De Vijfde Uitverkiezing
Kent u de vier uitverkiezingen ? We bespraken hen in de vorige delen van ‘De Lawine’, ons
Hermitatisch Nieuwsblad. De vier uitverkiezingen werden beschreven als vier doortrapte leiders van de valse kerk. Hoe deze stiekemerds uiteindelijk aan hun macht kwamen bespreken we in dit deel. Waaraan ontleenden zulke leerstellingen hun autoriteit waarmee ze zovelen deden huiveren en deden plakken aan de kerkbanken ? Oh, broeder, maar spreekt u alstublieft niet negatief over de traditionele instellingen. Ik kan het me nog als de dag van gisteren herinneren. Een prediker kwam naar een evangelische dienst, bracht het woord, maar naderhand werd er over hem gesproken : ‘Hij had niet zo kwalijk over de traditionele kerk mogen spreken.’ Nee, want kom niet aan de traditionele kerk, kom niet aan het gezalfde bouwwerk van Pilatus. Het is heel treurig, broeder of zuster, vriend of vriendin. De traditionele kerk is een apparaat van Roomse erfenis wat wij dienen te eren.
Schopte Christus niet tegen heilige huisjes aan ? Ik zal u een geheimenis vertellen, broeder of zuster, vriend of vriendin. Ik zal u het geheimenis vertellen van de allesverwoestende macht van de vier uitverkiezingen, datgene waaraan ze hun identiteit en positie ontlenen. Dan hebben we het over de koning van alle uitverkiezingen, de vijfde uitverkiezing. Ja, broeder of zuster, het is heel treurig, maar dan hebben we het over onze alombeminde selectieve vertaling van het Heilige Woord van God. Het gaat nu even niet om de horizontale beschouwing van het Woord van God, maar om de vertikale beschouwing daarvan : de grondtekst. In hoeverre zijn we hiervan afgeweken ? Ronduit gezegd is het verschrikkelijk en bijna lachwekkend als we bekijken hoe onze welbeminde bijbelvertalingen tot stand zijn gekomen. De rijkdom van de grondtekst is op alle fronten gruwelijk afgekapt en ingeknot, en dan zeg ik het nog zachtjes.
Veel Griekse en Hebreeuwse woorden kennen wel vier verschillende betekenissen die licht brengen op het onderwerp, maar onze nette heren theologie kozen daarvoor telkens een enkele gepaste vertaling, hun nette theologie staande doen houden. Zo werd de vertaling van Gods Woord een minne verscheuring van klederen, zoals ze dat eens aan het kruis deden en erom dobbelden, en ziedaar : een nieuwe koning, een latijnse Christus die het Joodse Fundament had afgekapt. Deze nieuwe Heer was de Dominus.
Veel is ook te herleiden tot de onderdrukte delen van de grondtekst ... Het christendom ging zich steeds meer fixeren op de grote drie : Jezus, Vader, Geest, terwijl in het Oude Testament veel meer karakters werden beschreven. Ruach was de Geest (wind,adem) van het Oude Testament, maar er was ook de boog die als teken kwam. Dat was dus helemaal geen letterlijke regenboog, maar meer de boog van een schutter, de Qetesh, die dus in de grondtekst gewoon een tornado of storm is. Hiermee wilde God laten zien dat hij dus de macht over het water had, en dat er geen tweede zondvloed zou komen. Niet door een lieftallig regenboogje. Toen de israelieten dus door de zee heenmoesten gebruikte God daarvoor de storm, het in werking gebrachte teken dat god hen over het water liet heersen. Ook de wolkkolom was in de grondtekst aggressiever van aard, meer als storm. Die kolom had de naam : Anan. Verder was er nog de vuurkolom, de Esh. Het zijn de elementen van God die dus ook tot de hemelse karakters behoren. Waarom is men alleen maar verder gegaan met de Geest, wind ? Terwijl in handelingen ook de tongen van vuur worden beschreven en de Geest tezamen met vuur wordt genoemd (Esh, of in het grieks : Pur) ... Deze elementen zijn in het hebreeuws te herleiden tot hemelse paarden. Omdat de gemeente zich bezig ging houden met 'vertalingen' hoe ze het volk hiervoor konden verblinden kwamen andere boeken opzetten ... dit ten gevolge van de onderdrukte grondtekst ....
