Een korte terugblik in de kerkgeschiedenis. - Nog maar het begin - Harold Eberle sprak hier tientallen jaren geleden al over. - Er zijn dus ook kerken die al in de stroom van Gods volgende reformaties zitten.
Door: Wolfgang Simons
Zo werd Wolfgang Simson jaren geleden door God achter het stuur van zijn taxi in Stuttgart
weggehaald om als zendeling naar India te gaan. Daar zag hij hoe door de kracht van Gods Geest
huisgemeenten werden gevormd. Dat ging meestal als volgt: Een evangelist komt in een dorp,
vraagt of er iemand ziek is, deze persoon geneest, zijn hele familie komt tot geloof en er
wordt een huisgemeente gevormd. En dit gebeurde niet alleen in India, maar over de hele wereld.
Van Mongolie tot Brazilie: overal gingen christenen, geleid door de Heilige Geest, over tot het
stichten van huisgemeenten. Waarom? Heel simpel: God zei dat het anders moest, dat de kerk
zoals we die kennen niet de kerk is zoals Hij die heeft bedoeld..
God verandert de gemeente en op haar beurt verandert zij de wereld. Miljoenen christenen over
de hele wereld hebben de indruk dat zich een nieuwe, wereldomvattende opwekking baanbreekt.
Ze zeggen: 'De kerk zoals wij haar kennen, staat de kerk in de weg zoals God haar heeft bedoeld.'
Ik ben ervan overtuigd dat onderstaande vijftien stellingen voor een deel weergeven 'wat de
Geest tot de gemeenten (van vandaag) zegt'. Voor sommigen is het nog slechts het
spreekwoordelijke 'wolkje als eens mans hand', dat Elia aan de horizon zag. Anderen zijn al
drijfnat van de regen.
1. Het christelijk geloof als levensstijl, niet een reeks religieuze samenkomsten
Voordat zij christenen werden genoemd, gaf men aan de volgelingen van Jezus Christus de naam:
'mensen van de weg'. Een van de redenen was dat zij letterlijk de weg hadden gevonden die hun
leerde hoe ze moesten leven. Het wezen van de kerk wordt niet bepaald door een reeks religieuze
samenkomsten onder leiding van professionele geestelijken, in heilige gebouwen die speciaal
daarvoor zijn neergezet. Het gaat veel meer om de profetische manier waarop Jezus' discipelen
in het leven staan, als een groot, geestelijk gezin dat een levend antwoord geeft op de vragen
van de hedendaagse maatschappij - en wel daar waar het erop aankomt: thuis.
2. Het 'kathegogen'-systeem veranderen
De oosters-orthodoxe en de rooms-katholieke kerk hebben na de tijd van Constantijn de Grote een
religieus systeem ontwikkeld dat bestond uit een 'christelijke' tempel (de kathedraal) met een
eredienst zoals deze in de joodse synagoge werd gehouden. Deze mengvorm van kathedraal en
synagoge, oftewel 'kathegoge', is sindsdien een blauwdruk geweest voor de eredienst, zonder dat
aan dit religieuze stelsel een openbaring van God ten grondslag ligt. Gekleurd door het heidense
(Griekse) gedachtengoed, dat scheiding maakt tussen het heilige en het wereldse, werkte het
kathegogen-concept als een 'zwart gat', dat vanaf het begin een groot deel van de energie uit
de kerk zoog, waardoor het christendom eeuwenlang sterk op zichzelf gericht was.
Luther heeft weliswaar de inhoud van het evangelie hervormd, maar opvallend genoeg liet hij de
uiterlijke vormen van de kerk onaangetast. De protestantse kerken hebben dit kerkelijk systeem
losgemaakt van de staat; de baptisten hebben het gedoopt; de Quakers hebben het drooggelegd;
het Leger des Heils heeft het een uniform aangetrokken; de Pinksterbeweging heeft het gezalfd,
en de charismatici hebben het vernieuwd, maar tot op heden heeft niemand het werkelijk veranderd.
Daarvoor is het nu de tijd.
3. Een derde reformatie
Doordat Luther het evangelie van het heil - door genade en geloof alleen - herontdekte, heeft
hij een reformatie van de theologie in gang gezet. Aan het eind van de zeventiende eeuw werd,
door vernieuwingsbewegingen als het pietisme, de persoonlijke omgang met God herontdekt.
Dit heeft geleid tot een reformatie van de spiritualiteit: de tweede reformatie. Nu gaat God
nog een stap verder en pakt Hij de grondvormen van de kerk aan. Hij heeft een derde reformatie
ingezet: een reformatie van de structuren.
