament gebracht. En wat waren dan de middelen waardoor zij dat konden doen ? Bekrachtiging, een geestelijke bekrachtiging die op allerlei manieren komt. Soms is het een soevereine handeling van God. In Handelingen 2 zien we hoe God een groep mensen aanraakt. De Schrift zegt dat op de Pinksterdag waren ze allemaal verzameld op één plaats. Plotseling kwam er het geluid van het blazen van een geweldadige windvlaag vanuit de hemel en vulde de plaats. En ze zagen tongen van vuur neerkomen op ieder van hen. En allen werden vervuld met de Heilige Geest en spraken in tongen zoals de Heilige Geest hen ingaf. God bezocht Zijn volk door Zijn Geest. In Handelingen 1:8 werd dat al voorzegd door Jezus, en in Handelingen 2 door de Heilige Geest vervuld. Joel sprak erover in het tweede hoofdstuk van Joel, dat er zo'n tijd komen, en die tijd was gekomen. En ik geloof dat die Dag opnieuw komt. Verschillende malen als de kerk ook vooruitgang boekt in elke nieuwe cultuur. Handelingen 2 is niet een eenmalige gebeurtenis. Het zijn cycli die steeds weer opnieuw plaatsvinden van de ene generatie in de andere generatie. Elke persoon, elke groep mensen, elke plaats moet zijn pinksteren kennen, en de Levende God ontmoeten, de God die soeverein handelt op Zijn eigen initiatief, de God die in beweging komt in tijden van onvruchtbaarheid, een God die op het juiste nippertje komt. In Handelingen 4 zien we dat God opnieuw in beweging komt, in vers 31, daar staat dat nadat zij gebeden hadden schudde de plaats. En ze werden allen vervuld door de Heilige Geest en spraken het woord van God, vrijmoedig. Allen werden vervuld in Handelingen, allen vervuld in Handelingen 4. Ik heb het woordje 'allen' opgezocht. U raadt het al. In Handelingen 10:44 zien we het opnieuw. Petrus is in het huis van Cornelius. Terwijl hij nog sprak kwam de Heilige Geest op allen die het hoorden. God die soeverein handelt door mensen te bekrachtigen. Hij deed het voor groepen, hoe groot of klein, voor huishoudingen, maar ook voor individuen. Saul kwam dichterbij Damascus in hoofdstuk 9 terwijl een licht vanuit de hemel om hem heen begon te draaien. En hij viel op de grond en hoorde die stem vanuit de hemel zeggende : Saul, Saul, waarom vervolg je mij. Wie bent u heer, antwoordde hij. Ik ben Jezus die jij vervolgd. Sta op en ga de stad binnen, en men zal je vertellen wat je moet doen. De mannen die met hem meereisden waren sprakeloos en wisten niet wat gebeurde. Ze hoorden een geluid, maar zagen niets. God was daar gekomen uniek voor één persoon. Kunt u zijn liefde daarin zien ? Kunt u zien hoe hij zich voegt om aan de nood van het individu tegemoet te komen ? Soms beweegt Hij soeverein, soms door de kerk. Soms door het opleggen van handen. In I Timotheus 4:14 zegt Paulus tegen Timotheus : verwaarloos de gave in u niet die u door een profetisch boodschap door handoplegging van de oudsten is ingebracht. Dus God beweegt soms door de kerk zelf. In II Timotheus 1:6 herinnert Paulus Timotheus hieraan. Hij zegt daar : Die gave van God moet je aan wakkeren die in je is door het opleggen van handen. Het was een profetische uitspraak door Paulus als een deel van Timotheus' bekrachtiging. In Handelingen 6:6 daar zien we zowel de structurele als de geestelijke bekrachtigingen. We zien daar dat de apostelen de handen leggen op hen die de tafels moesten gaan verzorgen. Maar vaker zien we dat de bekrachtiging geestelijk gezien eerst komt, en daarna de structurele bekrachtiging. Bijvoorbeeld Paulus zelf die de handen worden opgelegd door een man die niet eerder in de Schrift wordt genoemd, en daarna ook niet : Ananias. Handelingen 9:17. Ananias ging naar het huis en ging daar binnen om de handen op Saul te leggen, en zei : Broeder Saul, de heere Jezus die aan jou verscheen op de weg toen je hier kwam heeft mij gezonden zodat je weer kunt zien en vervuld te worden met de Heilige Geest. Hij is geen apostel, en hij wordt ook niet genoemd als een vooraanstaand oudste. Hij komt nooit meer voor in de Schrift. En toch legde hij de handen op waarschijnlijk de meest prominente figuur uit het Nieuwe Testament, misschien op Petrus na. In het bijzonder wij als heidenen zagen Paulus die rol spelen. Heeft hij het gesnapt ? Hij heeft zulk wonderbaarlijk werk gedaan.