In de grondtekst blijkt de kristallen rivier letterlijk de bevroren rivier te zijn, van 'vorst'. Daar hebben we dus Ezechiel 1 niet eens voor nodig. Hoe dan ook, daar wordt ook het wezen van ijs besproken : Qerach, en in de grondtekst is dat ook nog eens 'voortschietend' (als een lawine of gletsjer) ... En dit is nog maar het tipje van de ijsberg.
Wat belangrijk is te weten is dat de dingen waarmee we in de kerk worden doodgegooid zoals ‘gebed’ en ‘lofprijs’ dus helemaal niet zo zijn als wordt voorgesteld. De gemeente staat schuldig aan het geven van een veel te eng beeld waardoor vele gelovigen in de problemen komen. Ook deze termen zijn namelijk voortgekomen vanuit selectieve bijbelvertaling. Zo is het ware gebed in de grondtekst : ‘het in een graf binnengaan’, ‘jezelf bedekken met stof’, en ‘zelf-oordeel’. Het is als het ware datgene wat eraan vooraf gaat om te worden zoals Maria die aan de voeten van Christus zat. Het ware gebed is sterven aan jezelf, zelfverloochening, om zo te luisteren, en niet te spreken. Alleen Christus is door Zijn Geest bevoegd om door een mens heen te spreken als door een leeg vat. Verder is dit gebed een meditatie, een worsteling om de dingen van God op te vangen. De ware lofprijs is de Woede van God, de zelfvernedering en de worsteling met God. Al met al : geen goedkope handeling en instelling.
Zo komen we door bestudering van de grondtekst en de oorspronkelijke betekenissen achter dat de scheppingsdag ‘yohm’ geen letterlijke dag is maar een tijdperk. Ook zien we dat er pre-adamitische rassen waren, en dat onze huidige vertalingen maar zwakke aftreksels zijn van de creaturen die God op aarde plaatste.
Mayim – Sleutel tot het Paradijs
Toen de nette heren van vertaling de oude hebreeuwse grondteksten onder handen namen moesten ze zeker gedacht hebben bij het woordje ‘mayim’ wat ‘urine’ en ‘water van de voeten’ (ja, zweet) betekent : laten we dat maar niet letterlijk vertalen, want dat past niet en dat kunnen we niet maken, laten we het maar gewoon ‘wateren’ noemen. En zo ging er een stuk scheppingsgeschiedenis verloren. Ja, want dat kun je keurige kerkmensen natuurlijk niet onder de neus schuiven, dat de schepping is voortgekomen vanuit uitwerpselen en voetenzweet. Verder betekent ‘mayim’ ook geweld en geleidend spul, en daarom in Gods Handen goed bruikbaar om de hele vijfde scheppingsdag daaruit voort te laten komen, de vijfde ‘yowm’, een tijdperk dus, geen letterlijke dag. Mayim werd in de handen van God gebruikt om de uitwassen van het gevallen engelenrijk en van andere gevallen schepselen weer teniet te doen, oftewel om te zetten. Mayim was het resultaat van een werkende voetbank die de nieuwe aarde was. Bomen schoten op die de eerste rijken waren (Ezech. 31). De eerste mens mocht met die allen omgaan, behalve met Assur. Toch was er ook een boom des levens, een middelpunt. De boom van kennis (Assur) was de boom van de gnosis. Nu is er niets mis met gnosis (kennis), maar belangrijker is de ‘rhema’, het gesproken woord, oftewel profetie, of het krupto manna (verborgen manna). De boom des levens vertegenwoordigde het profetische ras. Het is natuurlijk niet genoeg om op een typisch pinkstergemeente-achtige manier de ‘doop in de geest’ te ontvangen. Vervuld met de geest wil nog niet zeggen dat je geinspireerd leeft, maar hoogstens geilumineerd. Geinspireerd leef je als je de dunamis hebt ontvangen met de gaven van profetie, de ‘rhema’. Dit zijn ook de tongen van vuur, de sprekende God. De boom des levens was de heilige boom, de palmboom, oftewel de ‘tamar’, wat ‘de erecte’ betekent. Mayim is een geweldenaar die dus niet lieflijke zachte wateren voorstelt, maar de stromen van bloed. Dan hebben we een veel beter idee van wat het paradijs is : een oorlog. Hieruit voort kwam de boom des levens (chay/zoe), van profetische strategie. Het is de boom van rhema of ‘naba’ (profetie), het profetische wereldrijk. Maar de eerste mens koos voor het Assyrische wereldrijk, en kwam uiteindelijk in de handen van het Babylonische wereldrijk. ‘Mayim’ was er al voor de (her)schepping, als het zaad van de schepping, het overblijfsel van de ‘tehohm’ (prehistorie). Mayim is het framewerk van de gehele schepping. God maakte scheiding, en creeerde het gewelf. Mayim was vanaf het begin bedekt door de Ruach, de Geest (adem), omdat het nogal wild spul was, zelfs gevaarlijk. Zodra wij ‘Ruach’ leren kennen, komt ‘Mayim’ vrij om ons te enten op de boom des levens, als de ingang tot het profetische wereldrijk. Je zou bijna kunnen zeggen dat Mayim de slang is van de Boom des Levens, bewakende en bewarende de ware vrucht des levens.