4. Van Godshuizen naar huiskerken
Sinds de tijd van het Nieuwe Testament bestaat er niet meer zoiets als het 'huis Gods'. God
woont niet in een tempel die door mensenhanden is gemaakt. De kerk? Dat is het volk van God.
De kerk is juist daar thuis waar mensen thuis zijn: in gewone huizen. Daar delen de volgelingen
van Christus hun leven met elkaar, in de kracht van de Heilige Geest. Daar eten zij samen en
verkopen ze soms spontaan hun prive-bezittingen om hun materiele en geestelijke zegeningen met
anderen te delen. Terwijl ze volop in het leven staan, leren zij elkaar hoe ze moeten
gehoorzamen aan Gods inzettingen. Dit gebeurt niet door middel van filosofische voordrachten,
maar in een dynamische stijl van vraag en antwoord. Hier bidden ze voor elkaar, dopen elkaar,
geven elkaar profetieen door. Hier kunnen ze hun maskers afzetten en hun zonden belijden, omdat
ze een nieuwe, gezamenlijke identiteit hebben verkregen, die zich kenmerkt door onderlinge
liefde, aanvaarding en vergeving.
5. Eerst krimp, dan groei
De meeste christelijke gemeenten zijn gewoon te groot om werkelijk een plaats voor gemeenschap
te zijn. Het zijn gemeenten zonder gemeenschap. De gemeenten in het Nieuwe Testament bestonden
doorgaans uit groepjes van vijftien tot twintig personen. De groei vond niet plaats door de
gemeente te laten opzwellen tot een grote, statische groep van driehonderd personen of meer -
een groep waarmee je een kathedraal kunt vullen. Nee, de groei vond plaats door celdeling en
vermenigvuldiging, als cellen in een lichaam. De huiskerken splitsten zich zodra ze de
natuurlijke grens van vijftien a twintig personen hadden bereikt. Waar mogelijk, kwamen de
christenen uit de hele stad of regio bij elkaar voor gezamenlijke vieringen, zoals in de
zuilengang van Salomo. Daarbij vergeleken, is de traditionele christelijke gemeente van vandaag
een armzalig compromis. Ze is geen huiskerk meer, maar ook geen gezamenlijke viering.
Daardoor mist zij twee wezenlijke elementen die haar Schepper voor haar in gedachten had: de
organisch-relationele familiesfeer en de aantrekkingskracht van de grote samenkomsten.
6. Van pastor-kerk naar team-kerk
Huiskerken worden niet geleid door een voorganger, maar door een oudste die een vaderrol
vervult: iemand met wijsheid en realiteitszin. De plaatselijke huiskerken worden met elkaar
verbonden tot een netwerk, door de organische verbinding van de oudsten met de leden van de
zogenaamde vijfvoudige bediening (apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars), die
'van huis tot huis' gaan als in een gezonde bloedsomloop. Hier is een bijzondere rol weggelegd
voor mensen met apostolische en profetische gaven (Ef. 4:11-12, 2:20). Voorgangers zijn
weliswaar belangrijk in het totale team, maar ze kunnen slechts ten dele 'de heiligen toerusten
tot dienstbetoon'. Hun bediening moet door de andere vijf bedieningen worden aangevuld. Anders
zullen niet alleen de gemeenten gebrek lijden door het eenzijdige, geestelijke dieet, maar
zullen ook zijzelf in hun bediening belemmerd worden.
7. De juiste delen - verkeerd samengevoegd
Bij een puzzel komt het erop aan dat de stukjes volgens het voorbeeld worden gelegd. Anders
klopt het totaalbeeld niet en hebben ook de afzonderlijke stukjes geen betekenis. In het
christelijk geloof staan ons alle stukjes ter beschikking, maar vanwege traditie, machtsdenken
en godsdienstige jaloezie leggen we ze telkens verkeerd neer. Net zoals H2O drie
verschijningsvormen kent - water, ijs en damp - zien we ook de bedieningen in drie
verschijningsvormen. In het geinstitutionaliseerde christendom zijn ze vaak bevroren tot ijs.
Soms zien we ze als helder water. En soms zijn ze verdampt in vrijheid-blijheid. Zoals je
bloemen het beste met water kunt begieten, moeten ook de vijf bedieningen ter ondersteuning
van de gemeente (apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars) een nieuwe (en
kerkelijk zeer oude) vorm krijgen, opdat het totale organisme zal opbloeien en ieder individu
een zinvolle plaats in het geheel vindt. De kerk hoeft het rad van de geschiedenis niet terug
te draaien, maar moet wel terugkeren naar het oorspronkelijke ontwerp.