Zoals een prediker eens zei : God kan elke oude stok gebruiken. Daar bedoel ik Ananias mee. Dus God gebruikt zowel de gemeente voor die bekrachtiging, maar hij beweegt ook soeverein. Ik heb onlangs van een beweging van God in Turkije gehoord, onder de Koerden aan de Iraakse grens. Ik heb daar navraag naar gedaan. Mij werd verteld dat een jongen die het communisme verspreidde in dat deel van de wereld in de gevangenis werd gezet. Na een bepaalde tijd verscheen Jezus aan hem, en het gevolg daarvan was dat deze jongen tot bekering kwam. Kort daarna zond God een christen, die tussen haakjes ook gearresteerd was om daar te komen. Ik weet dat u liever niet in een Turkse gevangenis terecht wil komen. Maar hij werd daar geplaatst om de jongen instructies te geven. Na een aantal maanden van instructies werden ze beiden vrijgezet. De eerste jongen werd door de Heer teruggestuurd naar de Iraakse grens, om een nieuwe boodschap te verkondigen. Als we het hebben over communisme : Al die jaren : communisme. Eén beweging van Gods vinger, en het is commu-was-me. Denk daar maar eens over na : De hele wereld is er bang voor, en God doet alleen maar zo, en het is allemaal afgelopen. Velen zien de Berlijnse muur en de afbrokkeling van de Soviet Unie als een boodschap voor de kerk. Dat wat we in het natuurlijke zien is een beeld van datgene wat gaat komen in het geestelijke. Dat is een profetisch principe in de Schrift. God spreekt vaak door het natuurlijke van datgene wat hij geestelijk gezien gaat doen. En ik geloof dat zoals we de afbrokkeling van het communisme hebben gezien, zo zullen we ook de afbraak zien van het dialectische materialisme in de westerse wereld. Het is mijn persoonlijke geloof dat vrij binnenkort, en ik denk binnen de komende vijftien jaar, als mijn persoonlijke geloof, niet als profeet : Ik geloof dat de westerse wereld in zo'n depressie terecht zal komen zoals ze nog nooit eerder hebben meegemaakt, en dat is voor het doel van God. Halleluja. We worden allemaal verbroken, zodat God rijk zal worden met de zielen van miljoenen.

Als samenvatting wil ik dit zeggen. Ik geloof dat we in een onvruchtbare staat zijn. De kerk van Europa is zwak vandaag. Laat me zeggen, alhoewel er mensen zijn die het anders zeggen : de kerk in Amerika is ook verzwakt. U weet dat de Amerikanen nogal gauw willen overdrijven, het zelf naar voren brengen, en dan wijzen op de grote aantallen die naar de kerk komen. Maar ik denk die zaken zoals abortus, pornografie, misdaad, sexueel en kindermisbruik, en allerlei andere ziekten die in onze beschaving zitten die laten me zien hoe zwak de kerk in Amerika is. Ik ben niet trots op wat er in mijn land zich afspeelt, en ik geloof dat het het hart van God breekt dat de kerk zo zwak is. Met al onze grote gebouwen en al het grote geluid zijn we helemaal niet zo effectief in het veranderen van onze cultuur. Dat is het slechte nieuws. Het goede nieuws is dat dit alles gaat veranderen. Ik geloof dat die verandering aankomt. Ik geloof dat God zowel een leger toerust als een moeder, een moeder die een nieuwe kerk zal ontvangen, en geboorte zal geven aan een nieuwe generatie, uitgaande in kracht en de tegenwoordigheid. Wij hebben het voorrecht daar deel aan te hebben. Wat een glorieus voorrecht. Amen. Ik houd van uw enthousiasme.