Mayim is een mysterie, hangende aan de boom des levens, wat in het hebreeuws verwijst naar het kruis en de martelaar. Ook is het een rijk. Mayim vertegenwoordigt het primitieve en paradijselijke beginsel van Christus, het zaad van het kruis, als bron van al het leven.
Het Rijk van de Behemah
Het is ons verteld dat we moeten groeien in het profetische. Als eerste moeten we profetisch leren leven totdat we daadwerkelijk ‘de gave’ hebben ontvangen, maar ook dan zijn we er nog niet. Na de gave moeten we ons uitstrekken naar de profetische bediening, en daarna het ambt. Veel profeten verzadigen zich helemaal in het ambt, en trekken niet meer verder. Ze hebben een bediening opgebouwd, misschien wel wereldwijd, en zijn nu zo accuraat en zo algemeen aanvaard en ingeburgerd dat ze tot het meubiliair van de kerk zijn gaan behoren, als inwonende geesten. Houd het dan echt allemaal op bij ‘het ambt’ ? Sommigen zijn er verzot op om voor hun naam ‘profeet’ neer te zetten, terwijl anderen die allang profeet zijn genoegen schijnen te nemen met het woordje evangelist, bischop of dr. Ze hebben me nogal een visite-kaartje opgebouwd. Oh ja, sommigen gaan nu voor het ambt van ‘apostel’, en sommigen zetten dit dan ook parmantig telkens voor hun naam, jaar in jaar uit. Om maar direkt met de deur in huis te vallen : bij het ambt houdt het niet op. Het is pas het begin. Wat komt er dan na ‘ambt’ ? Ambt klinkt nog allemaal erg aards op een bepaalde manier. In de hemel zijn we als de engelen, en gelukkig laat de grondtekst zien dat de hemel er al is en juist op ons wacht. Wij moeten de hemel bestormen en binnentrekken om zo een ‘angelic’ profeet te worden. Dan komen we geestelijk gezien a.h.w. in de kerken die boven zijn, de kerken der engelen, en brengen we daadwerkelijk de boodschap der engelen tot de mensen, en vertonen we het karakter en de vruchten der engelen. Zij die vastkleven aan het profetisch ambt en maar niet verder groeien worden op een bepaald moment ‘verwerpelijk’ in de ogen van God en zijn getrouwe profeten. Het gaat om doorgroeien en niet machtskluiterig te worden.
Maar ook in het angelische zijn we er nog niet. In het Oude Testament wordt er heel duidelijk gesproken over nog een tussenzone tussen God en de engelen. Een engel is ‘malak’ in het Hebreeuws, boodschapper, of ambassadeur. Ook wordt er gesproken over heerscharen of legerscharen, en in het engels over ‘hosts’, gastheren. Zo’n ‘host’ is in het hebreeuws ‘tsaba’. Het is de personificatie van het leger, of de leider ervan. En de Heere heeft ‘tsaba’ over alles aangesteld, ook over de ‘malak’, de engelen. We maken dus onderscheid tussen malak-profeten en tsaba-profeten, tussen angel-profeten en host-profeten. Wij onderscheiden dus zes levels in het profetische. Het is niet de bedoeling dat we op menselijk vlak blijven functioneren, daarom is het een must om door te breken tot level 5 en 6.
Natuurlijk kunnen deze zogeheten ‘hosts’ ook vallen. Een gevallen ‘tsaba’ zal zich gewoonlijks in vormendienst verstoppen om zo zich te beschermen tegen de zware hartskrachten van hen die de Heere getrouw zijn gebleven. Zo’n gevallen heerschare of legerschare zal zich vaak verstoppen in de mode-wereld van de bedrieglijke uiterlijke krachten, en zal zich vooral veel mengen in ‘leiderschap’. Het is een obsessie voor zo’n gevallen leider om nu bijvoorbeeld in de kerk die systemen en hierarchieen van vleselijk gezag uit te denken, en daarbij zal deze de engelen en met name de tsaba-bespreking zo veel mogelijk achterwege laten.