8. Van kerkelijke bureaucratie naar het priesterschap van alle gelovigen
De gemeenten in het Nieuwe Testament werden nooit door EEN 'man Gods' geleid, die
plaatsvervangend voor anderen met God in verbinding stond, om vervolgens de passieve,
religieuze consumenten te voeden, vergelijkbaar met een nieuwtestamentische Mozes. Het
christendom heeft priesters (predikanten) als bufferzone tussen God en mens, overgenomen van
de heidense godsdiensten of in het gunstigste geval van het jodendom. De sterke
professionalisering sinds de dagen van Constantijn de Grote heeft de kerk eeuwenlang beheerst
en het volk van God kunstmatig verdeeld in leken en geestelijken. Volgens het Nieuwe Testament
is er slechts 'EEN God en ook EEN middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus'
(1 Tim. 2:5). God trekt zijn zegen terug, wanneer godsdienstige beroepskrachten zich tussen
Hem en het volk in dringen. Het voorhangsel van de tempel is gescheurd en God geeft aan alle
mensen de mogelijkheid om rechtstreeks - door Jezus Christus, onze enige Weg en Middelaar -
bij Hem te komen. Ze hoeven niet langer contact met Hem te zoeken via de vertegenwoordigers van
een religieuze kaste. Om het priesterschap van alle gelovigen in ere te herstellen, zal het
huidige systeem totaal moeten worden omgegooid. Anders zal de kerk in religieuze vergetelheid
raken.
Bureaucratie is een duivelse bestuursvorm, omdat zij in wezen slechts twee vragen stelt: ja of
nee. Ze laat nauwelijks ruimte voor spontaniteit, humaniteit en dynamisch leven. Misschien
werkt deze bestuursvorm goed in de politiek en de economie, maar niet voor het christendom.
Het lijkt erop dat God bezig is zijn volk te bevrijden uit de babylonische ballingschap bij de
kerkelijke bureaucraten en godsdienstige machthebbers. Hij geeft de kerk terug in handen van
gewone mensen die door Hem op buitengewone wijze worden gebruikt - mensen die, net als vroeger,
nog ruiken naar vis, parfum en revolutie.
9. Van georganiseerd naar organisch christendom
De uitdrukking 'het Lichaam van Christus' geeft levendig weer dat het in het christelijk geloof
niet gaat om een organisatie, maar om een organisme. Op plaatselijk niveau bestaat de kerk uit
een veelvoud van grote, geestelijke gezinnen, die onderling organisch met elkaar verbonden zijn
in een netwerk. De manier waarop de afzonderlijke gemeenten onderling met elkaar verbonden
zijn, maakt deel uit van de boodschap die zij gezamenlijk uitdragen. We moeten terugkeren, uit
een maximum aan organisatie en een minimum aan organisme, naar een maximum aan organisme en een
minimum aan organisatie. Een overmaat aan organisatie heeft het Lichaam van Christus vaak in een
dwangbuis gestopt, uit angst dat er iets scheef zou groeien. Angst is het tegenovergestelde van
geloof, en dus niet bepaald een christelijke deugd waarmee God zijn kerk zou willen bouwen.
Angst wil beheersen, geloof kan vertrouwen. Beheersen kan goed zijn, maar vertrouwen is beter.
Het Lichaam van Christus is door God toevertrouwd aan vertrouwde mensen die een bijzondere gave
hebben: mensen die geloven dat God de dingen nog steeds in de hand heeft, ook al zijn zijzelf
de controle allang kwijt. De politieke oecumene en de kerkelijke hierarchieen hebben in het
verleden volop de kans gehad zich te bewijzen, maar zonder succes. Wat we vandaag nodig hebben,
zijn regionale en landelijke netwerken die gebaseerd zijn op onderling vertrouwen, opdat er
weer een organisch christendom kan ontstaan.
10. God aanbidden, niet de eredienst
Van buitenaf ziet het hedendaagse christendom er voor velen zo uit: heilige mensen gaan op een
heilig uur, op een heilige dag, naar een heilig gebouw, om deel te nemen aan een heilig
ritueel, onder leiding van een heilige man in heilige kledij en dat kost heilig veel geld.