Een voorbeeld van grootscheepse gevallen tsaba-projecten is de Rooms Katholieke kerk en het hele pauselijke systeem waar ook de andere drie wereldkerken uit voort zijn gekomen. Het is een goddeloos banquet die ten doel heeft het hart van de ware gelovigen te verslinden.
Het verschil tussen God’s wereld en de vleselijke wereld is dat de wezens in God’s wezen de diepte van de dingen laat zien, terwijl de vleselijke wereld alles gesloten houdt en zich op de uiterlijke vorm richt in plaats van de opening. De vormen van God worden juist van binnen getoont, als een weg waardoor de geest zich kan ontplooien. Gods koninkrijk kent een zekere doorzichtigheid, terwijl de vleselijke werkelijkheid zoveel mogelijk dingen aan de oppervlakte houdt. God bracht de lichten, de ma’owr, in het paradijs voor een heleboel functies. Ze brachten licht in zowel hemel als aarde, en brachten onderscheid. Natuurlijk zijn er ook gevallen lichten, en die richten zich dan op de vervalsingen van de geestesweg. Ze bouwen een valse aarde en een valse hemel met wegen daartussen. De hemel zelf is ‘shamayim’, als het ware de openbaring, maar er is dus ook een gevallen shamayim. Ma’owr is de weg naar shamayim, een weg waarover het profetische pad ook gaat. Ma’owr is de zevende trede op de profetische trap, en shamayim uiteindelijk de achtste, waar we boven alles naar moeten streven. Dit stijgt dus uit boven al het aardse leiderschap die juist een valstrik is voor de profeet.
Nog even alles op een rijtje :
profetisch leven
profetische gave
profetische bediening
profetisch ambt
profetisch engelenschap
profetisch hostschap
profetische ma’owr (geesteslichten)
profetische shamayim (hemel)
profetische behemah (paradijswezens)
Het woord ‘behemah’ wordt dan wel als ‘vee’ en ‘wilde beesten’ vertaald, maar wordt ook gebruikt voor ‘oorspronkelijke’ wilde mensen, of voor-mensen, het zogenaamde pre-adamitische geslacht. In het hebreeuws is de ‘dag’, de ‘yohme’ een tijdperk, en op de zesde yohme, het zesde (her)scheppings-tijdperk werd de behemah, de wilde (waarschijnlijk cro-magnon/neanderthaler/homo sapiens), eerder dan de mens geschapen. Waarschijnlijk ging het dus om een half-mens, een prehistorisch mens. ‘Nachash’ wordt dan wel simplistisch vertaald in slang, maar betekent letterlijk ‘tovenaar’. In Ezechiel 31 lezen wij wat die boom van kennis eigenlijk was : Het was het Assyrische rijk. Babylon zou dit rijk ten gronde brengen, maar we zien in de geschiedenis dat dit een hele strijd was, heen en weer. Babylon bereed het tweede beest, komende van de afgrond, en ze zouden elkaar beiden schade aanbrengen om zo beiden terug te vallen in die afgrond. Dit is het hele wisselwerksysteem tussen de evangelische wereldkerk en de pinkster wereldkerk, als voortvloeisel van de aloude roomse kerk en reformatorische kerk. Adam en Eva vielen ten prooi aan de schone beloftes van het Assyrische rijk, het verkrijgen van macht door te beoordelen wat goed en slecht is aan de hand van een opgezet systeem. Het was het beeld van de Evangelische Wereldkerk die als tovenaar kwam opzetten en zo door het instituut God aan de kant zette. Eva had gemeenschap met deze tovenaar en baarde Kain, het beeld van de pinkstergemeente, de sneltrein naar het Babylonische Wereldrijk. Maar onlosmakelijk verbonden met de Wederkomst van Christus is het komende Profetische Wereldrijk. In dit wereldrijk zal de ‘behemah’ hersteld worden. Het paradijs herstellen is het uiteindelijke doel van de hemel. Hiertoe gebruikt de hemel het profetische om alles aan de voeten van Christus te onderwerpen. Het instituut is anti-profetisch, maar de behemah is het verwilderde, de kracht om los te komen van de gevaarlijke civilisatie. Zonder de behemah is het profetische niets.
Tim Strijker
Klik hier voor deel 5
Terug Naar De Grondtekst II