Dit soort regelmatige samenkomsten - een soort one-man-shows - vereist veel organisatietalent
en administratie. De formele en geinstitutionaliseerde patronen zijn gestold tot godsdienstige
tradities. Een traditionele eredienst van een a twee uur, voor een groep van twintig tot
driehonderd bezoekers, vergt een behoorlijke investering. Toch levert hij maar weinig vrucht
op. Slechts weinig toehoorders worden hierdoor trouwe volgelingen van Jezus, zodat ze bereid
zijn een ander leven te leiden. Ook economisch is de traditionele eredienst een structuur met
een groot verbruik en een geringe opbrengst. Door de geschiedenis heen heeft het verlangen van
de mens om God 'op de juiste wijze te aanbidden', geleid tot pijnlijke kerkscheuringen en tot
naamchristendom. In deze benadering wordt vergeten dat christenen geroepen zijn om te
'aanbidden in geest en in waarheid'. En dat hoeft niet hetzelfde te zijn als 'ter kerke' gaan
met een liedboek in de hand. Deze onbeweeglijkheid laat buiten beschouwing dat het leven vooral
informeel is en voortdurend aan verandering onderhevig. Als het christelijk geloof 'de weg des
levens' is, dan is het ten diepste sprankelend en spontaan en doen we het geweld aan met de
eindeloze herhaling van onze godsdienstige riten. Het gaat er niet om dat wij een indrukwekkend
schouwspel opvoeren of laten opvoeren, in een indrukwekkend gebouw, maar dat wij een krachtige
indruk maken in het leven van elke dag. Daarmee dienen we God.
11. Niet langer mensen naar de kerk brengen, maar de kerk naar de mensen
De kerk is bezig te veranderen van een kom-benadering in een ga-benadering. Een van de gevolgen
hiervan is dat we niet proberen om mensen mee te nemen naar de kerk, maar de kerk meenemen naar
de mensen. De kerk zal nooit haar opdracht kunnen vervullen, als zij slechts enkelingen toevoegt
aan de bestaande structuur. Zij zal haar opdracht slechts kunnen vervullen, als zij zich
vermenigvuldigt - als er kleine gemeenten ontstaan die zich als een zuurdeeg vermengen met de
bevolkingsgroepen die Jezus Christus nog niet kennen.
12. De herontdekking van het Avondmaal als een echte maaltijd
De kerkelijke traditie is erin geslaagd 'de maaltijd des Heren' op een homeopathische manier te
vieren, met een slokje wijn, een droog stukje brood en een plechtig gezicht. De christelijke
'maaltijd des Heren' is echter een rijke maaltijd met een symbolische betekenis, in plaats van
een symbolische maaltijd met een rijke betekenis. God brengt de christenen terug aan eengedekte
tafel, terug naar de gezamenlijke maaltijd.
13. Van kerkgenootschappen naar stadskerken
Jezus riep een beweging in het leven, en weet u wat er na verloop van tijd ontstond? Een reeks
godsdienstige bedrijven die de wereld omspannen, die hun specifieke soort christendom op de
markt proberen te brengen en elkaar beconcurreren. Door deze opdeling, met eigen merknamen,
heeft het protestantisme voor een groot deel zijn geloofwaardigheid verloren en is het politiek
onbeduidend geworden. Veel kerken houden zich meer bezig met tradities en binnenkerkelijke
twisten dan met een gezamenlijk getuigenis aan de wereld.
Jezus heeft nooit van de mensen verlangd dat zij zich zouden organiseren in kerkgenootschappen.
In de eerste dagen van de kerk hadden christenen een dubbele identiteit. Ze waren discipelen
van Jezus Christus (ze hadden zich tot God bekeerd) en ze groepeerden zich op basis van
geografische ligging, zodat ze zich als het ware ook tot elkaar bekeerden. Zij sloten zich niet
slechts aaneen in buurt- of huiskerken, waar zij hun leven met elkaar deelden, maar gaven ook
- voor zover de toenmalige politieke situatie het toeliet - uitdrukking aan hun nieuwe
gezamenlijke identiteit in Christus, door het houden van plaatselijke of regionale
vreugdediensten. Daar vierden zij hun eenheid als christenen in een bepaalde stad of streek,
en legden gezamenlijk getuigenis af van hun geloof.
God roept christenen terug naar deze structuur. De terugkeer naar het bijbelse model van de
'stadskerk' - hernieuwde geloofwaardigheid van huiskerken in woonwijken, in combinatie met
grote vreugdediensten voor alle christenen in een bepaalde streek - bevordert in de eerste
plaats de gezamenlijke identiteit en geestelijke geloofwaardigheid van de christenen. Maar de
kerk krijgt daardoor ook politiek gewicht en wekt de bewondering die de christelijke boodschap
verdient.
14. Bestand tegen vervolging
Jezus, het Hoofd van alle christenen, is gekruisigd. Tegenwoordig houden volgelingen zich nogal
eens bezig met titels, medailles en sociale erkenning, of erger nog: ze houden zich stil en
worden haast niet opgemerkt. Ze zijn onchristelijk aangepast en rustig. 'Zalig zijt gij,
wanneer men u vervolgt,' zegt Jezus. Bijbelgetrouwe christenen zijn een heilzame bedreiging
voor heidense goddeloosheid en zonde, voor een wereld die overheerst wordt door hebzucht,
materialisme, jaloezie en door de neiging om alles te geloven, zolang het maar niet in de
Bijbel staat. Dit heeft ertoe geleid dat onze samenleving goddeloze maatstaven hanteert op
terreinen als ethiek, seksualiteit, geld en macht. Het hedendaagse christendom is in veel
landen zo ongevaarlijk en beleefd, dat het de moeite van het vervolgen niet waard is. Maar als
christenen weer gaan leven naar nieuwtestamentische maatstaven, als ze, bijvoorbeeld, zonde bij
de naam noemen, dan zullen de mensen om hen heen in hun geweten worden aangesproken. En zullen
ze zich bekeren of hen vervolgen. In plaats van zich te nestelen in een comfortabele
godsdienstvrijheid, moeten christenen weer bereid zijn om als hoofdverdachten en zwarte schapen
gebrandmerkt te worden, als degenen die het wereldwijde humanisme, de moderne verslaving aan
het amusement en de onbeschaamde aanbidding van het Ik in de weg staan. Daarom zullen wakker
geworden christenen zeer snel het fundamentalistisch liberalisme en de 'onderdrukkende
tolerantie' voelen van een wereld die haar absolute normen is kwijtgeraakt, omdat zij weigert
haar Schepper-God met diens absolute maatstaven te erkennen en te gehoorzamen. In samenhang met
de groeiende ideologisering, privatisering en spiritualisering van politiek en economie, zullen
christenen - eerder dan ze denken - weer de kans krijgen om samen met Jezus in de
klaagdenbank te staan. Ze doen er verstandig aan zich vandaag al op toekomstige vervolgingen
voor te bereiden, door een vervolgingsbestendige mentaliteit en een vervolgingsbestendige
structuur te ontwikkelen.
15. De kerk komt thuis
Wat is voor een mens de gemakkelijkste plek om heilig te zijn? Je verstoppen in een grote
kansel en, in een heilig gewaad, vrome woorden verkondigen aan een naamloze massa? En daarna
weer in je studeerkamer verdwijnen? En wat is voor een mens de moeilijkste - en juist daarom
de meest zinvolle - plek om heilig te zijn? Thuis, in aanwezigheid van je vrouw, je man en je
kinderen, waar alles wat je doet en zegt automatisch aan een geestelijke lakmoesproef wordt
onderworpen en met de werkelijkheid vergeleken. Daar wordt alle huichelarij er vlot uitgewied
en kun je groeien in oprechtheid. Veel christenen ontvluchten het gezin, omdat ze daar vaak een
geestelijke nederlaag lijden. Ze verzamelen zich in gewijde gebouwen voor een gekunstelde
eredienst, die ver van de werkelijkheid afstaat. God wil de eredienst weer in huizen laten
plaatsvinden. Daarmee keert de kerk terug naar haar wortels en wordt ze weer een
huiskerkbeweging. Ze komt letterlijk thuis. In deze laatste fase van de geschiedenis der
mensheid, niet lang voor de terugkeer van Jezus Christus, lijkt de cirkel van de
kerkgeschiedenis gesloten te worden.
Als christenen uit alle culturen, uit alle lagen van de bevolking en uit alle kerken verstaan
wat de Geest tot de gemeente zegt, zullen zij als een lichaam gaan functioneren, door
internationaal te luisteren en plaatselijk te handelen. Dan zullen zij God niet langer vragen
of Hij wil zegenen wat zij doen, maar zullen zij doen wat door God gezegend wordt. Ze zullen
elkaar ontmoeten in huiskerken in hun eigen omgeving en met andere christenen uit de stad
bijeenkomen voor gezamenlijke vieringen. Ook u bent uitgenodigd om deel te hebben aan deze
beweging en er een bijdrage aan te leveren. Misschien wordt ook uw huis een huis dat de wereld
verandert.
Verder naar het derde artikel:
Gods huidige en volgende reformaties